Category : Nieuws

Blog Sub Title

Category Archives: Nieuws

Advies Raad van State over wijzigingen Meststoffenwet

De afdeling bestuursrechtrechtspraak van de Raad van State heeft op vrijdag 24 mei 2019 geadviseerd aan de Tweede Kamer omtrent het voorstel van wet houdende enkele technische wijzigingen van de Meststoffenwet.

Meststoffenwet

Er geldt een fosfaat- en stikstofmaximum voor de mestproductie in melkveehouderijen. Deze maxima leiden tot een sectorplafond waar de sector onder dient te blijven. In de Meststoffenwet zijn twee mogelijkheden opgenomen waarmee een overschrijding van dit sectorplafond kan worden voorkomen of bij overschrijding van het plafond kan worden teruggebracht. Dit betreffen:

  1. de afroming ⇒ als je fosfaatrechten verkoopt wordt er een percentage van de rechten gekort (op dit moment is dat 10%). Deze rechten gaan dus uit de markt
  2. de generieke korting ⇒ bij de gehele sector wordt een korting op de fosfaatrechten toegepast.

Wetsvoorstel

Aan Nederland is een vrijstelling verleend (derogatie) van de Nitraatrichtlijn tot 31 december 2019. Op grond van deze derogatie mag Nederland meer mestproductie per hectare gebruiken dan eigenlijk volgens de Nitraatrichtlijn is toegestaan.

Met het wetsvoorstel wil de Nederlandse overheid voorkomen dat een generieke korting moet worden ingevoerd om na 31 december 2019 aan de Nitraatrichtlijn te kunnen voldoen. In het wetsvoorstel wordt de afroming tijdelijk opgehoogd van 10% naar 20% in het lopende jaar (2019). De Raad van State adviseert over wetsvoorstellen en dus ook over dit voorstel.

Advies Raad van State

In haar advies geeft de Raad van State aan dat zij een nadere motivering wil zien van de keuze voor de verhoging van de afroming versus de mogelijkheid tot het opleggen van een generieke korting aan de gehele sector.

Omdat in het wetsvoorstel de keuze is gevallen op het verhogen van het afromingspercentage, zullen de financiële lasten volledig voor rekening komen van de aankopende melkveehouders. Dit is maar een klein deel van de sector. Hierdoor heeft het wetsvoorstel voor de kleine groep aankopende melkveehouders ingrijpende gevolgen. Een generieke korting zou gelden voor alle melkveehouders.

De Raad van State vraagt zich dan ook af of de keuze voor het verhogen van het afromingspercentages boven een generieke korting wel in verhouding is. Behoud van de derogatie betreft hier immers een algemeen belang. Is er in het geval van het verhogen van het afromingspercentage nog wel sprake van een “fair balance” tussen het nagestreefde algemene belang (de derogatie) en de rechten van de individuele melkveehouder (eigenaar fosfaatrechten)? Er is immers nog een andere mogelijkheid: de generieke korting op de rechten. En er is geen sprake van een fair balance als gesproken kan worden over een IBL (individuele buitensporige last).

Gevolg advies Raad van State

Wat is het gevolg van het advies van de Raad van State? De overheid moet nu eerst inzichtelijk maken wat de argumenten zijn om te kiezen voor een verhoging van het afromingspercentage en niet voor de generieke korting. De nadere motivering zal vervolgens aan het wetsvoorstel ten grondslag worden gelegd of het wetsvoorstel wordt aangepast.

Wordt nog vervolgd dus…..

 

Oerol en nergens

Het Oerol festival op Terschelling wordt elk jaar bezocht door zo’n 55.000 bezoekers. Dat zijn natuurlijk nogal wat badgasten. Als iets zo succesvol is, zijn er vaak mensen die een graantje mee willen pikken. Dit gebeurt nu ook bij Oerol. Een slimme brouwer heeft het idee opgevat om Oerol-bier op de markt te brengen. Het festival Oerol is not amused en laat in een artikel in de LC weten dat ze volgens hun advocaat sterk staan omdat zij een veel langere historie hebben met het merk Oerol. Maar hoe zit dit eigenlijk?

Benelux inschrijving woordmerk Oerol

Het Oerol festival heeft in 2005 het woordmerk Oerol ingeschreven in het Benelux merkenregister. Als je een merk inschrijft, doe je dit voor een bepaalde klasse. Het merk Oerol is onder andere ingeschreven in de klassen cd’s en dvd’s, drukwerken (posters etc.), tassen & kledingstukken en het organiseren van culturele, straat- en muziekactiviteiten, waaronder festivals.

De brouwer heeft het woordmerk Oerol in 2019 ook ingeschreven in het Benelux merkenregister. Dit is gebeurd in totaal andere klassen, namelijk bier (diverse soorten) en bierglazen, bekers, drukglazen enz.

Mooi, al die inschrijvingen. Maar wat is dat nu precies, een merk, en wat heb je eraan?

Wat is een merk en hoe krijg je een merkrecht?

In juridische taal is een merk een herkomstteken. De bedoeling van een merk is om de herkomst van waren of diensten te onderscheiden. Bijna alles kan een merk zijn: woorden, plaatjes en zelfs bepaalde vormen. Voorwaarde is dat het merk voldoende onderscheidend is, in die zin dat consumenten het goed uit elkaar kunnen houden. Daarnaast mag een merk niet in strijd zijn met de openbare orde of goede zeden of misleidend zijn. Tot slot mag een merk niet beschrijvend zijn. Voorbeelden van deze laatste zijn ‘Biomild’ voor yoghurt of ‘Telefoongids’ als merknaam voor een naamlijst met aangeslotenen op een telefoonnet met vermelding van hun nummers.

Als je een merk hebt, kun je dit inschrijven. Je krijgt dan het merkrecht. Het is dus niet zo dat je een merkrecht krijgt door bijvoorbeeld iets te ontwerpen, zoals bij auteursrecht. Inschrijving is echt nodig, anders heb je geen poot om op te staan. Voorafgaand aan de inschrijving toetst het merkenbureau of aan de voorwaarden is voldaan.

Iemand met een merkrecht kan iemand anders verbieden zijn merk te gebruiken. Dat komt doordat degene met een merkrecht het alleenrecht op het merk heeft.

Nu heeft het Oerol festival het merk Oerol keurig ingeschreven, maar in een andere klasse dan het Oerol-bier. Betekent dit nu dat de inschrijving geen zin heeft gehad?

Omvang van het merkrecht: artikel 2.20 BVIE (Benelux Verdrag inzake de Intellectuele Eigendom)

Daarvoor moeten we kijken in het BVIE: het Benelux Verdrag inzake de Intellectuele Eigendom. In artikel 2.20 lid 1 van dit verdrag is bepaald wanneer je iemand kunt verbieden gebruik te maken van een merk.

In sub c staat dat je het gebruik van een merk kunt verbieden als aan een aantal voorwaarden is voldaan. Deze voorwaarden, toegepast op deze zaak, zijn de volgende:
1. het merk van het bier is hetzelfde als het merk van het festival of stemt hiermee overeen
2. het merk van het bier wordt gebruikt voor waren of diensten die anders zijn dan de waren of diensten waarvoor festivalmerk is ingeschreven
3. het festivalmerk moet bekend zijn binnen het Beneluxgebied
4. het gebruik van het festivalmerk heeft geen geldige reden
5. door gebruik van het biermerk wordt ongerechtvaardigd voordeel getrokken uit of afbreuk gedaan aan het onderscheidend vermogen of de reputatie van het festivalmerk

Ingewikkeld? Valt mee, we gaan het stap-voor-stap uitleggen.

Voorwaarde 1: merken stemmen overeen

Check, de merken zijn hetzelfde. Ze gebruiken immers allebei het woord Oerol.

Voorwaarde 2: biermerk wordt gebruikt voor waren of diensten die anders zijn dan de waren of diensten waarvoor het merk van het festival is ingeschreven

Check, bier en festivals gaan vaak samen maar zijn wel verschillende waren/diensten.

Voorwaarde 3: het festivalmerk moet bekend zijn binnen het Beneluxgebied

Dit is volgens ons een eitje: het Oerol festival is ontzettend bekend en bestaat al vanaf 1981. Ook aan deze voorwaarde is dus voldaan.

Voorwaarde 4: het gebruik van het festivalmerk heeft geen geldige reden

Een parodie of in het kader van vrijheid van meningsuiting kan als geldige reden worden aangemerkt. Ons is niets bekend van een geldige reden om het merk van het festival te gebruiken, dus we vinken deze voorwaarde ook maar even af. Temeer nu er bij het gebruik een commercieel belang is.

Voorwaarde 5: door gebruik van het biermerk wordt ongerechtvaardigd voordeel getrokken uit of afbreuk gedaan aan het onderscheidend vermogen of de reputatie van het festivalmerk

De grootste hobbel voor het Oerol festival zit in de laatste voorwaarde.

Mocht het tot een rechtszaak komen, dan zal het festival moeten bewijzen dat het biermerk ongerechtvaardigd voordeel krijgt uit het onderscheidend vermogen of de reputatie van het festival. Dit is het geval als het biermerk aanhaakt bij of parasiteert/meelift op de goodwill van het festival. Alleen voordeel hebben van een merk is niet genoeg, het moet gaan om ongerechtvaardigd voordeel. Hiervan is bijvoorbeeld sprake als een etiket een duidelijk associatief verband oproept met het bekende merk. In dit geval staat er op de bierblikjes een illustratie van de kenmerkende snor van Oerol-oprichter Joop Mulder alsook het logo van Oerol. Een duidelijke associatie met het festival, waardoor ook nog eens de indruk wordt gewekt dat er een commerciële band bestaat met het festival.

Afbreuk aan onderscheidend vermogen of reputatie merk
Mocht het onverhoopt niet lukken om te bewijzen dat het biermerk ongerechtvaardigd voordeel krijgt, dan kan nog worden geprobeerd te bewijzen dat het biermerk afbreuk doet aan het onderscheidend vermogen OF afbreuk doet aan de reputatie van het festival. Voor beide gevallen valt iets te zeggen. Misschien denkt men straks alleen nog maar aan bier bij het horen van de naam Oerol. Zeker niet ondenkbaar als het een erg lekker biertje is 😉 Ook de kans op afbreuk van de opgebouwde reputatie van het festival Oerol lijkt ons kans van slagen te hebben. Het is immers niet de bedoeling dat het culturele Oerol festival straks het imago krijgt van een zuipfestijn a la de bouwvak op Camping Appelhof.

Conclusie

Met de informatie die wij nu hebben, zou het best eens kunnen kloppen dat het Oerol festival sterk staat. Het heeft er alle schijn van dat het Oerol-bier probeert mee te liften op het succes van het Oerol festival. Het festival kan hier een stokje voor steken door te eisen dat het bier onder deze naam van de markt wordt gehaald, zodat het straks niet oerol maar juist nergens meer te koop is.

Hulp bij ingevorderd rijbewijs

Het is erg vervelend als uw rijbewijs is ingevorderd. U mag dan immers niet meer rijden. Van der Sluis, van der Zee & Kalmijn Advocaten kan u helpen bij het terugkrijgen van uw rijbewijs. Voor een vast bedrag pakken onze deskundige advocaten de zaak voor u op. U weet dus direct waar u qua kosten aan toe bent. En dat is wel zo prettig. Lees er hier meer over.

U kunt snel contact met ons opnemen door te bellen naar 058-2121464 of te mailen naar info@vandersluisvanderzeekalmijn.nl Wij zijn ook via Whatsapp bereikbaar op 06-24497344.

Procedure invordering rijbewijs

Als de politie uw rijbewijs heeft ingevorderd dan wordt dit binnen drie dagen naar het Openbaar Ministerie opgestuurd. De Officier van Justitie moet binnen tien dagen na invordering een beslissing nemen: u krijgt uw rijbewijs terug of niet.

Als u uw rijbewijs terugkrijgt, is het probleem voorlopig opgelost. Maar als u uw rijbewijs elke dag nodig hebt, bijvoorbeeld voor uw werk, kan het erg lastig zijn als u tien dagen niet mag rijden.

Als u uw rijbewijs niet terug krijgt van de Officier van Justitie wordt het een ander verhaal. U moet dan wachten tot de inhoudelijke zitting. Pas dan wordt er een beslissing genomen. Dat kan maanden duren en al die tijd mag u niet rijden.

Klaagschrift indienen voor teruggave rijbewijs

Van der Sluis, van der Zee & Kalmijn Advocaten kan voor u een klaagschrift indienen bij de Rechtbank. In dit klaagschrift vragen wij de Rechtbank om uw rijbewijs terug te geven tot de inhoudelijk zitting.

Van tevoren overleggen wij uitgebreid met u over uw persoonlijke omstandigheden. Wij kunnen u dan een realistische inschatting geven van de kans van slagen. Uit ervaring weten wij dat het indienen van een klaagschrift bijna altijd loont!

Onze klaagschriften worden gemaakt door ervaren en deskundige advocaten. Zo is de kans het grootst dat u uw rijbewijs snel terugkrijgt. Natuurlijk behandelen wij uw zaak met voorrang. Uw klaagschrift wordt zo snel mogelijk ingediend en wij houden contact met de Rechtbank. Op die manier hoeft u uw bewijs geen dag te langer te missen dan nodig.

Ongeveer veertien dagen na het indienen van het klaagschrift is er een zitting op de Rechtbank. Onze deskundige advocaten gaan met u mee en pleiten voor het teruggeven van uw rijbewijs. Meestal beslist de Rechter ter plekke. U weet dus gelijk waar u staat. Verder lezen

Bijeenkomst ‘Help een scheur in mijn huis’ op 18 maart 2019

Mr. Femke Gietema-van der Heide en mr. Johanna Westerdijk zijn op maandag 18 maart 2019 aanwezig bij de bijeenkomst die Winamer belang organiseert onder de titel ‘Help een scheur in mijn huis’. Deze bijeenkomst zal gaan over de gevolgen van gaswinning en zoutwinning in Barradeel en omstreken.

Onze advocaten zullen uitleg geven over de wet- en regelgeving. Ook gaan ze in op de mogelijkheden om schade te verhalen. De bijeenkomst wordt gehouden in It Mienskar te Oosterbierum en begint om 14:00 uur.

 

Vijf (afscheids)vragen aan Pier van der Sluis

Per 1 januari 2019 nemen we afscheid van Pier van der Sluis, een van de oprichters van ons kantoor. Daarom: vijf vragen aan Pier van der Sluis (rechts op de foto).

 

Je bent 34 jaar en twee maanden advocaat geweest. Heb je altijd advocaat willen worden?

Bij ons thuis was ik de eerste die ging studeren. Ik ben geboren en getogen in Langweer. De middelbare school en het VWO heb ik Sneek gedaan. Na het VWO wilde ik graag verder leren. Ik koos toen voor de rechtenstudie omdat het een brede studie is, die veel mogelijkheden biedt. En natuurlijk vond ik het juridische wereldje erg interessant. Ik ben afgestudeerd in de bedrijfseconomische en civielrechtelijke richting en heb ook een kandidaats fiscaal recht behaald.

 

Hoe is je carrière begonnen?

Tijdens mijn studie heb ik een oud Forward-lid leren kennen. Hij vroeg of ik interesse had om advocaat-stagiaire te worden bij hem en zijn collega Van Smeden in Leeuwarden. Op 1 november 1984 ben ik beëdigd als advocaat. Na afloop van mijn stage in 1987 ben ik daar nog een paar jaar advocaat-medewerker geweest.

 

In 1991 ben ik samen met Cees van der Zee het kantoor Van der Sluis & Van der Zee Advocaten begonnen. We zaten toen op het Ruiterskwartier 113 in Leeuwarden. Cees heb ik leren kennen via het schoolplein. Onze kinderen zijn precies even oud. Ook in de advocatenkamer kwam ik Cees regelmatig tegen en zo bleek dat we op veel gebieden een klik hadden. We houden bijvoorbeeld allebei niet van vergaderen, maar van spijkers met koppen slaan. Toen ik voor mezelf wilde beginnen leek Cees me een geschikte kerel om samen een kantoor mee op te richten. Dat dit een goede keuze is geweest is wel duidelijk. We hebben het maar liefst 27 jaar met elkaar volgehouden en dat met veel plezier.

 

Wat voor soort zaken heb je gedaan?

In het begin had ik een echte allround praktijk: ik deed van alles, van echtscheidingen tot strafzaken. In de loop van de jaren ben ik meer zakelijk recht gaan doen, zoals arbeidsrecht en vastgoedrecht. Verder heb ik vanaf het begin faillissementen gedaan. Hier heb ik altijd veel voldoening uit gehaald. In de loop van de jaren heb ik een paar grote, bekende faillissementen afgewikkeld. Friendship Balk was er zo eentje, net zoals hotel-restaurant De Klinze en laatst nog De Wijnberg in Sneek.

 

Je bent nog maar 60. Waarom heb je besloten op dit moment te stoppen?

De bucketlist roept! Samen met mijn vrouw Carin wil ik bepaalde reizen gaan maken en genieten. Ik wil ruimte maken voor de jongere generatie om het stokje over te nemen. Marco Kalmijn en IdeJan Woltman zetten Van der Sluis, Van der Zee & Kalmijn Advocaten voort, samen met Cees van der Zee. Zelf blijf ik als adviseur verbonden aan kantoor. Ook mijn werk als voorzitter van het stichtingsbestuur van SC Cambuur blijf ik doen.

 

En dan natuurlijk de belangrijkste vraag: wat ga je met al die vrije tijd doen?

Mijn gezin en mijn twee kleinkinderen spelen een belangrijke rol in mijn leven. Ik vind het prachtig om tijd met die kleintjes door te brengen. Samen met Carin ga ik genieten van alles wat het leven te bieden heeft.

 

We hebben een huis in Spanje. Daar willen we meer tijd doorbrengen en de taal leren. Ik geniet erg van het mooie weer daar en de relaxte manier van leven. Ik heb nooit getuinierd en had ook geen tijd om zelf klusjes te doen. Maar in Spanje heb ik ontdekt dat ik het wel aardig vind om wat met plantjes bezig te zijn. Ook een klusje op zijn tijd is best leuk, zolang het mag en niet moet. Ook lezen heb ik herontdekt. Thrillers en historische boeken (De Levens van Jan Six, Rome en De Oerpolder) lees ik graag.

 

Wie weet krijg ik ook weer tijd voor hobby’s. Vroeger was ik veel met muziek bezig, ik speelde accordeon tot ik de leeftijd bereikte waarop dat niet cool meer was. De accordeon werd toen ingeruild voor een gitaar. Dus misschien haal ik mijn gitaar binnenkort wel van zolder.

Scheepswerf Barkmeijer in Stroobos failliet verklaard

Scheepswerf Barkmeijer in Stroobos failliet verklaard

 

Op dinsdag 30 oktober 2018 is Barkmeijer Stroobos B.V.  door de Rechtbank Noord-Nederland failliet verklaard. Marco Kalmijn van ons kantoor is benoemd tot curator. Samen met IdeJan Woltman en Tineke Wouda pakt hij dit omvangrijke faillissement op.

 

Afkoelingsperiode

Op verzoek van Marco Kalmijn heeft de Rechter-commissaris – die toezicht houdt in het faillissement –  een zogenaamde afkoelingsperiode gelast. Dit betekent dat alle rechten van de schuldeisers tijdelijk in de ijskast worden gezet. In dit faillissement gaat het om een periode van 30 dagen, dus tot en met vrijdag 30 november 2018. Tijdens deze periode mogen schuldeisers hun goederen niet ophalen. Het gaat dan om schuldeisers die bijvoorbeeld een beroep kunnen doen op eigendomsvoorbehoud of het recht van reclame.

 

Doel afkoelingsperiode

Tijdens de afkoelingsperiode inventariseert Marco Kalmijn als curator de boedel van Barkmeijer Stroobos en bekijkt hij of een doorstart mogelijk is. Met toestemming van de Rechter-commissaris zal eerst nog worden doorgewerkt.

 

Indienen vordering

Als u een vordering op Barkmeijer Stroobos B.V. hebt dan kunt u die bij ons indienen door dit formulier en de openstaande facturen te mailen naar mevrouw Tineke Wouda, faillissementsmedewerkster, op het mailadres barkmeijer@vandersluisvanderzeekalmijn.nl

Doorstart na faillissement

De curatoren van de failliete ziekenhuizen in Flevoland onderhandelen over een doorstart. Hoe zit het ook maar weer met een doorstart na faillissement? We frissen uw kennis op dit gebied van het faillissementsrecht even op.

 

Geïnteresseerden

Direct na het uitspreken van een faillissement staat de telefoon roodgloeiend bij een curator. Er melden zich allerlei partijen die interesse hebben: van opkopers tot bedrijven die de failliete zaak willen doorstarten. Met alle serieuze geïnteresseerden wordt contact gelegd en zij worden in de gelegenheid gesteld een bod te doen.

 

Verkoop activa

Bij een doorstart worden de aanwezige activa verkocht aan de doorstartende partij. Het gaat dan bijvoorbeeld om de inboedel, het klantenbestand, de orderportefeuille, de goodwill en domeinnamen. Als deze activa worden verkocht aan iemand die het bedrijf doorstart, levert dit vaak meer op en het is natuurlijk de taak van de curator om een zo hoog mogelijk opbrengst te genereren.

 

In elk faillissement wordt een Rechter-commissaris benoemd. Deze houdt toezicht op het werk van de curator. Voor een doorstart moet de Rechter-commissaris toestemming geven.

 

Going-concern

Ook moet de Rechter-commissaris toestemming geven om het bedrijf open te houden na het uitspreken van het faillissement. Het kan belangrijk zijn om een bedrijf door te laten draaien, omdat de opbrengst dan maximaal is. Een zaak die nog open is, is meer waard voor een doorstartende partij dan een zaak die dicht is.

 

Schuldeisers

Voor de meeste schuldeisers is een doorstart een bittere pil. Zij kunnen vaak fluiten naar hun geld omdat in de meeste faillissementen geen uitkering wordt gedaan. Dit is voor hen maar moeilijk te begrijpen, vooral als de zaak wordt voorgezet door dezelfde personen.

 

Personeel

Een faillissement is altijd erg ingrijpend voor het personeel. Het bedrijf waarvoor mensen zich met hart en ziel hebben ingezet stopt en hun toekomst wordt onzeker. In 99 van de 100 gevallen wordt het personeel door de curator ontslagen. Het UWV betaalt het loon tijdens de opzegtermijn door. Tijdens de opzegtermijn kan de curator het personeel laten doorwerken om zo het failliete bedrijf open te houden. Medewerkers die na afloop van de opzegtermijn nog geen nieuwe baan hebben, komen in aanmerking voor ww.

 

De doorstartende partij is niet verplicht het personeel over te nemen. Als het mogelijk is, zal een curator meestal wel proberen af te spreken dat zoveel mogelijk werknemers in dienst komen bij het doorstartende bedrijf. De curator moet namelijk ook rekening houden met de werkgelegenheid, een algemeen maatschappelijk belang. Maar uiteindelijk is toch doorslaggevend wie de hoogste prijs wil betalen voor het failliete bedrijf.

 

Conclusie

Een doorstart is een ingewikkeld proces, waarbij met zoveel mogelijk belangen rekening wordt gehouden. Voor schuldeisers en personeel is een doorstart niet altijd te begrijpen, maar een curator zal toch voor een doorstart kiezen als dat de hoogste opbrengst oplevert.

 

Bent u klaar voor de privacywet?

Vanaf 25 mei dit jaar gaat de nieuwe Europese Privacyverordening in. Daarin staat dat alle bedrijven en overheden precies moeten bijhouden welke gegevens ze verzamelen, waarom en hoe lang. De Autoriteit Persoonsgegevens mag hoge boetes opleggen als dat niet gebeurt.
Een groot percentage van Nederlandse bedrijven en overheden is nog niet klaar voor deze wet, zo blijkt uit de Nationale Privacy Benchmark. Zestig procent van de bedrijven en overheden weet zelfs niet waar gegevens van burgers of klanten opgeslagen zijn.

Neem contact met ons op voor het maken van een scan van uw bedrijf. Aan de hand van deze scan komen wij met een advies en een plan van aanpak.

Klik hier voor meer achtergrondinformatie.

Vordering tot betaling in bitcoin verifieerbaar in faillissement

Op 14 februari 2018 heeft de rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een verzoekschriftprocedure tot faillietverklaring van Koinz Trading B.V., welke procedure door advocaat Jelmer de Vries van ons kantoor is opgestart. De uitspraak van de rechtbank is baanbrekend en geeft antwoord op de vraag of de vordering tot uitbetaling van bitcoins een vordering is waarvoor het faillissement kan worden uitgesproken.

Koinz Trading is Nederlands eerste ‘bitcoin-fabriek’. Tegen betaling van een beheersvergoeding werden miningcomputers van derden ingezet voor het produceren van bitcoins. Aan het eind van de maand werd er in bitcoin of euro’s uitbetaald, althans dat was de bedoeling. De laatste maanden ontvingen meerdere klanten van ons kantoor geen uitbetaling meer in bitcoin. Omdat herhaaldelijk toezeggingen tot uitbetaling niet werden nagekomen en er geruchten gingen dat de computers, die niet in eigendom  waren van Koinz Trading, door haar werden verkocht, is besloten het faillissement aan te vragen.

Het faillissement is een algeheel beslag op het vermogen van de onderneming. Daarmee wordt in ieder geval voorkomen dat de onderneming verder wordt leeggehaald. Daarnaast heeft een curator de mogelijkheid om de locatie van de computers te achterhalen en kan zij nagaan wat er met het ingelegde geld is gebeurd en of er sprake is van frauduleus handelen.

Of de rechter het faillissement zou uitspreken was nog wel even spannend. De rechter diende te oordelen over de vraag of de vordering tot uitbetaling van bitcoins is aan te merken als een vordering in de zin van de Faillissementswet. Daarover heeft in Nederland niet eerder een rechter uitspraak gedaan. Volgens de rechtbank Amsterdam is dit het geval. De Rechtbank geeft in haar vonnis aan:

“Een bitcoin bestaat, zo begrijpt de rechtbank, uit een unieke, digitaal versleutelde reeks van cijfers en letters opgeslagen op de harde schijf van de computer van de rechthebbende. Bitcoins worden ‘geleverd’ door het verzenden van bitcoins van de ene wallet naar de andere wallet. Bitcoins zijn op zichzelf staande waarde-bestanden, die bij een betaling rechtstreeks door de betaler aan de begunstigde worden geleverd. Hieruit volgt dat een bitcoin een waarde vertegenwoordigt en overdraagbaar is. Naar het oordeel van de rechtbank vertoont het hiermee kenmerken van een vermogensrecht. Een vordering tot betaling in bitcoin is dus te beschouwen als een vordering die voor verificatie in aanmerking komt.

Onbetwist staat vast dat tussen verzoeker en gerekestreerde een verbintenis bestaat die strekt tot betaling in bitcoin, welke verbintenis ook in bitcoin moet worden voldaan. De rechtbank kwalificeert deze rechtsverhouding als een civielrechtelijke verplichting tot betaling. Aan deze verplichting is tot op heden door gerekestreerde niet voldaan. Van een vorderingsrecht is dus summierlijk gebleken.

(…)

Ter terechtzitting heeft verzoeker het bestaan van meerdere (steun)vorderingen aangetoond. Uit de door verzoeker overgelegde stukken is gebleken dat meerdere personen vorderingen op gerekestreerde hebben die zien op het uitbetalen van bitcoins (…)”

Uit het vonnis volgt allereerst dat een vordering tot betaling in bitcoin moet worden aangemerkt als een verplichting tot betaling. Bij het uitblijven van betaling kan dit tot het faillissement leiden. Voorwaarde bij het uitspreken van een faillissement is nog wel dat er meerdere schuldeisers zijn. Een vordering tot betaling in bitcoin kan ook dienen als steunvordering bij het aanvragen van het faillissement, aldus de Rechtbank.  In dit geval leidde dat tot het faillissement van Koinz Trading B.V.

Een kopie van het volledige vonnis treft u hier aan.

Advocaat Marco Kalmijn te zien in RTL Late Night

Gisteren waren advocaat Marco Kalmijn en zijn cliënt Sijbrand Nijhoff te gast bij RTL Late Night om te vertellen over de geheime overeenkomsten die in 1963 zijn gesloten tussen de Nederlandse overheid, NAM, Shell en Exxon. Nijhoff verhaalde aangrijpend over de gevolgen die de aardbevingen voor hem hebben. Hier kun je de hele uitzending terugkijken.