Blog Archives

Blog Sub Title

All posts by zee_admin

Bent u klaar voor de privacywet?

Vanaf 25 mei dit jaar gaat de nieuwe Europese Privacyverordening in. Daarin staat dat alle bedrijven en overheden precies moeten bijhouden welke gegevens ze verzamelen, waarom en hoe lang. De Autoriteit Persoonsgegevens mag hoge boetes opleggen als dat niet gebeurt.
Een groot percentage van Nederlandse bedrijven en overheden is nog niet klaar voor deze wet, zo blijkt uit de Nationale Privacy Benchmark. Zestig procent van de bedrijven en overheden weet zelfs niet waar gegevens van burgers of klanten opgeslagen zijn.

Neem contact met ons op voor het maken van een scan van uw bedrijf. Aan de hand van deze scan komen wij met een advies en een plan van aanpak.

Klik hier voor meer achtergrondinformatie.

Winst in kort gedingprocedure tegen Nederlandse “bitcoinfabriek”

Advocaat Marco Kalmijn van ons kantoor heeft een kort gedingprocedure gevoerd en gewonnen tegen Koinz Trading uit Lelystad, een bedrijf dat bitcoins ‘mijnt’ (maakt). Koinz Trading betaalt haar investeerders niet uit en geeft de gekochte mining-computers niet terug. Daarom is nu aangifte gedaan tegen dit bedrijf door een aantal gedupeerden.

In dit artikel van de NOS kun je het interview terugluisteren dat Marco Kalmijn heeft gedaan met Radio1 bit.ly/2mlOGAm Inmiddels heeft zich al een groot aantal gedupeerden bij ons gemeld. Als jij ook geld hebt gestoken in Koinz Trading dan kun je contact met ons opnemen op telefoonnummer 058 212 14 64. Wij houden je dan op de hoogte van het verdere verloop.

Klik hier voor het NOS persbericht en om het radio interview met Marco Kalmijn terug te luisteren.

Bij huwelijken na 1 januari 2018 geen automatische gemeenschap van goederen meer

Ga jij dit jaar trouwen of ben je dit jaar al getrouwd, dan moet je rekening houden met het volgende. Als je trouwt zonder huwelijkse voorwaarden te maken, dan ben je niet meer automatisch in gemeenschap van goederen gehuwd. Alles wat jij en je partner aan bezittingen en/of schulden hebben vóór het huwelijk, hoeft niet verdeeld te worden. Heb je bijvoorbeeld een studieschuld, dan blijft die van jezelf.

Dit is een groot verschil met de situatie vóór 1 januari 2018, toen een studieschuld van een van de partners nog automatisch gemeenschappelijk werd. Vanaf 1 januari 2018 geldt slechts een gemeenschap van goederen voor de duur van het huwelijk. Alles wat jullie tijdens het huwelijk samen kopen of schulden die worden aangegaan, moeten worden verdeeld. Het is daarom van belang om bij het huwelijk goed vast te leggen welke bezittingen en/of schulden jullie hadden voor jullie gingen trouwen.

Ben je voor 1 januari 2018 getrouwd, dan is er nog automatisch sprake van gemeenschap van goederen. Dit betekent bijvoorbeeld dat de woning moet worden verkocht, dan wel dat de één de ander moet uitkopen. De overige boedel (inboedel, auto’s, bankrekeningen etc.) moet bij helfte worden. Dit geldt ook voor de schulden. Een compleet andere situatie dus.

Beperkte gemeenschap van goederen op korte termijn een feit

Het wetsvoorstel beperking gemeenschap van goederen was op 19 april 2016 al met grote meerderheid aangenomen door de Tweede Kamer. Inmiddels is de kogel door de kerk want op 28 maart 2017 is het wetsvoorstel eveneens aangenomen door de Eerste Kamer. De beoogde inwerkingtreding van deze nieuwe regelgeving is 1 januari 2018. Deze wetswijziging zal het huwelijksvermogensrecht ingrijpend veranderen.

Op dit moment trouwt een ieder, die geen huwelijkse voorwaarden heeft laten opmaken, in algehele gemeenschap van goederen. Dit betekent concreet dat alle goederen, dus ook schulden en vermogen, die partijen bij het aangaan van het huwelijk hadden alsmede de goederen die na het aangaan van het huwelijk worden verkregen in de gemeenschap vallen. Enkel de goederen waarvan bij testament of gift is bepaald dat deze niet in de gemeenschap van goederen vallen, de pensioenrechten waarop de Wet Verevening Pensioenrechten bij scheiding van toepassing is en aan één van de echtgenoten verknochte goederen of schulden vallen buiten de huidige gemeenschap van goederen.

Met de inwerkingtreding van de nieuwe wet wordt de beperkte gemeenschap van goederen de nieuwe standaard van het huwelijksvermogensrecht. Deze standaard houdt onder andere in dat al hetgeen de echtgenoten voor het aangaan van het huwelijk privé hadden (zowel schulden als vermogen), alsmede erfrechtelijke verkrijgingen en giften, buiten de gemeenschap van goederen vallen. De goederen en schulden die voor het huwelijk al gemeenschappelijk waren vallen wel in de gemeenschap. Ook de goederen en schulden die tijdens het huwelijk worden verkregen/gecreëerd vallen in de gemeenschap, ongeacht wie de schuld is aangegaan of wie het goed heeft verkregen.

Het blijft dan ook net als onder het huidige stelsel van de huwelijkse voorwaarden in het nieuwe stelsel van de beperkte gemeenschap noodzakelijk om een goede administratie te voeren. In de nieuwe wetgeving staat namelijk opgenomen dat als er tussen echtgenoten een geschil bestaat over aan wie van hen beiden een goed toebehoort en geen van beiden zijn/haar recht op dit goed kan bewijzen, het goed dan als gemeenschapsgoed wordt aangemerkt. Het is dus verstandig om voor het aangaan van het huwelijk schriftelijk vast te leggen wie welk vermogen en welke schulden heeft en vervolgens na het aangaan van het huwelijk een goede administratie bij te houden. Het gevaar is namelijk dat men denkt ‘het is en blijft mijn privévermogen, dus ik hoef mij geen zorgen te maken’. Zonder het voeren van een deugdelijke administratie loopt men dus het risico dat een goed waarvan men denkt dat dit privé is alsnog als gemeenschappelijk wordt aangemerkt.

Voor ondernemers brengt dit nieuwe stelsel niet per definitie een voordeel met zich mee. Daar maatwerk, vooral bij ondernemers, van belang is blijft ons advies om ook onder de nieuwe regelgeving huwelijkse voorwaarden te laten opstellen.

Tot slot, om paniek (of wellicht onterechte blijdschap) onder de reeds gehuwden te voorkomen, indien u voor de inwerkingtreding van de nieuwe wet reeds gehuwd bent in gemeenschap van goederen, verandert er voor u niets. Het voorhuwelijkse vermogen en de voorhuwelijkse schulden zijn al in de gemeenschap van goederen gevallen en dat blijft zo.

Heeft u vragen over de op handen zijnde wijzigingen in het huwelijksvermogensrecht en de eventuele gevolgen voor u dan kunt u contact opnemen met ons kantoor.

Arbeidsovereenkomst of overeenkomst van opdracht?

Sinds 1 mei 2016 is de wet ‘Deregulering Beoordeling Arbeidsrelatie’ ingevoerd. Deze wet is van invloed op Zelfstandigen Zonder Personeel (ZZP’ers) en hun opdrachtgevers. De hoofddoelstelling van deze wet is het terugdringen van ‘schijnzelfstandigheid’. Hiervan is sprake als een ZZP’er eigenlijk beschouwd moet worden als een werknemer in loondienst, en er dus sprake is van een arbeidsovereenkomst, hetgeen grote (fiscale) gevolgen kan hebben voor de portemonnee van zowel de ZZP’er als de opdrachtgever. Indien er geen sprake is van een arbeidsovereenkomst, dan is er sprake van een overeenkomst van opdracht.

Waar zit het verschil tussen een arbeidsovereenkomst en een overeenkomst van opdracht? De wet schrijft voor dat voor het bestaan van een arbeidsovereenkomst er sprake moet zijn van ‘Arbeid’, ‘Gezag’ en ‘Loon’. De ZZP’er moet daadwerkelijk zelfstandig zijn en niet afhankelijk zijn van de opdrachtgever. Zo moet de ZZP’er bijvoorbeeld eigen bedrijfskleding, gereedschap en vervoer hebben en mogen ze niet als werknemer behandeld worden. Een kerstpakket voor de ZZP’er zit er dus niet in. Uit jurisprudentie blijkt dat niet één kenmerk beslissend is, maar dat alle omstandigheden eraan bijdragen om te beslissen of er sprake is van een arbeidsovereenkomst of overeenkomst van opdracht. In de praktijk zijn er veel ‘grensgevallen’ en is er veel onduidelijkheid hieromtrent.

De Rechtbank Noord-Holland heeft zich recentelijk uitgelaten over deze vraag. In deze rechtszaak was het de vraag of een pakketbezorger, die pakketten bezorgde voor TNTpost, moest worden aangemerkt als werknemer of als opdrachtnemer. De Rechtbank behandelde kort gezegd de volgende aspecten:

  • wat heeft partijen bij het aangaan van de overeenkomst voor ogen gestaan?
  • op welke wijze geschiedde de beloning?
  • was er een ondernemingsrisico/investeringsrisico?
  • wat was de mate van zelfstandigheid; in hoeverre had TNTpost een instructiebevoegdheid?

Tussen de partijen was een pré-contract afgesloten waarin was bepaald dat de intentie niet was dat de pakketbezorger in dienst van TNTpost zou komen. Vervolgens is er een vervoersovereenkomst gesloten, op basis waarvan de pakketbezorger per ‘stop’ betaald kreeg. De pakketbezorger heeft enkele maanden in een gehuurde bus gereden, waarna hij een leasecontract voor een eigen bus heeft afgesloten. Hij droeg daarbij de – verplicht voorgeschreven – bedrijfskleding van TNTpost en gebruikte de pakketscanner van TNTpost Ook gaf TNTpost instructies over hóe hij zijn werk moest uitvoeren. De pakketbezorger reed voornamelijk zelf zijn ritten, maar had voor 22% van de tijd ook een vaste vervanger. Deze vervanger was ook een ZZP’er met een eigen bus.

De Kantonrechter heeft geoordeeld dat, alle omstandigheden in aanmerking genomen, de pakketbezorger bewust en op eigen initiatief heeft gekozen voor het zelfstandig ondernemerschap. Doorslaggevend is daarbij geweest dat de pakketbezorger al eerder was gevestigd als zelfstandig ondernemer, hij het leasecontract voor zijn bus pas had afgesloten ná de totstandkoming van de vervoersovereenkomst en dat hij zichzelf structureel liet vervangen bij zijn werkzaamheden, waarbij hij zijn vervangers een lager bedrag betaalde dan hij zelf ontving.

Op basis van de omstandigheden had de Kantonrechter ook zomaar kunnen oordelen dat er wél sprake was van een arbeidsovereenkomst. Het is dan ook maar de vraag of de uitspraak in een eventueel hoger beroep stand houdt. Wat daar verder van zij; het blijft koffiedik kijken en het kan dus alle kanten op. Deze onzekerheid maakt dat zowel ZZP’ers als opdrachtgevers hun ‘arbeidsrelatie’ dienen te beoordelen en afdoende dienen vast te leggen, zodat beide partijen niet voor onverwachte (fiscale) claims komen te staan.

Wilt u uw arbeidsrelatie beoordeeld hebben, of wilt u een inventarisatie van de risico’s die u met betrekking tot dit onderwerp loopt? Ons kantoor geeft u graag advies.

Erfgenamen, let op!!

Als een dierbare komt te overlijden, is de erfenis niet per se direct het eerste waar iemand aan denkt. Het is echter wel van belang om hier zo spoedig mogelijk actie in te ondernemen, nu het in de praktijk (helaas veel te) vaak voorkomt dat een ander met weinig goeds in de zin een dergelijke afwikkeling oppakt. We blijven het dan ook adviseren: aanvaard beneficiair! De erfgenamen dienen daarna gezamenlijk op te treden en de afwikkeling is aan regels gebonden.

Enkele praktijkvoorbeelden waar het niet volgens de regels is gegaan:

Ton aan erfenis verduisterd door executeur

Een aantal jaar geleden is een man als executeur van de erfenis van een overleden familielid opgetreden. Hij was zelf ook erfgenaam van dit familielid. Het is vervolgens aan de executeur (die aan het roer kan staan bij een zuivere aanvaarding van de nalatenschap) om te zorgen voor een goede verdeling. De man hield echter totaal geen rekening met de belangen van de andere erfgenamen; hij heeft onder andere meermalen bedragen overgeboekt naar zijn eigen rekening, waarmee hij dan zijn eigen schulden betaalde. Het ging in totaal om een bedrag van € 118.250,00. De mede-erfgenaam wist van niets en moest van de fiscus vernemen dat er geld te verdelen was. Hij deed aangifte en begon een zaak.

Gehele erfenis gecremeerd

Een andere bijzondere zaak waarin dit jaar uitspraak is gedaan, is de kwestie waarbij een vrouw de volledige erfenis van haar vader had mee gecremeerd. Een bedrag van ruim € 72.000,00 werd bij vader in de kist gestopt en ging in vlammen op. De vrouw was van mening dat dit geld alleen aan haar vader toekwam en dat niemand anders recht had op dit bedrag. Het geld werd verbrand, waar de broer van de vrouw achteraf achter kwam. Hij besloot hier werk van te maken en deed aangifte. De vrouw is veroordeeld wegens verduistering en heeft een taakstraf opgelegd gekregen. Uiteraard moest zij tevens haar broer de helft van de erfenis terug betalen.

Conclusie

Laat u bijstaan door kundige personen, voor het te laat is. Bovengenoemde praktijkvoorbeelden zijn uiteraard erg extreem, maar het komt vaker voor dan u denkt. Het is dan ook zaak om een jurist/advocaat/notaris te betrekken die over uw schouder meekijkt bij de afwikkeling. Is er toch reeds kwaad geschied of vermoedt u dat een en ander niet in de haak is, trek dan tijdig aan de bel. U bent altijd welkom voor een adviserend gesprek over de afwikkeling van een erfenis. Wij kunnen u dan wijzen op de risico’s en de valkuilen. Mocht er al geld zijn verdwenen of vreest u daarvoor, dan kunnen wij direct actie ondernemen!

Een ongewenste publicatie van je portret? Dit zijn je rechten!

Eerder schreef ik al over het feit dat iemand met een beroep op zijn portretrecht kan voorkomen dat een foto, waarop de desbetreffende persoon herkenbaar in beeld is, gepubliceerd wordt. Maar wat is nu precies het portretrecht? En wanneer kun je je met succes tegen publicatie van je portret verzetten?

Portretrecht

Het portretrecht betreft de rechten die een geportretteerde heeft met betrekking tot de publicatie van het portret dat van hem is gemaakt. Hierbij kun je onderscheid maken tussen de situatie dat van iemand ongevraagd een portret wordt gemaakt en de situatie waarbij iemand opdracht geeft tot het maken van zijn portret. Van deze laatste situatie is sprake als iemand zich bijvoorbeeld laat fotograferen door een fotograaf. Van de eerste situatie is bijvoorbeeld sprake als iemand een foto maakt waar je ‘toevallig’ op staat en deze vervolgens op social media plaatst.

Het auteursrecht geeft de regels van het portretrecht. Het portretrecht geldt tot 10 jaar na overlijden. Zoals ik de vorige keer al aangaf, zijn het portretrecht en het auteursrecht nauw met elkaar verbonden.

Wat is eigenlijk precies een portret?

Daar waar het vroeger bij een portret nog moest gaan om de situatie dat het gelaat van een persoon op de afbeelding stond, is het begrip ‘portret’ sindsdien aanzienlijk opgerekt. Er is al sprake van een portret bij een afbeelding als de persoon kan worden herkend. Ongeacht of het gelaat van de geportretteerde kan worden herkend. Een karakteristieke lichaamshouding of de omgeving waar het portret is gemaakt kan dus bepalend zijn.

Het maakt overigens, voor de toepasselijkheid van het portretrecht, niet uit of er nu sprake is van een foto, schilderij, tekening, 3D-model of anderszins. Relevant is de vraag of de geportretteerde is te herkennen. Zo is ook een karikatuur als een portret aan te merken.

Niet in opdracht gemaakte portretten

Indien een opdracht ontbreekt dan mag de geportretteerde op grond van het portretrecht de publicatie (openbaarmaking) van zijn portret tegengaan als hij tegen deze openbaarmaking een redelijk belang heeft. Vaak spelen hierbij privacy- of commerciële argumenten een belangrijke rol.

Zo kan bijvoorbeeld een BN’er zich verzetten tegen openbaarmaking als zijn portret geld waard is en hij deze zelf commercieel wil exploiteren. Men spreekt in dat geval van een verzilverbare populariteit. Denk hierbij aan reclamedoeleinden. In beginsel is er een redelijk belang als een portret voor een commercieel doel gebruikt wordt.

Bij privacy gaat het om de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer. De Hoge Raad heeft bepaald dat iemand in beginsel een redelijk belang heeft tegen publicatie als hij daardoor in zijn privé-sfeer wordt geraakt. Als de foto op straat is gemaakt is dat minder een inbreuk dan een foto thuis. Ook zijn intieme foto’s al snel een inbreuk. Verder speelt de context van de foto een rol. Als een portret in een smadelijke of lasterlijke context gebruikt wordt, maakt deze sneller inbreuk op het privacy-belang van de geportretteerde. Men dient dus in de meeste gevallen een afweging te maken tussen enerzijds het privacybelang van de geportretteerde en anderzijds de vrijheid van meningsuiting. De omstandigheden van het geval bepalen of in het desbetreffende geval de privacy van de geportretteerde of de vrijheid van meningsuiting van de maker (of een willekeurige derde) zwaarder moet wegen.

In opdracht gemaakt portret

Als het portret in opdracht is gemaakt dan gelden er andere regels. Naast het feit dat de geportretteerde het portretrecht heeft op de afbeelding heeft de maker van het portret, bijvoorbeeld de fotograaf, het auteursrecht daarop. Voor openbaarmaking van een portretfoto die in opdracht is gemaakt is dan ook toestemming nodig van zowel de fotograaf als de geportretteerde.

 

De maker mag zijn portret niet openbaar maken zonder toestemming van de geportretteerde. Een fotograaf die een portretfoto heeft gemaakt mag deze dus niet zonder toestemming op het internet plaatsen. Is er sprake van een foto waarop meerdere mensen zichtbaar zijn dan is voor publicatie toestemming nodig van alle geportretteerden.

 

De geportretteerde heeft daarnaast nog meer rechten op grond van de Auteurswet. Zo mag hij zonder toestemming van de maker zijn eigen portret verveelvoudigen. Ook hier geldt overigens weer dat als er meerdere personen op de foto staan, ieder van hen toestemming nodig heeft van de andere geportretteerde voor verdere verveelvoudiging.

 

“Better safe than sorry”

Doordat iedereen tegenwoordig met zijn mobiel foto’s maakt en deze foto’s in één oogwenk op internet plaatst, is de kans groot dat je eens ongevraagd op het internet opduikt. Zoals we gezien hebben is het dan niet zonder meer zo dat je daaraan niets kunt doen. Voor de maker, meestal een fotograaf, geldt dat hij ook bij portretten die niet in opdracht zijn gemaakt beter altijd toestemming kan vragen alvorens hij het portret publiceert.

 

Let overigens extra op bij het publiceren van foto’s via social media. Hoewel bij publicatie het auteursrecht bij de maker blijft, is het in veel gevallen zo dat je aan het gebruikte platform (bijvoorbeeld Facebook of Instagram) een licentie geeft voor het gebruik van de foto. Schrik dan ook niet als de foto ineens opduikt in een advertentie. Ook dan kunnen er derden zijn die een portretrecht hebben. Het is dan extra vervelend (en kostbaar) als de personen die ongevraagd zichtbaar zijn op de foto zich met succes verzetten tegen de publicatie. De schade zal in dat geval vele malen groter zijn.

Wil je je zelf verzetten tegen een ongevraagde publicatie van je portret? Of ben je fotograaf en wil je graag meer informatie over dit onderwerp? Neem dan contact op met advocaat mr. Jelmer de Vries. Hij kan u bijvoorbeeld helpen bij het opstellen van een overeenkomst waarin de maker en geportretteerde voorafgaand duidelijke afspraken maken over het verdere gebruik van het portret. Ook hiervoor geldt: better safe than sorry!

Foto’s gebruiken van het internet? LET OP!

Iedereen doet het wel eens. Een foto van internet kopiëren en deze zelf gebruiken. Maar mag dat zomaar? In dit artikel de belangrijkste regels over het gebruik van foto’s.

Intellectueel eigendomsrecht

Intellectueel eigendomsrecht is een verzamelnaam voor rechten op intellectuele creaties zoals foto’s, teksten en muziek, maar ook voor merken, vormgeving, uitvindingen, software en al dan niet meer. Het is mogelijk dat een creatie door meerdere intellectuele eigendomsrechten tegelijk wordt beschermd. De bekendste rechten, waarvan u waarschijnlijk wel eens gehoord heeft, zijn het merkenrecht, octrooirecht, handelsnaamrecht en het auteursrecht. Deze rechten zijn vastgelegd in nationale en internationale wetgeving.

Auteursrecht

Bij een foto heb je altijd te maken met het auteursrecht. Dit is het recht van de maker (de auteur of, zoals deze normaal gesproken wordt genoemd, de fotograaf) van een werk van literatuur, wetenschap of kunst. De maker heeft (in beginsel) het uitsluitend recht om te bepalen hoe, waar en wanneer zijn werk wordt openbaar gemaakt of verveelvoudigd. Met andere woorden: je hebt te maken met het eigendomsrecht van de fotograaf op de foto en een ander mag daarover niet vrij beschikken.

Het auteursrecht komt direct na het maken van de foto tot stand en geldt voor iedere foto die origineel/creatief is. Een productfoto met een witte achtergrond is bijvoorbeeld in veel gevallen niet origineel/creatief genoeg om daarop het auteursrecht te verkrijgen. Je hebt dus ook het auteursrecht op de vakantie- en familiekiekjes die je maakt. Of je deze nu maakt met je mobiele telefoon of met een professionele camera, dat maakt geen verschil.

Als de maker de foto vervolgens op het internet plaatst geeft hij daarmee (in beginsel) zijn rechten niet prijs. Het is dan nog steeds niet toegestaan deze te kopiëren. Daarvoor heeft u toestemming nodig.

Geen toestemming hebt u nodig indien u:

  • de maker bent van de foto;
  • de foto door een werknemer in uw opdracht is gemaakt;
  • de eigendomsrechten hebt overgenomen van de maker.

Inbreuk

Heeft u geen toestemming maar gebruikt u de foto wel, dan maakt u daarmee inbreuk op de auteursrechten van de maker. Een uitzondering hierop is een kopie voor eigen oefening, studie of gebruik. Voorbeelden hiervan zijn overschrijven, natekenen, naschilderen, fotokopiëren en uitprinten. U mag in dat geval één of enkele kopieën maken. Belangrijk hierbij is dat dit zonder commercieel oogmerk gebeurt. In het andere geval bent u schadeplichtig.

Schadeplichtig

Dát er schade is door de inbreuk is voor de rechter een gegeven. De vraag hoe hoog de schade is, is lastig te begroten. Om die reden wordt in vrijwel alle zaken de vergoeding als uitgangspunt genomen die verschuldigd zou zijn geweest indien de maker toestemming zou hebben gegeven voor de overname. Deze schadevergoedingen kunnen hoog oplopen, dus wees gewaarschuwd!

Foto’s zonder rechten

Op sommige foto’s rust geen auteursrecht. Deze zijn zogenaamd rechtenvrij. Deze foto’s zijn onder andere te vinden op stocksites, waar de foto’s gratis worden aangeboden.

Hier vindt u een groot overzicht van sites met daarop rechtenvrije foto’s. U kunt deze foto’s gebruiken zonder dat u zich zorgen hoeft te maken over mogelijke rechten van anderen. Onderzoek wel bij iedere foto of deze inderdaad rechtenvrij is.

Conclusie

Als u de volgende keer weer een foto van het internet haalt en deze gebruikt dan dient u zich er, indien u niet zelf de maker bent, aldus van te vergewissen dat de foto ofwel rechtenvrij is, of dat u toestemming heeft gekregen van de maker. Alleen in dat geval bent u er zeker van dat u met het gebruiken van de foto achteraf geen gedoe krijgt.

Maar…denk nog om het portretrecht!

De enige vraag die u zichzelf als maker voor publicatie nog moet stellen is of er op de foto herkenbare personen staan die een redelijk belang hebben dat zich tegen publicatie verzet. Is dat het geval, dan krijgt u te maken met het portretrecht van die personen. Indien zij een redelijk belang hebben dat zich tegen publicatie verzet, dan kan dat alsnog verhinderen dat u de foto mag gebruiken. Over deze rechten van de geportretteerde in een volgend artikel meer.