Op 14 februari 2018 heeft de rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een verzoekschriftprocedure tot faillietverklaring van Koinz Trading B.V., welke procedure door advocaat Jelmer de Vries van ons kantoor is opgestart. De uitspraak van de rechtbank is baanbrekend en geeft antwoord op de vraag of de vordering tot uitbetaling van bitcoins een vordering is waarvoor het faillissement kan worden uitgesproken.
Koinz Trading is Nederlands eerste ‘bitcoin-fabriek’. Tegen betaling van een beheersvergoeding werden miningcomputers van derden ingezet voor het produceren van bitcoins. Aan het eind van de maand werd er in bitcoin of euro’s uitbetaald, althans dat was de bedoeling. De laatste maanden ontvingen meerdere klanten van ons kantoor geen uitbetaling meer in bitcoin. Omdat herhaaldelijk toezeggingen tot uitbetaling niet werden nagekomen en er geruchten gingen dat de computers, die niet in eigendom waren van Koinz Trading, door haar werden verkocht, is besloten het faillissement aan te vragen.
Het faillissement is een algeheel beslag op het vermogen van de onderneming. Daarmee wordt in ieder geval voorkomen dat de onderneming verder wordt leeggehaald. Daarnaast heeft een curator de mogelijkheid om de locatie van de computers te achterhalen en kan zij nagaan wat er met het ingelegde geld is gebeurd en of er sprake is van frauduleus handelen.
Of de rechter het faillissement zou uitspreken was nog wel even spannend. De rechter diende te oordelen over de vraag of de vordering tot uitbetaling van bitcoins is aan te merken als een vordering in de zin van de Faillissementswet. Daarover heeft in Nederland niet eerder een rechter uitspraak gedaan. Volgens de rechtbank Amsterdam is dit het geval. De Rechtbank geeft in haar vonnis aan:
“Een bitcoin bestaat, zo begrijpt de rechtbank, uit een unieke, digitaal versleutelde reeks van cijfers en letters opgeslagen op de harde schijf van de computer van de rechthebbende. Bitcoins worden ‘geleverd’ door het verzenden van bitcoins van de ene wallet naar de andere wallet. Bitcoins zijn op zichzelf staande waarde-bestanden, die bij een betaling rechtstreeks door de betaler aan de begunstigde worden geleverd. Hieruit volgt dat een bitcoin een waarde vertegenwoordigt en overdraagbaar is. Naar het oordeel van de rechtbank vertoont het hiermee kenmerken van een vermogensrecht. Een vordering tot betaling in bitcoin is dus te beschouwen als een vordering die voor verificatie in aanmerking komt.
Onbetwist staat vast dat tussen verzoeker en gerekestreerde een verbintenis bestaat die strekt tot betaling in bitcoin, welke verbintenis ook in bitcoin moet worden voldaan. De rechtbank kwalificeert deze rechtsverhouding als een civielrechtelijke verplichting tot betaling. Aan deze verplichting is tot op heden door gerekestreerde niet voldaan. Van een vorderingsrecht is dus summierlijk gebleken.
(…)
Ter terechtzitting heeft verzoeker het bestaan van meerdere (steun)vorderingen aangetoond. Uit de door verzoeker overgelegde stukken is gebleken dat meerdere personen vorderingen op gerekestreerde hebben die zien op het uitbetalen van bitcoins (…)”
Uit het vonnis volgt allereerst dat een vordering tot betaling in bitcoin moet worden aangemerkt als een verplichting tot betaling. Bij het uitblijven van betaling kan dit tot het faillissement leiden. Voorwaarde bij het uitspreken van een faillissement is nog wel dat er meerdere schuldeisers zijn. Een vordering tot betaling in bitcoin kan ook dienen als steunvordering bij het aanvragen van het faillissement, aldus de Rechtbank. In dit geval leidde dat tot het faillissement van Koinz Trading B.V.
Een kopie van het volledige vonnis treft u hier aan.