Subsidiabele grond en betalingsrechten

Tijdens de gecombineerde opgave in mei kan een beroep worden gedaan op betalingsrechten. Deze worden vastgesteld naar aanleiding van het aantal opgegeven hectares. Er is regelmatig discussie of bepaalde (delen van) percelen wel meegerekend mogen worden als grond waarover betalingsrechten moeten worden uitbetaald.

Subsidiabele grond

Percelen die je mag aanwenden voor de betalingsrechten noemen we subsidiabele grond. Er zijn vereisten waaraan deze moeten voldoen. Zo moeten de percelen toebehoren tot (het bedrijf van) de boer. Dit is het geval als de boer de grond feitelijk in gebruik heeft en beschikt over een gebruikstitel. Deze titel moet de boer de bevoegdheid geven om de grond voor landbouw te gebruiken. Daarvoor is weer vereist dat de boer bij de uitoefening van zijn landbouwactiviteit op die percelen voldoende autonoom is.

Stel, u geeft tijdens de gecombineerde opgave perceel 33 op als subsidiabele grond waarover u betalingsrechten wenst te verkrijgen. Nu blijkt dat ook de buurman perceel 33 opgeeft en dus betalingsrechten wil. De betalingsrechten worden maar aan één persoon/bedrijf toegewezen.

Dit komt regelmatig voor. De regel is dat de boer betalingsrechten krijgt als hij bevoegd is om te besluiten welke landbouwactiviteiten op die hectares worden verricht en dat hij de voordelen geniet en de financiële risico’s draagt.

Uitspraak CBB

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven (CBB) deed eind 2019 in een dergelijk geval uitspraak. Een maatschap en een vof wilden de betalingsrechten. Beide dienden, om de betalingsrechten te krijgen, aan te tonen dat zij over het perceel beschikten, dit feitelijk in gebruik hadden en de bevoegdheid hadden om beslissingen te nemen. Zowel de maatschap als de vof waren geen eigenaar. De maatschap beschikte over een grondgebruikersverklaring. De vof stelde dat er sprake was van een mondelinge overeenkomst met de eigenaar over het laten grazen van Schotse Hooglanders, welke zij onderbouwde met mailwisselingen en whatsappgesprekken. Hieruit bleek volgens het CBB echter niet dat de vof het daadwerkelijke beheer had over het perceel en dat dit niet opwoog tegen de grondgebruikersverklaring van de maatschap. De betalingsrechten gingen naar de maatschap.

Let dus goed op welke percelen grond u bij de gecombineerde opgave opgeeft voor de toewijzing van betalingsrechten om teleurstellingen achteraf te voorkomen.

 

Deze column verscheen eerder (in iets andere bewoordingen) in de papieren uitgave van landbouwvakblad Veldpost. Meer informatie over Veldpost vindt u hier.