Met een raamovereenkomst valt niet te spotten

 Deze week schrijf ik eens een artikel over het aanbestedingsrecht. Dat is een dynamisch rechtsgebied waar veel gebeurt. Zo ook in deze uitspraak van 6 juni 2019 van de Rechtbank Noord-Holland. Daar speelde zich een kort geding af tussen een opdrachtgever en een aannemer.

Raamovereenkomst

Deze hadden namelijk een raamovereenkomst gesloten. Een raamovereenkomst is een overeenkomst waarbij een aanbestedende dienst tijdens een bepaalde periode (maar in beginsel maximaal vier jaar) specifiek bepaalde werken wil opdragen aan een aannemer. Het kan hierbij gaan om leveringen, diensten of het uitvoeren van werkzaamheden. Je kunt hierbij bijvoorbeeld denken aan al het groenwerk in een bepaalde stad. Je wilt niet voor elke wijk een partij zoeken die de bomen en struiken gaat snoeien en je wilt ook niet elk jaar een andere partij zoeken. Dan is het handig om één groenvoorziener te zoeken die voor de komende jaren het groenwerk oppakt. Er worden in de raamovereenkomst dan vervolgens alvast afspraken gemaakt over hoe partijen dit in de toekomst gaan uitvoeren, qua termijnen, kwaliteit en dergelijke. Er ontstaat niet direct een verplichting tot het opdragen van werken, maar er worden wel alvast voorwaarden vastgelegd voor het geval er werken komen.

Geen wassen neus

Zoals gezegd bestaat er niet direct een verplichting tot het opdragen van werken, dus feitelijk zou zo’n raamovereenkomst een wassen neus kunnen zijn. Dat is niet helemaal het geval, volgens de Rechtbank Noord-Holland. Daar stond ter discussie of het de opdrachtgever toegestaan was om werkzaamheden die onder de raamovereenkomst zouden vallen, te laten uitvoeren door een derde partij. Daar was de Voorzieningenrechter heel kort over.

De opdrachtgever heeft dan misschien contractsvrijheid en het staat haar vrij om opdrachten te gunnen en het is voor haar geen verplichting om opdrachten onder de raamovereenkomst te verstrekken. Maar, áls er sprake is van een opdracht die valt onder de reikwijdte van de raamovereenkomst en de opdrachtgever wil deze gunnen, dan is zij verplicht om de opdracht aan de aannemer (de raamcontractant) te gunnen!

Om even terug te grijpen op het voorbeeld van het groenwerk: als er groenwerk is buiten de stad, dan mag de opdrachtgever dit zelfstandig aan een partij gunnen. Maar gaat het over groenwerk binnen de stad en wil zij dit laten uitvoeren, dan heeft zij maar één partij waar zij dit aan kan opdragen en dat is de raamcontractant. Het is de opdrachtgever dan niet toegestaan om een andere partij in te schakelen. Ondanks dat een ander het wellicht goedkoper of beter kan, dat doet niet ter zake. De raamovereenkomst is duidelijk, daar hebben partijen het mee te doen.

Dus áls er een opdracht is die moet worden uitgevoerd, dan heeft de opdrachtgever géén keus qua aannemers die het kunnen uitvoeren. Zij is dan verplicht om de opdracht onder de raamovereenkomst uit te laten voeren door de betreffende aannemer. Dit vloeit voort uit de contractuele relatie tussen partijen.

Laat je niet piepelen

Nu klinkt dat simpel. Ja, er is een contract gesloten, dan heb je je daar toch ook aan te houden. Klopt! Maar, in de praktijk komt het vaak voor dat toch werkzaamheden die behoren tot de raamovereenkomst aan een derde partij worden uitbesteed en vaak wordt daar niets tegen gedaan. Het werk is toch al uitgevoerd, of de aannemer wil de relatie met de opdrachtgever niet verstoren. Daar valt natuurlijk wat voor te zeggen, maar het is toch prettig om te weten wat je rechtspositie is. En uit deze uitspraak blijkt maar weer duidelijk dat het uitzetten van deze werkzaamheden bij een derde niet is toegestaan. Daar kan simpelweg een verbod voor worden gevraagd bij de Voorzieningenrechter.

Laat je dan ook niet piepelen en zorg dat je weet wat je rechten zijn!