De medewerker in deze uitspraak besluit eigenhandig zijn vakantie met anderhalve week te verlengen. Het blijkt niet zo’n goed idee, want hij wordt op staande voet ontslagen.
De zaak
‘Hey Stefan*, wat is dit man?’ Bram* wijst naar de vakantieplanning. ‘Ik heb toch vrij gevraagd van 6 tot en met 30 augustus? Waarom staat hier dan tot en met 19 augustus?’. ‘Je verzoek is afgewezen Bram. Je hebt vakantie van 6 tot en met 19 augustus. Vanaf de 20ste moet je weer beschikbaar zijn.’
Bram is het er niet mee eens en laat dit merken ook, maar Stefan – de HR-adviseur – laat zich niet vermurwen: de 20ste moet Bram terug zijn van vakantie. Stefan vertrouwt de situatie voor geen meter en gaat op de 20ste samen met een collega bij Bram langs. Ze staan voor een dichte deur. Bram is niet thuis. Terug op het werk kruipt Stefan gelijk achter zijn laptop. Hij stuurt Bram een brief, waarin hij aangeeft dat Bram direct naar huis moet komen. Zo nee, dan wordt geen loon meer betaald.
De volgende dag mailt Bram terug: ‘Ik ben hier nog steeds. Ben op 16 augustus ziek geworden door eten. Mag 20 dagen niet reizen van de dokter.’ Stefan gelooft er niks van. Nog dezelfde dag stuurt hij een mail terug met het verzoek om een doktersverklaring. Die krijgt hij twee dagen later. Er zit ook een foto bij van een ticket naar Nederland voor 18 augustus, maar dat ziet er behoorlijk nep uit.
Stefan krijgt nog meer argwaan en besluit de vlucht te controleren. ‘Dit geloof je toch niet!’, roept Stefan uit tegen een collega van HR. ‘Het vluchtnummer klopt niet en is ook niet te vinden. Op deze tijd gaan er helemaal geen vluchten naar Nederland. En bovendien, 18 augustus is niet op een woensdag, zoals hier staat, maar op een zaterdag. Ik ga hem gelijk mailen om uitleg te vragen en dan zet ik erbij dat we anders begin volgende week voorbereidingen treffen om hem te ontslaan.’ Zo gezegd, zo gedaan.
Bram reageert niet. Hij wordt op staande voet ontslagen omdat de werkgever geen vertrouwen meer in hem heeft. Bram is het er niet mee eens, maar hij vist achter het net. De kantonrechter vindt het ontslag terecht en het gerechtshof in Den Bosch is het hiermee eens.
Oordeel rechters
Immers, Bram was niet thuis op de dag dat zijn verlof eindigde. Vervolgens heeft hij onjuiste informatie verstrekt. Het gerechtshof noemt de vluchtinformatie letterlijk een ‘gefabriceerd ticket’. Bram komt in de procedures nog wel met een paar flauwe smoesjes. Zo voert hij bij de kantonrechter aan dat zijn neef het ticket heeft geboekt, maar is opgelicht door het boekingskantoor. Bij het hof zegt Bram ineens dat zijn neef het ticket heeft vervalst. Er wordt zelfs een verklaring van de neef overgelegd. Het hof trapt er niet in: als Bram zijn neef heeft gevraagd het ticket voor hem te boeken, komt dat voor zijn verantwoordelijkheid. Hij moet er dan ook de gevolgen van dragen als zijn neef vervolgens een vliegticket vervalst heeft.
Ook zegt Bram dat hij geen computer en wifi tot zijn beschikking had op zijn vakantieadres. Hij zou de mail waarin uitleg over het vliegticket wordt gevraagd pas gelezen hebben nadat hij was ontslagen. Het hof maakt er weer korte metten mee: eerder heeft Bram wel gemaild, zijn standpunt is dus niet plausibel.
Verder vindt het hof dat de doktersverklaring niet voldoende uitleg geeft voor de afwezigheid van Bram. Ook Bram zelf is niet concreet genoeg: hij geeft in de procedure alleen maar aan dat hij in een eetgelegenheid besmette kip heeft gegeten. Het hof snapt niet waarom Bram daardoor twintig dagen niet kan reizen en wijst er nog fijntjes op dat twintig dagen rust voorgeschreven worden in de doktersverklaring. Dat betekent nog niet dat Bram niet kan reizen.
Ten slotte wordt het Bram ook aangerekend dat hij niet zelf het initiatief tot de ziekmelding heeft genomen. Dit is belangrijk omdat er eerder discussie was over de lengte van de vakantie. Bram had het zelf moeten melden als hij niet op tijd terug kon zijn.
Het hof vat mooi samen waarom ontslag op staande voet in dit geval terecht is gegeven:
Daarbij gaat in het bijzonder om het feit dat Bram niet tijdig is teruggekeerd van vakantie en daarover onjuiste informatie heeft verstrekt. Dit moet worden bezien in de context, die ook in de ontslagbrief is weergegeven, dat de werkgever Bram bij herhaling moet vragen om uitleg en dat de reacties van Bram nieuwe twijfels oproepen totdat hij uiteindelijk niets meer van zich laat horen. Ook voor Bram moest het duidelijk zijn dat hij door zijn handelwijze het vertrouwen van de werkgever in hem ernstig beschadigde.
De persoonlijke omstandigheden van Bram weegt het hof wel mee, maar die zijn geen reden om het ontslag terug te draaien. Zo komt Bram na een dienstverband van tien jaar door eigen toedoen op straat te staan.
*Dit zijn niet de echte namen