Voorlopige voorziening ontgrondingsprocedure gewonnen en toch niet tevreden

Soms kun je als advocaat een zaak winnen, maar toch niet helemaal tevreden zijn met de uitspraak van de rechter. Wij spreken met advocaat Femke Gietema-van der Heide over zo’n zaak.

 

Om wat voor soort zaak gaat het?

Mijn cliënt is akkerbouwer. De provincie heeft een ontgrondingsvergunning afgegeven aan de gemeente voor land dat direct naast de landbouwgrond van mijn cliënt ligt. De gemeente wil hier woningen gaan bouwen. Een ontgrondingsvergunning is nodig als je bijvoorbeeld grond wilt afgraven. In deze zaak zal het waterpeil in het land van mijn cliënt dalen door het ontgronden. Daardoor komt er water van slechte kwaliteit in het land van mijn cliënt (brak water). Mijn cliënt is hier natuurlijk niet blij mee.

 

Wat is het juridische probleem?

Daarvoor moet ik eerst even uitleggen hoe dit precies in elkaar zit. Er lopen eigenlijk meerdere procedures door elkaar.

 

Bodemprocedure

De eerste procedure is de bodemprocedure. Er is beroep aangetekend tegen de ontgrondingsvergunning. De landbouwgrond en de gewassen van mijn cliënt zullen in kwaliteit afnemen door het brakke water. Daardoor ontstaat er schade voor mijn cliënt.

 

Tweede procedure: voorlopige voorziening I

De tweede procedure is een voorlopige voorziening. Mijn cliënt heeft schorsing van de ontgrondingsvergunning gevraagd bij de Raad van State. Dit is dus gebeurd in een voorlopige voorziening. In het civiel recht wordt dit een kort geding genoemd. Het is een voorlopige maatregel, die geldt totdat er een uitspraak ligt in de bodemprocedure. De ontgrondingsvergunning is niet geschorst

 

Derde procedure: voorlopige voorziening II

In de tweede voorlopige voorziening is weer om schorsing van de ontgrondingsvergunning gevraagd. Deze keer is het verzoek toegewezen. Dat betekent dat de ontgrondingswerkzaamheden tijdelijk stil liggen.

 

Vierde procedure: voorlopige voorziening III

Er zijn inmiddels drie deskundigenrapporten opgesteld: een namens de provincie, een namens ons en een door een deskundige die door de Raad van State is benoemd. Dit derde rapport wilde de gemeente gebruiken om de schorsing te laten opheffen. De gemeente heeft toen een derde voorlopige voorziening opgestart, ook weer bij de Raad van State. Wij hebben deze procedure gewonnen. De schorsing blijft bestaan. Er mogen voorlopig geen ontgrondingswerkzaamheden worden uitgevoerd naast het land van mijn cliënt. De woningbouwplannen liggen stil.

 

Waarom heb je de derde voorlopige voorziening gewonnen?

De Raad van State vindt dat de inhoud van het derde deskundigenrapport nog niet vaststaat. Wij hebben een zienswijze ingediend tegen het derde deskundigenrapport (ook tegen het tweede rapport trouwens). Omdat het derde deskundigenrapport niet definitief is, kan dit rapport geen reden zijn om de schorsing op te heffen. De uitkomsten staan nog niet vast.

Verder zegt de Raad van State dat een voorlopige voorzieningsprocedure niet geschikt is om te discussiëren over deskundigenrapporten, dit moet in de bodemprocedure gebeuren en die staat binnenkort op de agenda.

 

Je hebt gewonnen! Waarom ben je dan niet helemaal tevreden met de uitspraak?

Een van de eisen voor het vragen van een voorlopige voorziening is dat het om een spoedkwestie moet gaan. Er moet zoveel haast bij zijn dat de bodemprocedure niet kan worden afgewacht. De juridische uitdrukking hiervoor is ‘spoedeisend belang’. De Raad van State zegt in de uitspraak helemaal niets over het spoedeisend belang. Terwijl ik vind dat er geen spoedeisend belang is en dat de vordering van de gemeente daarop had moeten worden afgewezen. De Raad van State heeft ondanks dat een beslissing genomen op de inhoud. Ik vind de uitspraak daarom juridisch onvolledig. Mijn cliënt had ook moeten winnen doordat er geen sprake was van spoedeisend belang. De uitkomst was uiteindelijk wel hetzelfde gebleven. Maar als advocaat wil je toch ook graag een juridisch correcte en volledige uitspraak.

Natuurlijk staat het belang van mijn cliënt voorop en ben ik blij voor hem dat er voorlopig geen ontgrondingswerkzaamheden naast zijn land zullen plaatsvinden.