Faillissement natuurlijk persoon

Niet alleen B.V.’s kunnen failliet gaan. Ook een privé persoon – in juridische termen wordt dit een natuurlijk persoon genoemd – kan in een faillissement raken. Dit gaat dan niet alleen om particulieren, maar ook om zzp’ers of eenmanszaken. Bij een eenmanszaak kan personeel in dienst zijn. Ook kan het bijvoorbeeld gaan om een winkel met meerdere filialen. De schulden kunnen dus behoorlijk oplopen. Een crediteurenlijst met enkele tonnen aan schulden komt regelmatig voor.

Benoeming curator en rechter-commissaris

Bij het uitspreken van het faillissement worden een curator en een rechter-commissaris benoemd. De curator heeft als taak al je bezittingen te gelde te maken (te verkopen). Van de opbrengst wordt de curator betaald. Het geld dat daarna over is, wordt verdeeld onder de schuldeisers. Het geheel van bezittingen en schulden in een faillissement wordt de boedel genoemd.

De rechter-commissaris houdt toezicht op de curator. De curator heeft voor veel handelingen toestemming nodig van de rechter-commissaris.

Beschikkingsonbevoegdheid bij faillissement

Een faillissement heeft nogal wat gevolgen. Een van de belangrijkste is dat je beschikkingsonbevoegd bent geworden door het faillissement. Dat betekent bijvoorbeeld dat je niets mag verkopen zonder dat de curator het weet.

Bankrekeningen worden vaak automatisch door de bank geblokkeerd. Mocht de rekening per ongeluk nog beschikbaar zijn, dan ben je toch niet bevoegd om geld op te nemen. De curator kan contact opnemen met de bank om een bankrekening te laten deblokkeren. Je hebt immers wel een rekening nodig om betalingen te ontvangen en te doen. Maar dit kan dus alleen met toestemming van de curator. En natuurlijk mag je niet rood kunnen staan op deze rekening.

Inboedel

De spullen die je nodig hebt voor je dagelijks leven blijven buiten het faillissement. Het gaat dan om kleding, bed en beddengoed, huisraad en een voorraad levensmiddelen. Als er sprake is van een zogenaamde ‘bovenmatige inboedel’ kan de curator toch bepaalde dingen verkopen. Hierbij kun je denken aan een inrichting met dure designmeubelen/antieke meubelen of als er bij jou een flatscreen van € 30.000,- aan de muur hangt.

Gevolgen voor echtgenoot

Als je in gemeenschap van goederen getrouwd bent, heeft het faillissement ook gevolgen voor je echtgenoot. Dit geldt dan namelijk als een faillissement van de gemeenschap. Je echtgenoot is niet failliet, maar kan ook niet meer beschikken over gemeenschappelijke eigendommen (spullen of geld). Mocht je echtgenoot bijvoorbeeld jullie huis willen verkopen, dan kan dit alleen met toestemming van de curator.

Het inkomen van je echtgenoot wordt meegenomen in de berekening van het vrij te laten bedrag, zie hieronder.

Vrij te laten bedrag/beslagvrije voet

Al je inkomsten vallen in het faillissement. In de meeste gevallen wil de curator dat je inkomsten op de faillissementsrekening worden gestort (voor elk faillissement wordt een speciale rekening geopend. Dit wordt de faillissementsrekening of boedelrekening genoemd).

De curator berekent het zogenaamde ‘vrij te laten bedrag’ (VTLB). Hiervoor wordt een speciale calculator gebruikt, waarin allerlei informatie moet worden ingevuld: je inkomen, of je samenwoont, wat het inkomen van je partner is, of je minderjarige kinderen hebt, toeslagen krijgt, wat je woonlasten zijn enz. enz. Meestal is het VTLB gelijk aan de beslagvrije voet. Hier vind je meer informatie over de beslagvrije voet.

Het VTLB is het bedrag dat je zelf mag houden om van te leven. De curator maakt dit elke maand naar je over. Alles boven het VTLB valt in het faillissement.

Postblokkade

Bij elk faillissement wordt door de rechtbank een postblokkade uitgesproken. De rechtbank geeft je adres rechtstreeks door een Postnl. Het gevolg is dat al je post bij de curator terechtkomt, die de post ook openmaakt. Bij de meeste curatoren kun je de post een keer per week ophalen. Soms wordt het opgestuurd.

Rechten en verplichtingen

Tijdens een faillissement heb je nogal wat verplichtingen. In dit document vind je hierover meer informatie. Wij geven dit document altijd aan een failliet bij de eerste bespreking zodat hij direct op de hoogte is. Een aantal voorbeelden van je verplichtingen:

  • je moet alle gewenste inlichtingen aan de curator of de rechter-commissaris geven. Dit noemen we de inlichtingenplicht. De curator zal je administratie willen inzien en kan je ook vragen bepaalde stukken in te leveren

  • onder de inlichtingenplicht valt ook dat je de curator zelf op de hoogte moet brengen van veranderingen in je vermogen of andere feiten en omstandigheden die belangrijk zijn voor de afwikkeling van het faillissement. Dit gaat niet alleen om informatie waarvan je weet dat die belangrijk is, maar ook om informatie waarvan je dat behoort te weten

  • je bent zelf verantwoordelijk voor je administratie, ook bijvoorbeeld voor het doen van aangifte. Als het nodig is, moet je hier overleg met de curator over voeren

  • je moet meewerken aan de afwikkeling van het faillissement, bijvoorbeeld door het geven van een volmacht.

Einde faillissement

Een faillissement duurt minimaal een half jaar, maar in de meeste gevallen wel een tot twee jaar. Het kan op verschillende manieren eindigen: door opheffing (wegens gebrek aan baten), door gedeeltelijke betaling van de schuldeisers of door het aanbieden van een akkoord. Ook is het soms mogelijk een beroep op de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen te doen (WSNP). Een verzoek tot toepassing van de WSNP kan ook tussentijds, dus als het faillissement nog loopt.

Bij opheffing van het faillissement wegen gebrek aan baten herleven de schulden. Dit betekent dat je in theorie tot in lengte van dagen achtervolgd kunt worden door schuldeisers (de verjaringstermijnen lopen niet tijdens een faillissement). Ook bij gedeeltelijke betaling van de schuldeisers kun je nog benaderd worden voor betaling van het restant.

Alleen bij beëindiging door het aanbieden van een akkoord zijn er normaal gesproken geen schuldeisers meer van voor datum faillissement die bij je aankloppen.