Dit is deel 2 in een serie van vier blogs. Het eerste blog lees je hier.
Kennismaking met personeel heeft prioriteit
Woensdagochtend begin ik vroeg. Rond 6.30 uur ben ik in Stroobos aanwezig, ook al heb ik de vorige avond tot in de kleine uurtjes de informatie bestudeerd die ik vanaf het failliete bedrijf meegenomen heb. Ik heb immers als curator opdracht gegeven om de scheepswerf open te houden en mijn prioriteit is daarom ook kennis te maken met het personeel. Ik wil ze uitleggen wat het faillissement inhoudt. Weliswaar heb ik zelf maar een paar uurtjes geslapen, maar dit zal voor veel werknemers niet anders zijn geweest. Zij hebben waarschijnlijk liggen piekeren hoe het allemaal moet in de toekomst, nu hun baan op de tocht staat.
Tijdens de bijeenkomst met het personeel schud ik alle werknemers persoonlijk de hand. Daarna leg ik uit wat het faillissement inhoudt en wat mijn insteek is bij ieder faillissement waarbij ik een draaiende onderneming aantref: de onderneming open houden. Als de deur eenmaal dicht is, zo leert de ervaring, is de kans dat op een doorstart bijna nihil.
Als curator kan ik de werknemers geen enkele zekerheid geven. Ik kan hen slechts een enkele belofte doen namens mijzelf en mijn team. Mijn team bestaat uit IdeJan Woltman (tevens vennoot van ons kantoor en curator) en onze faillissementsmedewerksters Tineke Wouda en Angelique van der Veen. Dit is de belofte dat ik mij als curator maximaal zal inspannen om een doorstart te realiseren van de scheepswerf. Een lastige maar voor ons nooit een onmogelijke opgave, een grote uitdaging. Dit laatste te meer omdat in de media direct na het faillissement al berichtgeving verschijnt waaruit veel pessimisme spreekt over de scheepvaartsector in het noorden van Nederland en een mogelijke doorstart van de scheepswerf.
Tijdens de bijeenkomst beantwoord ik verder algemene vragen. Voor individuele vragen heb ik de werknemers tussen 7.30 en 9.00 uur persoonlijk te woord gestaan.
Onderzoek
De rest van de dag is besteed aan het verder inventariseren van de oorzaken van het faillissement en het onderzoek naar de mogelijkheden om een doorstart te realiseren. Het stafbureau van Barkmeijer inclusief de directie is daarbij voor mij als curator onmisbaar. Verder is daarnaast ook direct contact gezocht met de financierende bank en een Engelse opdrachtgever. Voor deze opdrachtgever is Barkmeijer twee baggerschepen aan het bouwen.
Besprekingen met bank en opdrachtgever
Voor donderdagochtend is een bespreking met de bank ingepland en voor maandag een bespreking met de Engelse opdrachtgever, gezamenlijk met de bank. De opdrachtgever is erg belangrijk, de vraag is natuurlijk of de opdrachtgever wil dat de door haar bestelde schepen worden afgebouwd. De bank neemt een belangrijke positie in als financier van de onderneming. Er zijn diverse pand- en hypotheekrechten gevestigd door de bank, die blijven gelden in een faillissement. De bank heeft daardoor ook een grote spreekwoordelijk vinger in de pap.
Een ander belangrijk punt is dat ik richting de rechter-commissaris een verzoek moet doen om de scheepswerf open te mogen houden. In dit verzoek moet ik met name aantonen dat er geen risico’s worden gelopen (of de verzekeringen doorlopen) en verder dat ik met het openhouden van de scheepswerf voor de boedel geld kan verdienen. Er moet een exploitatieoverzicht worden opgesteld. De rechter-commissaris gaat akkoord met het verzoek en geeft toestemming de scheepswerf voorlopig open te houden.
De rol van de rechter-commissaris
Over de rol van de rechter-commissaris kan ik helder zijn, hij of zij speelt op de achtergrond een belangrijke rol omdat hij/zij toestemming moet geven voor een aantal belangrijke besluiten van de curator. Daarnaast kan de rechter-commissaris op de achtergrond ook een belangrijke sparring partner zijn voor de curator. Die rol heeft de rechter-commissaris in het faillissement van Barkmeijer zeker ingenomen. Het is mede aan de inzet van de rechter-commissaris te danken dat er uiteindelijk een doorstart is gekomen.
Volgende week zal ik ingaan op de eerste weken na het faillissement.