Category : Blog

Blog Sub Title

Category Archives: Blog

Zelf vakantie verlengen = ontslag op staande voet

De medewerker in deze uitspraak besluit eigenhandig zijn vakantie met anderhalve week te verlengen. Het blijkt niet zo’n goed idee, want hij wordt op staande voet ontslagen.

De zaak

‘Hey Stefan*, wat is dit man?’ Bram* wijst naar de vakantieplanning. ‘Ik heb toch vrij gevraagd van 6 tot en met 30 augustus? Waarom staat hier dan tot en met 19 augustus?’. ‘Je verzoek is afgewezen Bram. Je hebt vakantie van 6 tot en met 19 augustus. Vanaf de 20ste moet je weer beschikbaar zijn.’

Bram is het er niet mee eens en laat dit merken ook, maar Stefan – de HR-adviseur – laat zich niet vermurwen: de 20ste moet Bram terug zijn van vakantie. Stefan vertrouwt de situatie voor geen meter en gaat op de 20ste samen met een collega bij Bram langs. Ze staan voor een dichte deur. Bram is niet thuis. Terug op het werk kruipt Stefan gelijk achter zijn laptop. Hij stuurt Bram een brief, waarin hij aangeeft dat Bram direct naar huis moet komen. Zo nee, dan wordt geen loon meer betaald.

De volgende dag mailt Bram terug: ‘Ik ben hier nog steeds. Ben op 16 augustus ziek geworden door eten. Mag 20 dagen niet reizen van de dokter.’ Stefan gelooft er niks van. Nog dezelfde dag stuurt hij een mail terug met het verzoek om een doktersverklaring. Die krijgt hij twee dagen later. Er zit ook een foto bij van een ticket naar Nederland voor 18 augustus, maar dat ziet er behoorlijk nep uit.

Stefan krijgt nog meer argwaan en besluit de vlucht te controleren. ‘Dit geloof je toch niet!’, roept Stefan uit tegen een collega van HR. ‘Het vluchtnummer klopt niet en is ook niet te vinden. Op deze tijd gaan er helemaal geen vluchten naar Nederland. En bovendien, 18 augustus is niet op een woensdag, zoals hier staat, maar op een zaterdag. Ik ga hem gelijk mailen om uitleg te vragen en dan zet ik erbij dat we anders begin volgende week voorbereidingen treffen om hem te ontslaan.’ Zo gezegd, zo gedaan.

Bram reageert niet. Hij wordt op staande voet ontslagen omdat de werkgever geen vertrouwen meer in hem heeft. Bram is het er niet mee eens, maar hij vist achter het net. De kantonrechter vindt het ontslag terecht en het gerechtshof in Den Bosch is het hiermee eens.

Oordeel rechters

Immers, Bram was niet thuis op de dag dat zijn verlof eindigde. Vervolgens heeft hij onjuiste informatie verstrekt. Het gerechtshof noemt de vluchtinformatie letterlijk een ‘gefabriceerd ticket’. Bram komt in de procedures nog wel met een paar flauwe smoesjes. Zo voert hij bij de kantonrechter aan dat zijn neef het ticket heeft geboekt, maar is opgelicht door het boekingskantoor. Bij het hof zegt Bram ineens dat zijn neef het ticket heeft vervalst. Er wordt zelfs een verklaring van de neef overgelegd. Het hof trapt er niet in: als Bram zijn neef heeft gevraagd het ticket voor hem te boeken, komt dat voor zijn verantwoordelijkheid. Hij moet er dan ook de gevolgen van dragen als zijn neef vervolgens een vliegticket vervalst heeft.

Ook zegt Bram dat hij geen computer en wifi tot zijn beschikking had op zijn vakantieadres. Hij zou de mail waarin uitleg over het vliegticket wordt gevraagd pas gelezen hebben nadat hij was ontslagen. Het hof maakt er weer korte metten mee: eerder heeft Bram wel gemaild, zijn standpunt is dus niet plausibel.

Verder vindt het hof dat de doktersverklaring niet voldoende uitleg geeft voor de afwezigheid van Bram. Ook Bram zelf is niet concreet genoeg: hij geeft in de procedure alleen maar aan dat hij in een eetgelegenheid besmette kip heeft gegeten. Het hof snapt niet waarom Bram daardoor twintig dagen niet kan reizen en wijst er nog fijntjes op dat twintig dagen rust voorgeschreven worden in de doktersverklaring. Dat betekent nog niet dat Bram niet kan reizen.

Ten slotte wordt het Bram ook aangerekend dat hij niet zelf het initiatief tot de ziekmelding heeft genomen. Dit is belangrijk omdat er eerder discussie was over de lengte van de vakantie. Bram had het zelf moeten melden als hij niet op tijd terug kon zijn.

Het hof vat mooi samen waarom ontslag op staande voet in dit geval terecht is gegeven:

Daarbij gaat in het bijzonder om het feit dat Bram niet tijdig is teruggekeerd van vakantie en daarover onjuiste informatie heeft verstrekt. Dit moet worden bezien in de context, die ook in de ontslagbrief is weergegeven, dat de werkgever Bram bij herhaling moet vragen om uitleg en dat de reacties van Bram nieuwe twijfels oproepen totdat hij uiteindelijk niets meer van zich laat horen. Ook voor Bram moest het duidelijk zijn dat hij door zijn handelwijze het vertrouwen van de werkgever in hem ernstig beschadigde.

De persoonlijke omstandigheden van Bram weegt het hof wel mee, maar die zijn geen reden om het ontslag terug te draaien. Zo komt Bram na een dienstverband van tien jaar door eigen toedoen op straat te staan.

*Dit zijn niet de echte namen

Huurwoning uit voor Airbnb-boeking

In het huurcontract van een Amsterdamse woning staat dat een huurster de woning moet verlaten elke keer als er een Airbnb-huurder is (nieuwsbericht NOS). Met een voorbeeld leg ik uit of dit is toegestaan. Ook ga ik kort in op (het opzeggen van) een tijdelijk huurcontract van een woning. 

Anneke* is op zoek naar een woning in Amsterdam. Na maanden speuren heeft ze eindelijk geluk: ze vindt een piepklein, zelfstandig woninkje. De huur is € 1.200,- per maand, maar dan woont ze ook hartje centrum. Als ze het huurcontract krijgt gelooft ze haar ogen niet. Er staat in dat de woning via Airbnb verhuurd mag worden. Anneke moet de Airbnb-advertentie beheren en ervoor zorgen dat de verhuur gemeld wordt bij de gemeente. Sterker nog: als er Airbnb-huurders zijn moet Anneke de woning verlaten. Ze kan dan gebruik maken van de woning van haar verhuurder. De dagen dat ze haar eigen woning niet kan gebruiken worden afgetrokken van de huur. Verder staat er in het contract dat ze de woning voor maximaal twee jaar huurt. 

Anneke zit in dubio: ze heeft de woning nodig, maar niet veel zin om constant haar huisje uit te moeten omdat er Airbnb-huurders zijn. Ze vraagt zich af of het is toegestaan dit soort dingen in een huurcontract te zetten. 

Als je een woning huurt, worden er in het huurcontract allerlei afspraken gemaakt: hoe hoog de huur is, wat je huurt, wie huurder en verhuurder zijn etc. Het kern van een huurcontract is dat je woongenot hebt, in deze zaak voor maximaal twee jaar. Dit is niet het geval als je telkens je huis moet verlaten als er een Airbnb-huurder is. Het lijkt er dan meer op dat er telkens korte huurovereenkomsten zijn voor de perioden dat je het huis kunt gebruiken. Naar mijn mening is het daarom niet toegestaan om zulke bepalingen in een huurcontract te zetten. 

Tussentijds opzeggen tijdelijk huurcontract woonruimte door huurder

Na een half jaar is Anneke het meer dan zat. Ze kan via-via een andere woning krijgen en wil van haar huurcontract af. ‘Ja, dat zal allemaal wel wijffie,’, zegt haar huurbaas in plat Amsterdams, ‘maar je hebt getekend voor twee jaar en die moet je volmaken. Of je nou vertrekt of niet, de huur moet je gewoon betalen.’. 

Anneke besluit juridisch advies in te winnen. Haar adviseur vertelt haar dat het in principe klopt wat de verhuurder zegt. Een huurcontract voor bepaalde tijd eindigt na verloop van de periode waarvoor het is afgesloten. Soms staat er in het contract dat de huurder tussentijds kan opzeggen, dan liggen de zaken natuurlijk anders. 

In de zaak van Anneke is sprake van het ontbreken van woongenot en misschien zelfs wel van slecht verhuurderschap. Als Anneke naar de rechter stapt om het huurcontract te laten ontbinden, heeft ze veel kans om te winnen.

De ‘echte’ Anneke is inmiddels met hulp van juridisch steunpunt !Woon in Amsterdam van haar huurcontract af. De verhuurder is akkoord gegaan met beëindiging. Heb jij ook advies nodig over huur of verhuur? Neem dan vrijblijvend contact met ons op. 

 

 

*Naam is gefingeerd

 

 

 

Over deze dingen mag je (in principe) liegen tijdens een sollicitatie

Liegen tijdens een sollicitatie is vaak een slecht idee. Als uitkomt dat je gelogen hebt om de baan te krijgen en vervolgens slecht functioneert kan het leiden tot ontslag, soms zelfs op staande voet.

Voorbeeld

Voor haar sollicitatie bij een meubelfabrikant zet Janet op haar cv dat ze twee keer hoofd van een financiële afdeling is geweest. Tijdens het sollicitatiegesprek geeft ze aan dat ze op haar vorige werk zelf ontslag heeft genomen omdat ze het niet eens was met de bedrijfsvoering. Janet wordt aangenomen als vervanger van het hoofd financiële administratie. Maar al heel snel, binnen anderhalve maand, blijkt dat Janet niet functioneert. De meubelfabrikant doet onderzoek en ontdekt dat Janet helemaal geen hoofd van een financiële afdeling is geweest. En ze is vertrokken bij haar vorige werk omdat haar contract niet is verlengd, niet omdat ze zelf ontslag heeft genomen. Janet wordt op staande voet ontslagen.

Nooit liegen over relevante zaken & spreekplicht sollicitant

Je mag nooit liegen over zaken die relevant zijn voor de functie. Denk daarbij aan diploma’s en werkervaring. Sterker nog: als het gaat om dingen die je kunnen belemmeren in de uitoefening van de functie heb je zelfs een spreekplicht. Daar moet je dus uit jezelf over beginnen. Denk hierbij aan iemand met chronische rugklachten die solliciteert naar een functie van magazijnmedewerker, waarbij vaak zwaar moet worden getild. Ook als je nog een andere baan hebt moet je dat melden.

Wanneer mag je liegen tijdens een sollicitatie?

Tijdens een sollicitatiegesprek worden natuurlijk heel veel vragen gesteld. Als je de baan graag wilt, heb je misschien de neiging om op alles braaf op te antwoorden. Maar een werkgever mag niet overal vragen over stellen. Bepaalde onderwerpen zijn verboden terrein: afkomst, religie en geaardheid bijvoorbeeld. Maar ook het vragen naar medische kwesties, zwangerschap of een kinderwens is niet toegestaan.

Als hierover vragen worden gesteld, mag je als sollicitant in principe liegen. Ik zeg ‘in principe’, want hierop is een uitzondering. Als het gaat om iets wat van belang is voor je functioneren moet je wel naar waarheid antwoorden. Denk hierbij aan het vragen naar een zwangerschap. Dit kan van belang zijn voor je functioneren als je met gevaarlijke stoffen werkt die schadelijk zijn voor het ongeboren kindje. In zo’n geval moet je dus wel eerlijk antwoord geven. Dat geldt ook als je een medische aandoening hebt die van rechtstreeks belang is voor de functie.

Conclusie

Tijdens een sollicitatie mag je nooit liegen over zaken die van belang zijn voor de functie. Zaken die je kunnen belemmeren in de uitoefening van de functie moet je uit jezelf melden. Liegen mag alleen op de vragen die eigenlijk niet gesteld mogen worden en alleen als het over een onderwerp gaat dat je niet belemmert in je functioneren. Dus als je liegt, doe het dan met beleid.

 

Ontslag met wederzijds goedvinden

Mijn artikelen gaan vaak over arbeidszaken die voor de rechter komen. Maar in veel gevallen komt het niet eens zo ver. Als een werkgever afscheid van iemand wil nemen, kan het zijn dat de medewerker hiermee instemt. Er is dan sprake van ontslag met wederzijds goedvinden. De afspraken over dit ontslag worden vastgelegd in een vaststellingsovereenkomst. Bijvoorbeeld: wanneer is de laatste werkdag, hoe hoog is de transitievergoeding, wat gebeurt er met de vakantiedagen enz.

Met een voorbeeld leg ik uit waar je op moet letten als je een vaststellingsovereenkomst sluit.

Maan werkt bij het softwarebedrijf van Onno. Ze is 28 en werkt nu vijf jaar bij Onno als receptioniste. Ook doet ze wat licht administratieve taken. Factuurtjes inboeken, dat soort werk. De laatste tijd valt Onno op dat Maan niet zoveel plezier meer in haar werk lijkt te hebben. Ze komt pas op het laatste moment aanzetten, waar ze er vroeger altijd minimaal een kwartier van tevoren was. De receptiewerkzaamheden doet ze keurig, maar zonder enig plezier uit te stralen. En het inboeken van de facturen schuift ze net zo lang voor zich uit tot de boekhouding begint te klagen.

Onno roept Maan bij zich voor een koffiegesprek. ‘Heb je het nog wel naar je zin hier, Maan? Ik heb het idee dat je een beetje uitgekeken bent op je werk. Klopt dat?’ Maan neemt een slokje van haar gemberthee. ‘Ik ben zo blij dat je dit vraagt’, zegt ze. ‘Zelf durfde ik er niet over te beginnen. Je weet dat ik dit een heel leuk bedrijf vind en jij bent een fantastische baas. Maar inderdaad ben ik wel een beetje uitgekeken op mijn werk. Ik zit er al een tijdje over te denken om iets anders te gaan doen. Misschien weer een opleiding, ik weet het nog niet.’. 

‘Dus als ik het goed begrijp wil je eigenlijk weg. Dat vind ik erg jammer Maan, want ik mag je graag en je doet je werk goed, maar natuurlijk kan ik je niet tegenhouden. Per wanneer, heb je al een datum in gedachten?’ Maan denkt even na. ‘Als ik een opleiding ga doen, is per 1 september misschien wel handig. Ga je me nu ontslaan?’ ‘Nee natuurlijk niet. Jij wilt weg, dat noemen ze ontslag met wederzijds goedvinden. We sluiten samen een overeenkomst waarin we afspraken maken over je vertrek.’ 

UWV-bestendig

Onno vraagt zijn advocaat om een vaststellingsovereenkomst op te stellen. Als hij het concept binnenkrijgt, valt hem op dat er in staat dat het ontslag niet aan Maan te wijten is en dat Onno het initiatief neemt tot het sluiten van de overeenkomst. Er staat ook in dat er overleg is geweest tussen hem en Maan. Dat klopt, maar hij vraagt zijn advocaat nog wel even naar de eerste twee punten. Maan is immers degene die het niet meer naar haar zin heeft. ‘Die punten staan erin vanwege het UWV,’ geeft de advocaat aan. ‘Als die drie dingen er niet in staan, krijgt Maan geen ww. Ik kan natuurlijk nooit garanderen dat ze ww krijgt, want die beslissing is aan het UWV. Maar dit moet er beslist in staan.’ 

‘Oke, duidelijk.’ zegt Onno. ‘Dan heb ik nog een andere vraag. Die transitievergoeding, moet ik die beslist betalen? En waarom moet ze haar vakantiedagen nog opnemen? Na 1 september is ze zoveel vrij als ze wil. Kunnen we dat er niet uithalen? Dan laat ik haar vandaag nog tekenen en is het klaar’. 

Vereisten en bedenktijd

De advocaat geeft uitgebreid antwoord: ‘In een vaststellingsovereenkomst kun je alles afspreken wat je wilt. Er zijn weinig wettelijke eisen aan, alleen de bedenktijd is vastgelegd in de wet. Dus ja, we kunnen de transitievergoeding en dat van de vakantiedagen eruit halen. Als Maan dan tekent, gaat ze ermee akkoord dat ze geen transitievergoeding krijgt en dat haar vakantiedagen vervallen. Er zit alleen wel een addertje onder het gras: de bedenktijd van veertien dagen. Die nemen we altijd standaard op in de overeenkomst. Volgens de wet moet jij als werkgever Maan daarop wijzen. Doe je dat niet, dan wordt de bedenktermijn zelfs verlengd tot 21 dagen. Maar goed, Maan heeft dus veertien dagen de tijd om jou te laten weten dat ze niet wil dat de vaststellingsovereenkomst in stand blijft. Dit moet ze schriftelijk doen, per mail of whatsapp mag ook. Als je de transitievergoeding eruit haalt en ook nog eens de vakantiedagen dan heb je grote kans dat Maan terugkrabbelt. Dan ben je weer terug bij af en zit je nog langer met een ongemotiveerde werkneemster. Zeg maar wat je wilt.’

Onno denkt even diep na. Hij besluit de transitievergoeding te betalen en laat vastleggen dat Maan twee weken vakantie kan opnemen in plaats van drie. Maan laat de vaststellingsovereenkomst controleren door een advocaat en gaat akkoord. Onno en Maan nemen met een goede verstandhouding afscheid. 

Mijn belangrijkste tip: laat een vaststellingsovereenkomst altijd controleren door een deskundige, of je nu werkgever of werknemer bent. Een werknemer vragen nog dezelfde dag te tekenen werkt meestal averechts, dus ook hier geldt: haastige spoed is zelden goed.

Het stikstofprobleem snel en zorgvuldig aanpakken?

Door Femke Gietema & Tanja Heslinga

In onze eerdere artikelen van 26 september 2019 en 19 september 2019 hebben we uitleg gegeven over de stikstofkwestie en het advies van de commissie-Remkes. Inmiddels heeft politiek Den Haag gereageerd met de manier waarop zij dit probleem naar eigen zeggen snel en zorgvuldig wil oplossen.

Het kabinet heeft aangegeven op drie punten de stikstofproblematiek te willen aanpakken. Dit betreft (1) het verminderen van de uitstoot en neerslag van stikstof (2) het herstellen van de natuur en (3) het weer op gang brengen van de vergunningverlening.

Het kabinet wil samen met de provincies voor een gebiedsgerichte aanpak kiezen. Ze wil per gebied effectief (bron)maatregelen in kaart brengen en uitvoeren. Hiervoor is door het kabinet aangegeven dat zij bereid is extra financiële middelen te reserveren. Ook wil zij dat overheden meer mogelijkheden krijgen om toestemming te verlenen voor de uitvoering van diverse projecten. Ten slotte verkent het kabinet daarnaast of aan het einde van dit jaar een drempelwaarde kan worden ingevoerd en wordt aangegeven dat salderen binnenkort weer mogelijk is.

Op het advies van de commissie-Remkes kwam er veel commentaar uit onder meer de bouwsector en de agrarische sector. Vanuit de agrarische sector kwam het grote boerenprotest op gang, wat ervoor heeft gezorgd dat op het Malieveld in Den Haag op 1 oktober 2019 een massale demonstratie plaatsvond. Vanuit de bouwsector is aangegeven dat zij geen directe mogelijkheden zien om de vergunningverlening weer goed op gang te brengen naar aanleiding van het advies van de commissie Remkes. Vanuit de bouwsector is meerdere keren aangegeven dat het nodig is dat er een spoedwet komt.

Vergunningverlening

Het kabinet geeft nu aan in een publicatie van 4 oktober 2019 dat zij de urgentie ziet om snel stappen te zetten om de toestemmingverlening door de overheden voor projecten en activiteiten weer verder te kunnen hervatten. Als er geen sprake is van stikstofdepositie, heeft een initiatiefnemer ook geen vergunning nodig in het kader van de Wet Natuurbescherming. De AERIUS-calculator maakt dit inzichtelijk, aldus het kabinet. Op onder meer deze berekening, maar ook de algemene rekenmethode achter de stikstofcijfers, is veel commentaar gekomen van bijvoorbeeld de landbouwsector. De Tweede Kamer heeft nu van minister Schouten van Landbouw geëist dat zij openbaar maakt hoe de rekenmethode achter de stikstofcijfers exact werkt. Met name agrariërs hebben al jarenlang twijfels over de correctheid van de rekenmethode en klagen over een gebrek aan transparantie hierover.

Gebiedsgerichte aanpak

Zoals gezegd heeft het kabinet met de provincies gekozen voor een gebiedsgerichte aanpak om bij de bron de problemen op te lossen. De keuze hiervoor ligt er met name in dat de herkomst van de stikstofdepositie flink per regio en gebied verschilt. Dit vraagt natuurlijk om verschillende aanpakken. Voornamelijk wordt door het kabinet ook gedoeld op de vrijwillige en warme sanering van boerenbedrijven, investeringen in innovaties voor boeren die willen blijven en gerichte snelheidsverlagingen daar waar het stikstofeffect daadwerkelijk zal plaatsvinden. Dit wordt aldus per gebied c.q. regio bekeken, in samenwerking met de diverse provincies. Er zijn echter ook al diverse provincies die hebben aangegeven zelf geen extra budget vrij te zullen maken voor deze voornoemde oplossingen.

Conclusie

De reactie van het kabinet op het rapport van de commissie-Remkes is kort door de bocht en de vraag is hoe effectief dit de problemen zal oplossen. 

Snelheidsverlagingen kunnen redelijk eenvoudig worden doorgevoerd. Maar het opnieuw op gang brengen van de vergunningverlening voor diverse projecten en activiteiten is lastig. Het kabinet geeft aan dat uit de AERIUS-calculator moet blijken of iemand een vergunning nodig heeft vanwege stikstofdepositie. Daarnaast kunnen de diverse projecten volgens het kabinet kijken of intern of extern salderen of de zogenaamde ADC-toets mogelijkheden bieden om de vergunningaanvraag te onderbouwen. Maar om de ADC-toets succesvol te kunnen doorlopen moet er sprake zijn van het ontbreken van alternatieven, een dwingende reden van openbaar belang en moet de schade aan de natuur gecompenseerd worden. Dit is natuurlijk een toets die niet snel succesvol wordt doorstaan. 

Sommige nieuwe projecten hebben slechts een tijdelijke stikstofdepositie. Bijvoorbeeld  bouwprojecten waar de stikstofdepositie enkel en alleen voortkomt uit het daadwerkelijke bouwproces c.q. aan- en afvoeren van materialen etc. Voor zulke projecten kan wellicht een vergunning verleend worden als er geen belangrijke negatieve effecten op Natura 2000 gebieden zijn. Dit moet dan wel blijken uit een ecologische toets. De drempelwaarde voor stikstofdepositie voor 2020 wordt door het kabinet nog nader verkend. 

Het kabinet vindt dat het vergunningenproces voor veel (kleine) activiteiten weer in gang kan worden gezet. De vraag is echter hoe realistisch dit daadwerkelijk is. Er wordt wel heel gemakkelijk gedaan over de te doorlopen ADC-toets, ecologische toets of AERIUS-calculator. De reacties vanuit de bouwsector zijn in die zin dan ook wel veelzeggend. Zij verwachten er weinig van. Het is afwachten wat er exact uit de achterliggende berekeningen komt van de AERIUS-calculator en algemene stikstof berekeningen van het RIVM om te kijken of de cijfers en berekeningen ook daadwerkelijk kloppen. 

Kortom, het advies van de commissie-Remkes geeft oplossingen op korte termijn. Het kabinet heeft hier direct op gereageerd. Net zoals de bouwsector en de agrarische sector, stellen wij ons echter de vraag of deze oplossingen wel daadwerkelijk zo effectief zijn als door het kabinet en de commissie-Remkes worden gesteld. Dat moet nog maar blijken. Zeker is wel dat het grote stikstofprobleem er niet door wordt opgelost. Het is afwachten wat de commissie-Remkes volgend jaar in haar nieuwe rapport opneemt over advisering voor maatregelen voor de lange termijn. 

Zal dan in dit rapport ook de luchtvaart aan bod komen? Constant wordt gesteld dat er geen taboes zijn omtrent het stikstofverhaal. Maar zodra het woord ‘luchtvaart’ en de vliegvelden Schiphol en Lelystad genoemd worden, blijft het vanuit het kabinet angstvallig stil.

We wachten het maar weer af.

Femke Gietema       Tanja Heslinga

Agrarisch Recht           Bouwrecht

Bestuursrecht              Contractenrecht

 

 

Advies over stikstof van commissie-Remkes – aanbevolen maatregelen

Door Femke Gietema & Tanja Heslinga

Daar was het advies al, van commissie-Remkes inzake de stikstofdiscussie. Vorige week hebben we in ons artikel al het nodige genoemd over de stikstofuitspraak van de Raad van State, die de discussie over de stikstofuitstoot op scherp heeft gesteld en feitelijk de nodige ontwikkelingen op slot heeft gezet (vooral qua vergunningsaanvragen). Er werd vervolgens een commissie aangesteld die haar licht moest laten schijnen over hoe het nu verder moet met de zogenoemde “stikstofcrisis”.

Gistermiddag, woensdag 25 september 2019 om 17.30 uur, kwam dan eindelijk het langverwachte, maar ook zo gevreesde advies van de commissie-Remkes. De commissie-Remkes spaart niets en niemand en geeft aan dat er drastische maatregelen moeten worden genomen. Het rapport heet dan ook “Niet alles kan”, hetgeen een veelzeggende titel is.

Even terug naar vorige week

De Raad van State heeft in mei 2019 bepaald dat het huidige systeem (lees: de PAS) in strijd is met natuurwetgeving. Er moest wat veranderen en de hele vergunningverlening kwam op zijn gat te liggen. Het gaat hier om honderden, zo niet duizenden, projecten en plannen die nu geen doorgang kunnen vinden, omdat ze zouden (kunnen) leiden tot stikstofuitstoot. Te denken valt aan bouwprojecten als uitbreidingen van veehouderijen, maar ook woningen en het verbreden van wegen. Hoe nu verder? De commissie-Remkes moest oplossingen aandragen waar de politiek mee verder kan. De commissie kwam met de volgende (hoofd)punten voor de korte termijn.

Maximumsnelheid

Om maar direct met de deur in huis te vallen, het belangrijkste advies van commissie-Remkes is om de maximumsnelheid op rijks- en provinciale wegen zo snel mogelijk omlaag bij te stellen om de uitstoot van stikstof terug te dringen. Op die wijze zou de natuur zich kunnen herstellen, aldus de commissie. Dit kan alleen in de gebieden langs kwetsbare natuurgebieden, maar kan ook breder worden getrokken. Per weg dient te worden gekeken wat het effect van een snelheidsverlaging is.

Daar kan van alles van gevonden worden, maar het is geen onoverkomelijke maatregel. Bovendien klinkt het aannemelijk dat hiermee de stikstofuitstoot kan worden teruggedrongen. Althans, dat is onze mening in Friesland (waar we geen last hebben van de vele files zoals in de Randstad, die verhoudingsgewijs tot veel stikstofuitstoot leiden).

Boerenbedrijven

Een ander advies van de commissie-Remkes is gericht op de landbouwsector. Wederom wordt de landbouw hard aangevallen. Na de fosfaatdiscussie komt nu het stikstof om de hoek kijken. De landbouw wordt niet gespaard. Het advies ziet namelijk op het uitkopen van boerenbedrijven danwel de sanering daarvan. Het zou hier dan wel voornamelijk gaan om de verouderde boerenbedrijven. Deze verouderde boerenbedrijven zouden ook het meest vervuilend zijn. Bovendien gaat het dan om stallen in en nabij kwetsbare natuurgebieden. Dus er wordt niet gesproken over een generieke maatregel die de gehele sector raakt, zoals een algemene inkrimping van de veestapel (hetgeen voor de landbouwsector wellicht een (gedeeltelijke) opluchting zal zijn). Maar een gedwongen uitkoop is mogelijk wel een mogelijke optie voor de genoemde, verouderde boerenbedrijven. Overigens is dit een oplossing op de korte termijn, op de lange termijn dient wel breder te worden gekeken qua praktische maatregelen, aldus de commissie.

Innovatieve techniek

Vervolgens is er nog een (in onze ogen) enigszins vaag advies, namelijk de inzet op innovaties om de uitstoot te verminderen. De regering zou geld moeten uittrekken om te komen tot investeringen in innovatieve techniek. Wat dit dan zou moeten zijn, hoeveel dit zou moeten kosten en wat dit vervolgens zou opleveren, blijft volledig onduidelijk. Ook de termijn waarbinnen dit tot resultaat zou moeten leiden wordt niet genoemd, dit lijkt ons een maatregel voor de lange termijn.

Wel zou dit zowel in de industrie als in de bouw moeten leiden tot minder stikstofuitstoot. Echter, de commissie-Remkes is voor wat betreft de industrie duidelijk. De emissies in die sector beslaan slechts 1,6 % van het totaal, dus dit leidt niet op korte termijn tot significante verandering.

Herstel natuur

Commissie-Remkes stelt tot slot dat de natuur zo snel mogelijk hersteld moet worden. De kwaliteit van de natuur is de afgelopen jaren achteruit gegaan. De aanpak tot herstel moet worden geïntensiveerd en versneld, op basis van de uitgewerkte herstelmaatregelen. Er is immers sprake van communicerende vaten. Er moet niet alleen gekeken worden naar de vervuilende kant van de maatschappij (landbouw, consument, industrie), maar ook naar de natuur zelf, zodat deze kan herstellen en wellicht op den duur ook meer stikstof kan neutraliseren c.q. opnemen.

Bouwprojecten

Hoe nu verder met de lopende en toekomstige vergunningen? Joost mag het weten… Er is geen advies gegeven over hoe alle vastgelopen projecten kunnen worden vlot getrokken. En dit was nu juist wel één van de verwachtingen. Wel wordt door Remkes de ADC-toets besproken en genoemd dat hier “te hooggespannen verwachtingen” van zijn. Wat dat dan ook moge betekenen. Er wordt genoemd dat de huidige juridische instrumenten niet voor alle projecten een oplossing bieden. Oftewel, we blijven tasten in het duister. Juridische trucjes (zoals Remkes dat noemt) om de boel los te trekken zijn niet gewenst en niet de juiste oplossing.

Er is simpelweg geen pasklare oplossing gegeven voor alle projecten die nu stil liggen en dit zal op korte termijn niet anders worden. Veel projecten zullen voorlopig dan ook blijven liggen.

Wel wordt door de commissie gesteld dat de uitspraak van de Raad van State niet betekent dat er geen enkele vergunning meer mag worden verleend of dat er geen ruimte meer zou zijn voor vergunningverlening. De uitspraak zegt alleen maar dat een deugdelijke onderbouwing van het PAS (Programma Aanpak Stikstof) ontbreekt en dat er opnieuw moet worden gekeken. Maar hoe dan? Zonder richtlijnen en handvaten is dit nagenoeg onmogelijk, naar onze mening. Modulair, energieneutraal, circulair en natuurinclusief bouwen wordt er genoemd, en beter gebruik van innovatieve technieken en materialen. Daar valt winst in te behalen. Maar op de korte termijn… Nee, dit blijft een probleem! Wellicht dat de kleine dakkappelen weer op de daken kunnen worden geplaatst, maar hele nieuwbouwwijken zullen er voorlopig niet in zitten, zo lijkt het.

Concluderend

Er worden kortom de nodige adviezen gegeven voor drastische maatregelen op korte termijn. De commissie komt vervolgens in mei 2020 met een nader advies voor maatregelen op de langere termijn. Wel is de commissie heel duidelijk: “Veel te lang is de natuur ondergeschikt aan de bedrijvigheid”. Dus er moet iets gebeuren qua stikstofuitstoot. Met de adviezen kan daar ook wel verandering in komen, mits goed aangepakt. Maar qua vergunningverlening en alle projecten die op stapel liggen, verandert er weinig. Helaas! Het is blijkbaar hogere wiskunde.

Wellicht dat de politiek in Den Haag nog een “eureka-moment” heeft de komende weken. In oktober komen de ministeries namelijk met een reactie. Wij zijn benieuwd. Tot die tijd? Afwachten? Nee hoor, gewoon doorwerken en door ontwikkelen! En als het dan stagneert bij de overheid, bel ons. Met de tools die er nu zijn gegeven, kunnen we misschien toch zo’n “juridisch trucje”, waar Remkes niets van af wil weten, verzinnen!

Femke Gietema       Tanja Heslinga

Agrarisch Recht           Bouwrecht

Bestuursrecht              Contractenrecht

 

Stikstof doet veel stof opwaaien…

Door Femke Gietema & Tanja Heslinga

 Eind mei 2019 kwam het zo gevreesde bericht van de Raad van State, die een streep heeft gezet door het Programma Aanpak Stikstof (PAS). De PAS werd tot dat moment gebruikt als basis om toestemming te verlenen voor activiteiten die leiden tot een stikstoftoename in stikstofgevoelige gebieden, zoals de Natura 2000-gebieden (lees: beschermde natuurgebieden).

 Activiteiten waarbij mogelijk stikstof terecht komt in Natura 2000-gebieden hebben een natuurvergunning nodig. Bij die activiteiten kan gedacht worden aan het uitbreiden van een veehouderij, de nieuwbouw van woningen of industriële activiteiten. Vanaf eind mei 2019 kan dus niet langer de PAS worden gebruikt om een natuurvergunning aan te vragen. Men zal daarom op een andere manier moeten gaan aantonen dat een project géén schadelijke effecten  qua stikstof heeft op Natura 2000-gebieden of er moet een passende beoordeling en milieueffectenrapportage worden opgesteld. Pas daarna kan toestemming c.q. een vergunning worden verleend.

 Door het doorstrepen van de PAS door de Raad van State zijn veel (bouw)projecten en het vaststellen van bestemmingsplannen op slot komen te staan. Want hoe moeten we hier nu verder mee omgaan?

 Wat is de huidige stand van zaken?

 In juli 2019 heeft minister Schouten van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) een Adviescollege Stikstofproblematiek in het leven geroepen, onder leiding van de heer Johan Remkes. Het Adviescollege heeft opdracht gekregen om aanbevelingen en oplossingsrichtingen te zoeken over hoe omgegaan moet worden met vergunningverlening na de recente uitspraak over de PAS. Er is verzocht om dit binnen een termijn van ongeveer twee maanden te realiseren. 

Op 16 september 2019 is vervolgens een nieuwe versie van de zogenoemde AERIUS-calculator beschikbaar gekomen. Dit betreft een rekentool, waarmee de stikstofdepositie in een natuurgebied kan worden berekend. Nu deze rekentool beschikbaar is geworden, kunnen voor activiteiten die de natuur niet raken weer vergunningen worden aangevraagd. De vergunningverlening voor kleine projecten kan op deze wijze weer langzaam op gang komen. Dit geldt dan puur voor projecten, waar geen of weinig stikstofdepositie is.

 Het eerder genoemde Adviescollege is op verzoek van de Tweede Kamer ook gevraagd te adviseren over de manier waarop, en de voorwaarden waaronder, op korte termijn toestemming kan worden verleend voor activiteiten die wél de nodige stikstofdepositie veroorzaken in Natura 2000-gebieden. Dit advies wordt in de week van maandag 23 september 2019 verwacht.

 Misschien kan dit de vergunningverlening voor de grotere en nieuwe projecten ook weer verder op gang brengen. Op dit moment verleent het bevoegde gezag namelijk ook geen toestemming voor nieuwe projecten, op grond van de zogenoemde ADC-toets en extern salderen (omdat beleid hieromtrent nog wordt ontwikkeld). Voor de ADC-toets geldt dat alleen toestemming kan worden verleend als:

  1. alternatieven (A) ontbreken
  2. sprake is van een dwingende reden van groot openbaar belang (D) en 
  3. compenserende (C) maatregelen worden getroffen. 

Extern salderen houdt in dat een (nieuw) project dat leidt tot meer stikstofuitstoot toch in aanmerking komt voor een vergunning mits dit effect door maatregelen teniet wordt gedaan. De mogelijkheden voor het gebruik van extern salderen en de ADC-toets zullen ook onderdeel zijn van het advies van volgende week.

Hoe zit het in de bouw?

 Met name in de bouw liggen momenteel veel projecten stil. Projecten die nog geen definitieve vergunning hebben, kunnen niet worden uitgevoerd. Maar ook de projecten die wél een definitieve vergunning hebben, welke nog zijn gebaseerd op de PAS, zijn niet zeker van uitvoering en riskeren een bouwstop. Het advies dat door het Adviescollege zal worden gegeven volgende week zal dan ook cruciaal zijn voor de door de politiek te nemen stappen. Op dat moment kunnen we met z’n allen beoordelen of de politiek het redt om de vergunningverlening op korte termijn weer hervat te krijgen.

 Wel is er, doordat er nu al een nieuwe rekentool in AERIUS bestaat, weer de mogelijkheid om te berekenen of er sprake is van stikstofuitstoot die neer kan dalen in Natura 2000-gebieden en wat de effecten daarvan zijn. Hierdoor kunnen (kleinere) bouwprojecten weer vergund worden.

 Hoe zit het met bestemmingsplannen?

 Ook voor bestemmingsplannen heeft de stikstofuitspraak van de Raad van State consequenties. Voor nieuwe bestemmingsplannen die in procedure zijn, geldt dat de gemeenteraad de verplichting heeft om door een voortoets te beoordelen of als gevolg van de met het bestemmingsplan mogelijk gemaakte ontwikkelingen, zoals bijvoorbeeld woningbouw-projecten,  relevante stikstofdeposities kunnen optreden ter plaatse van Natura 2000-gebieden.

 Woningbouwplannen, ook de kleinschalige, kunnen leiden tot een toename van de stikstofdepositie ter plaatse van Natura 2000-gebieden. Daarom geldt dat deze dus in beginsel door de gemeenteraad moeten worden onderzocht. Voor kleinschalige initiatieven in de woningbouw, waarvan op voorhand en goed onderbouwd kan worden aangegeven dat er geen enkele negatieve gevolgen zijn voor Natura 2000-gebieden, kan een passende beoordeling van de stikstofdepositie achterwege blijven. Dit geldt echter voor een minimaal aantal initiatieven.

 Is namelijk duidelijk dat de met het bestemmingsplan mogelijk gemaakte ontwikkelingen tot een toename van de stikstofdepositie op een Natura 2000-gebied leiden, dan zal ook hier een passende beoordeling en een milieueffectrapportage moeten worden opgesteld.

 Bestemmingsplannen die al zijn vastgesteld of in een procedure zitten waarin de beroepsgrond van stikstof niet meer kan worden ingebracht, kunnen worden vastgesteld. Voor de afgifte van omgevingsvergunningen (voor bijvoorbeeld bouwen) op basis van deze bestemmingsplannen moet wel weer naar de stikstofdepositie te worden gekeken in verband met de natuurvergunning. Dus men blijft bezig!

 Wat kunnen we op dit moment al concluderen?

 Door de zogenoemde stikstofuitspraken van de Raad van State, waarin een streep is gezet door de PAS eind mei 2019, zijn veel natuurvergunningen voor bouwprojecten en bestemmingsplannen op slot komen te staan. Doordat afgelopen maandag het nieuwe rekenmodel in AERIUS in werking is getreden, kunnen voor (kleinere) projecten weer vergunningen worden aangevraagd. Voor de meeste projecten en plannen geldt echter dat er met spanning gewacht moet worden op het advies van het ingestelde Adviescollege. Dit advies volgende week wordt verwacht. Aan de hand van het advies zal de politiek zo snel mogelijk actie moeten ondernemen om ervoor te zorgen dat het slot weer opengaat en er weer verder gegaan kan worden met de bouw van de zo broodnodige woningen, wegen en uitbreidingen van veehouderijen etc. Dit zal waarschijnlijk eerst via een noodwet moeten.

 Als het advies volgende week bekend wordt, zullen wij hier weer een artikel aan wijden. Want één ding is zeker: dit wordt hoe dan ook vervolgd!!

 

Femke Gietema       Tanja Heslinga

Agrarisch Recht           Bouwrecht

Bestuursrecht              Contractenrecht

 

 

 

 

 

 

 

Bijklussende boeren: let op het bestemmingsplan

Op steeds meer (voormalige) agrarische bedrijven vinden niet-agrarische nevenactiviteiten plaats. Naast een bed & breakfast, boerderijwinkel of camping is daar de bekende theetuin. Wat is er nu leuker voor mensen dan tijdens een mooie fietstocht een ijsje te halen bij een ijsboerderij, verse melk te kopen bij de melktap van een melkveebedrijf of een kop koffie of thee te drinken in de tuin van een agrarisch bedrijf om vervolgens te overnachten in een bed & breakfast of boerencamping. Voor de agrarische ondernemers is dit een manier om de mensen kennis te laten maken met hun bedrijf en producten.

Regels in bestemmingsplan

Maar deze niet-agrarische nevenactiviteiten zijn niet altijd zomaar vrij te realiseren. In het bestemmingsplan staat omschreven wat er op een perceel mag worden gerealiseerd en geëxploiteerd, al dan niet met een vergunning. Helaas zijn de begripsomschrijvingen en teksten in de regels van een bestemmingsplan niet altijd eensluidend en duidelijk. Zo blijkt ook in het navolgende geval van de bruidstaart.

De zaak van de bruidstaart

Op een voormalig agrarisch bedrijf wordt een theeschenkerij geëxploiteerd. De gemeente wijst de theetuin aan als speciale trouwlocatie. De exploitante van de theeschenkerij breidt haar activiteiten vervolgens uit door zalen te verhuren voor feesten en partijen.

 De gemeente oordeelt dat het verhuren van zalen voor feesten en partijen strijdig is met het bestemmingsplan en dat er in de theeschenkerij wel appeltaart en andere taartsoorten mogen worden aangesneden, maar geen bruidstaart! De gemeente legt dan ook een last onder dwangsom op. Of het aansnijden van een bruidstaart binnen de bestemming theeschenkerij valt moet de Raad van State beslissen.

 De Raad van State overweegt dat – vanwege onduidelijkheid in het bestemmingsplan – onder een theeschenkerij een inrichting moet worden verstaan die is gericht op tuinrecreatie, waarbij tussen zonsopgang en zonsondergang alcoholvrije dranken en eenvoudige etenswaren aan de bezoekers en passerende recreanten geserveerd worden.

 Verder vindt de Raad dat er geen grond is voor het oordeel dat het aansnijden van een bruidstaart strijd oplevert met de voorheen geldende bestemming en functieaanduiding, mede gezien het feit dat de gemeente de theeschenkerij zelf heeft aangewezen als trouwlocatie. Lees hier mijn eerdere blog over deze kwestie.

Controleer eerst het bestemmingsplan

Het voeren van dit soort procedures of het krijgen van een dwangsom is zonde van je tijd en geld. Controleer daarom welke nevenactiviteiten op jouw perceel zijn toegestaan en voor welke activiteiten je een vergunning of bestemmingsplanwijziging nodig heeft. Je kunt dan zorgeloos de voorbijgangers voorzien van een ijsje, kopje thee en zelfs van een (overgebleven) stukje bruidstaart!

 

Deze column verscheen eerder (in iets andere bewoordingen) in de papieren uitgave van landbouwvakblad Veldpost. Meer informatie over Veldpost vind je hier.

 

 

Met een raamovereenkomst valt niet te spotten

 Deze week schrijf ik eens een artikel over het aanbestedingsrecht. Dat is een dynamisch rechtsgebied waar veel gebeurt. Zo ook in deze uitspraak van 6 juni 2019 van de Rechtbank Noord-Holland. Daar speelde zich een kort geding af tussen een opdrachtgever en een aannemer.

Raamovereenkomst

Deze hadden namelijk een raamovereenkomst gesloten. Een raamovereenkomst is een overeenkomst waarbij een aanbestedende dienst tijdens een bepaalde periode (maar in beginsel maximaal vier jaar) specifiek bepaalde werken wil opdragen aan een aannemer. Het kan hierbij gaan om leveringen, diensten of het uitvoeren van werkzaamheden. Je kunt hierbij bijvoorbeeld denken aan al het groenwerk in een bepaalde stad. Je wilt niet voor elke wijk een partij zoeken die de bomen en struiken gaat snoeien en je wilt ook niet elk jaar een andere partij zoeken. Dan is het handig om één groenvoorziener te zoeken die voor de komende jaren het groenwerk oppakt. Er worden in de raamovereenkomst dan vervolgens alvast afspraken gemaakt over hoe partijen dit in de toekomst gaan uitvoeren, qua termijnen, kwaliteit en dergelijke. Er ontstaat niet direct een verplichting tot het opdragen van werken, maar er worden wel alvast voorwaarden vastgelegd voor het geval er werken komen.

Geen wassen neus

Zoals gezegd bestaat er niet direct een verplichting tot het opdragen van werken, dus feitelijk zou zo’n raamovereenkomst een wassen neus kunnen zijn. Dat is niet helemaal het geval, volgens de Rechtbank Noord-Holland. Daar stond ter discussie of het de opdrachtgever toegestaan was om werkzaamheden die onder de raamovereenkomst zouden vallen, te laten uitvoeren door een derde partij. Daar was de Voorzieningenrechter heel kort over.

De opdrachtgever heeft dan misschien contractsvrijheid en het staat haar vrij om opdrachten te gunnen en het is voor haar geen verplichting om opdrachten onder de raamovereenkomst te verstrekken. Maar, áls er sprake is van een opdracht die valt onder de reikwijdte van de raamovereenkomst en de opdrachtgever wil deze gunnen, dan is zij verplicht om de opdracht aan de aannemer (de raamcontractant) te gunnen!

Om even terug te grijpen op het voorbeeld van het groenwerk: als er groenwerk is buiten de stad, dan mag de opdrachtgever dit zelfstandig aan een partij gunnen. Maar gaat het over groenwerk binnen de stad en wil zij dit laten uitvoeren, dan heeft zij maar één partij waar zij dit aan kan opdragen en dat is de raamcontractant. Het is de opdrachtgever dan niet toegestaan om een andere partij in te schakelen. Ondanks dat een ander het wellicht goedkoper of beter kan, dat doet niet ter zake. De raamovereenkomst is duidelijk, daar hebben partijen het mee te doen.

Dus áls er een opdracht is die moet worden uitgevoerd, dan heeft de opdrachtgever géén keus qua aannemers die het kunnen uitvoeren. Zij is dan verplicht om de opdracht onder de raamovereenkomst uit te laten voeren door de betreffende aannemer. Dit vloeit voort uit de contractuele relatie tussen partijen.

Laat je niet piepelen

Nu klinkt dat simpel. Ja, er is een contract gesloten, dan heb je je daar toch ook aan te houden. Klopt! Maar, in de praktijk komt het vaak voor dat toch werkzaamheden die behoren tot de raamovereenkomst aan een derde partij worden uitbesteed en vaak wordt daar niets tegen gedaan. Het werk is toch al uitgevoerd, of de aannemer wil de relatie met de opdrachtgever niet verstoren. Daar valt natuurlijk wat voor te zeggen, maar het is toch prettig om te weten wat je rechtspositie is. En uit deze uitspraak blijkt maar weer duidelijk dat het uitzetten van deze werkzaamheden bij een derde niet is toegestaan. Daar kan simpelweg een verbod voor worden gevraagd bij de Voorzieningenrechter.

Laat je dan ook niet piepelen en zorg dat je weet wat je rechten zijn!

Billenkoek voor Ryanair

In het arbeidsrecht gaat het vaak over werkgevers die van een personeelslid af willen. Maar wat nu als je een hork van een baas hebt en van hem of haar af wilt? Je kunt dan natuurlijk eieren voor je geld kiezen en gaan solliciteren. Of ontslag nemen voordat je ander werk hebt. Nadeel hiervan is dat je geen ww krijgt. Onze wetgever heeft nog voor een derde mogelijkheid gezorgd: een werknemer kan de kantonrechter vragen om de arbeidsovereenkomst te ontbinden. Hoe dit werkt, leg ik uit met de uitspraak over de piloten van Ryanair. 

Wat er is gebeurd

‘Ryanair moet tonnen betalen aan acht Nederlandse piloten’, is te lezen op https://www.nu.nl/economie/5857083/ryanair-moet-tonnen-betalen-aan-acht-nederlandse-piloten.html   

Deze piloten zijn in dienst bij Ryanair en hebben Eindhoven als basis. Er is al een tijdje wat turbulentie: de cao-onderhandelingen zijn mislukt en er is twee keer gestaakt. Ryanair heeft geprobeerd de eerste staking te voorkomen door de rechter te vragen deze te verbieden. Dit verzoek is afgewezen. Op nog een staking zit Ryanair niet te wachten en ze gooit het daarom over een andere boeg: als de piloten gaan staken, wordt de basis op Eindhoven gesloten. Maar de piloten zetten door en Ryanair ook. De basis wordt gesloten. 

Ryanair zet de piloten daarna onder druk om binnen een paar dagen door te geven welke andere basis hun voorkeur heeft. Hierbij wordt direct maar even gemeld dat met die voorkeuren misschien geen rekening wordt gehouden en dat Ryanair dan zelf eenzijdig bepaalt wat de nieuwe basis wordt. Vervolgens geeft Ryanair een paar opties door voor een nieuwe basis. Wat dacht je van verhuizen van Eindhoven naar bijvoorbeeld Lamezia (Zuid-Italië), Marokko of Otopeni in Boekarest? O ja, Ryanair geeft hierbij geen enkele informatie over wat zo’n overplaatsing dan precies inhoudt. Wel vragen ze de piloten om dezelfde dag te bevestigen dat ze ‘vrijwillig’ instemmen met een van de aangeboden opties. Nog voordat deze termijn om is, start Ryanair een ontslagprocedure bij het UWV om bedrijfseconomische redenen (die overigens wordt verloren). 

En alsof dit allemaal nog niet genoeg is, stelt Ryanair een aantal vragen aan de piloten waarop per direct een antwoord wordt geëist. Het gaat dan om vragen over of de piloten elders aan het solliciteren zijn etc. Vragen waarop de piloten helemaal geen antwoord hoeven te geven. Ryanair geeft eerst niet aan waarom deze vragen worden gesteld. Later worden drie verschillende redenen opgegeven. Uiteindelijk besluiten de piloten toch maar te antwoorden. Er wordt tenslotte gedreigd met disciplinaire maatregelen. 

Al met al een lekkere manier om met je personeel om te gaan. Voor de piloten is de maat nu wel vol. Ze willen van Ryanair af en dienen een verzoek in bij de rechtbank. Hierin vragen ze de rechter de arbeidsovereenkomst te ontbinden en twee vergoedingen toe te kennen. Ten eerste de transitievergoeding en ten tweede een billijke vergoeding

Wat de rechter vindt

De rechter moet beoordelen of: 

  • er omstandigheden zijn die maken dat de arbeidsovereenkomst billijkheidshalve dadelijk of na korte tijd behoort te eindigen
  • zo ja, of er een transitievergoeding en/of een billijke vergoeding moet worden betaald.

Omstandigheden die maken dat de arbeidsovereenkomst moet eindigen

Hierover is de rechter kort. Er is geen zicht op een zinvolle voortzetting van de arbeidsovereenkomst. Dit komt enerzijds doordat de piloten weigert naar een andere basis overgeplaatst te worden en anderzijds doordat de ontslagaanvraag bij het UWV is afgewezen. De situatie zit muurvast. Daarom ontbindt de rechter de arbeidsovereenkomst. 

Transitievergoeding en/of billijke vergoeding 

De vergoedingen worden alleen toegekend als de ontbinding het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van Ryanair. Uiteindelijk komt de rechter tot de conclusie dat hiervan inderdaad sprake is. In bijna vier kantjes legt de rechter uit waarom en Ryanair krijgt hierbij de nodige billenkoek. 

Een paar citaten uit het vonnis:  

De beschreven gang van zaken maakt dan ook ongeloofwaardig dat bedrijfseconomische redenen aan de sluiting ten grondslag liggen. 

Het ernstig verwijtbaar handelen van Ryanair zit niet in de sluiting van de basis Eindhoven, maar in de manier waarop dit heeft plaatsgevonden en de bejegening van de vliegers.

… Daaruit kan niet anders worden afgeleid, dan dat Ryanair zich weinig tot niets gelegen laat liggen aan de belangen van de vliegers. 

Mede tegen de achtergrond van het vonnis van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Haarlem van 9 augustus 2018, waarin het stakingsrecht van de vliegers wordt erkend, konden de vliegers de brieven van 14 en 25 september 2018 opvatten als dreigend en intimiderend.

…, leidt de kantonrechter af dat de verschillende redenen als ongeloofwaardig moeten worden aangemerkt en dat Ryanair deze informatieverzoeken slechts als drukmiddel heeft willen gebruiken. 

Toekenning transitievergoeding

Uiteindelijk krijgen de piloten een transitievergoeding van tussen de € 33.000,- en de € 84.000,-. De hoogte hiervan is afhankelijk van hoe lang iemand in dienst is en de hoogte van het salaris. 

De piloten hadden een behoorlijk hoge billijke vergoeding gevraagd van meer dan een miljoen euro per persoon. Deze vergoeding is door de rechter gematigd tot bedragen tussen de € 380.000,- en € 480.000,-. Het vaststellen van de billijke vergoeding is een beetje natte vingerwerk. Uiteindelijk gaat het erom dat de werknemer wordt gecompenseerd voor het ernstig verwijtbaar gedrag van de werkgever. Daarbij wordt rekening gehouden met allerlei feiten en omstandigheden. Zo is de hoogste vergoeding toegekend aan een piloot die vanwege zijn leeftijd waarschijnlijk geen gezagvoerder meer kan worden. 

Conclusie

Een werknemer kan ontbinding van de arbeidsovereenkomst vragen als er omstandigheden zijn waardoor de arbeidsovereenkomst billijkheidshalve dadelijk of na korte tijd behoort eindigen. Voorbeelden van zulke omstandigheden zijn weigeren loon te betalen, pesterijen en het willens en wetens niet nakomen van re-integratieverplichtingen. 

Als er sprake is van van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever kan de rechter bepalen dat een transitievergoeding en/of billijke vergoeding moet worden betaald. 

Al met al heeft Ryanair bij de Nederlandse rechter weer behoorlijk het deksel op de neus gekregen. En zijn de piloten inmiddels vast alweer ready for take off. Er is op dit moment immers genoeg werk in de luchtvaart, ook in andere plaatsen dan Boekarest of Marokko.