Blog Archives

Blog Sub Title

All posts by woltman

Faillissement natuurlijk persoon

Niet alleen B.V.’s kunnen failliet gaan. Ook een privé persoon – in juridische termen wordt dit een natuurlijk persoon genoemd – kan in een faillissement raken. Dit gaat dan niet alleen om particulieren, maar ook om zzp’ers of eenmanszaken. Bij een eenmanszaak kan personeel in dienst zijn. Ook kan het bijvoorbeeld gaan om een winkel met meerdere filialen. De schulden kunnen dus behoorlijk oplopen. Een crediteurenlijst met enkele tonnen aan schulden komt regelmatig voor.

Benoeming curator en rechter-commissaris

Bij het uitspreken van het faillissement worden een curator en een rechter-commissaris benoemd. De curator heeft als taak al je bezittingen te gelde te maken (te verkopen). Van de opbrengst wordt de curator betaald. Het geld dat daarna over is, wordt verdeeld onder de schuldeisers. Het geheel van bezittingen en schulden in een faillissement wordt de boedel genoemd.

De rechter-commissaris houdt toezicht op de curator. De curator heeft voor veel handelingen toestemming nodig van de rechter-commissaris.

Beschikkingsonbevoegdheid bij faillissement

Een faillissement heeft nogal wat gevolgen. Een van de belangrijkste is dat je beschikkingsonbevoegd bent geworden door het faillissement. Dat betekent bijvoorbeeld dat je niets mag verkopen zonder dat de curator het weet.

Bankrekeningen worden vaak automatisch door de bank geblokkeerd. Mocht de rekening per ongeluk nog beschikbaar zijn, dan ben je toch niet bevoegd om geld op te nemen. De curator kan contact opnemen met de bank om een bankrekening te laten deblokkeren. Je hebt immers wel een rekening nodig om betalingen te ontvangen en te doen. Maar dit kan dus alleen met toestemming van de curator. En natuurlijk mag je niet rood kunnen staan op deze rekening.

Inboedel

De spullen die je nodig hebt voor je dagelijks leven blijven buiten het faillissement. Het gaat dan om kleding, bed en beddengoed, huisraad en een voorraad levensmiddelen. Als er sprake is van een zogenaamde ‘bovenmatige inboedel’ kan de curator toch bepaalde dingen verkopen. Hierbij kun je denken aan een inrichting met dure designmeubelen/antieke meubelen of als er bij jou een flatscreen van € 30.000,- aan de muur hangt.

Gevolgen voor echtgenoot

Als je in gemeenschap van goederen getrouwd bent, heeft het faillissement ook gevolgen voor je echtgenoot. Dit geldt dan namelijk als een faillissement van de gemeenschap. Je echtgenoot is niet failliet, maar kan ook niet meer beschikken over gemeenschappelijke eigendommen (spullen of geld). Mocht je echtgenoot bijvoorbeeld jullie huis willen verkopen, dan kan dit alleen met toestemming van de curator.

Het inkomen van je echtgenoot wordt meegenomen in de berekening van het vrij te laten bedrag, zie hieronder.

Vrij te laten bedrag/beslagvrije voet

Al je inkomsten vallen in het faillissement. In de meeste gevallen wil de curator dat je inkomsten op de faillissementsrekening worden gestort (voor elk faillissement wordt een speciale rekening geopend. Dit wordt de faillissementsrekening of boedelrekening genoemd).

De curator berekent het zogenaamde ‘vrij te laten bedrag’ (VTLB). Hiervoor wordt een speciale calculator gebruikt, waarin allerlei informatie moet worden ingevuld: je inkomen, of je samenwoont, wat het inkomen van je partner is, of je minderjarige kinderen hebt, toeslagen krijgt, wat je woonlasten zijn enz. enz. Meestal is het VTLB gelijk aan de beslagvrije voet. Hier vind je meer informatie over de beslagvrije voet.

Het VTLB is het bedrag dat je zelf mag houden om van te leven. De curator maakt dit elke maand naar je over. Alles boven het VTLB valt in het faillissement.

Postblokkade

Bij elk faillissement wordt door de rechtbank een postblokkade uitgesproken. De rechtbank geeft je adres rechtstreeks door een Postnl. Het gevolg is dat al je post bij de curator terechtkomt, die de post ook openmaakt. Bij de meeste curatoren kun je de post een keer per week ophalen. Soms wordt het opgestuurd.

Rechten en verplichtingen

Tijdens een faillissement heb je nogal wat verplichtingen. In dit document vind je hierover meer informatie. Wij geven dit document altijd aan een failliet bij de eerste bespreking zodat hij direct op de hoogte is. Een aantal voorbeelden van je verplichtingen:

  • je moet alle gewenste inlichtingen aan de curator of de rechter-commissaris geven. Dit noemen we de inlichtingenplicht. De curator zal je administratie willen inzien en kan je ook vragen bepaalde stukken in te leveren

  • onder de inlichtingenplicht valt ook dat je de curator zelf op de hoogte moet brengen van veranderingen in je vermogen of andere feiten en omstandigheden die belangrijk zijn voor de afwikkeling van het faillissement. Dit gaat niet alleen om informatie waarvan je weet dat die belangrijk is, maar ook om informatie waarvan je dat behoort te weten

  • je bent zelf verantwoordelijk voor je administratie, ook bijvoorbeeld voor het doen van aangifte. Als het nodig is, moet je hier overleg met de curator over voeren

  • je moet meewerken aan de afwikkeling van het faillissement, bijvoorbeeld door het geven van een volmacht.

Einde faillissement

Een faillissement duurt minimaal een half jaar, maar in de meeste gevallen wel een tot twee jaar. Het kan op verschillende manieren eindigen: door opheffing (wegens gebrek aan baten), door gedeeltelijke betaling van de schuldeisers of door het aanbieden van een akkoord. Ook is het soms mogelijk een beroep op de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen te doen (WSNP). Een verzoek tot toepassing van de WSNP kan ook tussentijds, dus als het faillissement nog loopt.

Bij opheffing van het faillissement wegen gebrek aan baten herleven de schulden. Dit betekent dat je in theorie tot in lengte van dagen achtervolgd kunt worden door schuldeisers (de verjaringstermijnen lopen niet tijdens een faillissement). Ook bij gedeeltelijke betaling van de schuldeisers kun je nog benaderd worden voor betaling van het restant.

Alleen bij beëindiging door het aanbieden van een akkoord zijn er normaal gesproken geen schuldeisers meer van voor datum faillissement die bij je aankloppen.

Scheepswerf Barkmeijer in Stroobos failliet verklaard

Scheepswerf Barkmeijer in Stroobos failliet verklaard

 

Op dinsdag 30 oktober 2018 is Barkmeijer Stroobos B.V.  door de Rechtbank Noord-Nederland failliet verklaard. Marco Kalmijn van ons kantoor is benoemd tot curator. Samen met IdeJan Woltman en Tineke Wouda pakt hij dit omvangrijke faillissement op.

 

Afkoelingsperiode

Op verzoek van Marco Kalmijn heeft de Rechter-commissaris – die toezicht houdt in het faillissement –  een zogenaamde afkoelingsperiode gelast. Dit betekent dat alle rechten van de schuldeisers tijdelijk in de ijskast worden gezet. In dit faillissement gaat het om een periode van 30 dagen, dus tot en met vrijdag 30 november 2018. Tijdens deze periode mogen schuldeisers hun goederen niet ophalen. Het gaat dan om schuldeisers die bijvoorbeeld een beroep kunnen doen op eigendomsvoorbehoud of het recht van reclame.

 

Doel afkoelingsperiode

Tijdens de afkoelingsperiode inventariseert Marco Kalmijn als curator de boedel van Barkmeijer Stroobos en bekijkt hij of een doorstart mogelijk is. Met toestemming van de Rechter-commissaris zal eerst nog worden doorgewerkt.

 

Indienen vordering

Als u een vordering op Barkmeijer Stroobos B.V. hebt dan kunt u die bij ons indienen door dit formulier en de openstaande facturen te mailen naar mevrouw Tineke Wouda, faillissementsmedewerkster, op het mailadres barkmeijer@vandersluisvanderzeekalmijn.nl

Doorstart na faillissement

De curatoren van de failliete ziekenhuizen in Flevoland onderhandelen over een doorstart. Hoe zit het ook maar weer met een doorstart na faillissement? We frissen uw kennis op dit gebied van het faillissementsrecht even op.

 

Geïnteresseerden

Direct na het uitspreken van een faillissement staat de telefoon roodgloeiend bij een curator. Er melden zich allerlei partijen die interesse hebben: van opkopers tot bedrijven die de failliete zaak willen doorstarten. Met alle serieuze geïnteresseerden wordt contact gelegd en zij worden in de gelegenheid gesteld een bod te doen.

 

Verkoop activa

Bij een doorstart worden de aanwezige activa verkocht aan de doorstartende partij. Het gaat dan bijvoorbeeld om de inboedel, het klantenbestand, de orderportefeuille, de goodwill en domeinnamen. Als deze activa worden verkocht aan iemand die het bedrijf doorstart, levert dit vaak meer op en het is natuurlijk de taak van de curator om een zo hoog mogelijk opbrengst te genereren.

 

In elk faillissement wordt een Rechter-commissaris benoemd. Deze houdt toezicht op het werk van de curator. Voor een doorstart moet de Rechter-commissaris toestemming geven.

 

Going-concern

Ook moet de Rechter-commissaris toestemming geven om het bedrijf open te houden na het uitspreken van het faillissement. Het kan belangrijk zijn om een bedrijf door te laten draaien, omdat de opbrengst dan maximaal is. Een zaak die nog open is, is meer waard voor een doorstartende partij dan een zaak die dicht is.

 

Schuldeisers

Voor de meeste schuldeisers is een doorstart een bittere pil. Zij kunnen vaak fluiten naar hun geld omdat in de meeste faillissementen geen uitkering wordt gedaan. Dit is voor hen maar moeilijk te begrijpen, vooral als de zaak wordt voorgezet door dezelfde personen.

 

Personeel

Een faillissement is altijd erg ingrijpend voor het personeel. Het bedrijf waarvoor mensen zich met hart en ziel hebben ingezet stopt en hun toekomst wordt onzeker. In 99 van de 100 gevallen wordt het personeel door de curator ontslagen. Het UWV betaalt het loon tijdens de opzegtermijn door. Tijdens de opzegtermijn kan de curator het personeel laten doorwerken om zo het failliete bedrijf open te houden. Medewerkers die na afloop van de opzegtermijn nog geen nieuwe baan hebben, komen in aanmerking voor ww.

 

De doorstartende partij is niet verplicht het personeel over te nemen. Als het mogelijk is, zal een curator meestal wel proberen af te spreken dat zoveel mogelijk werknemers in dienst komen bij het doorstartende bedrijf. De curator moet namelijk ook rekening houden met de werkgelegenheid, een algemeen maatschappelijk belang. Maar uiteindelijk is toch doorslaggevend wie de hoogste prijs wil betalen voor het failliete bedrijf.

 

Conclusie

Een doorstart is een ingewikkeld proces, waarbij met zoveel mogelijk belangen rekening wordt gehouden. Voor schuldeisers en personeel is een doorstart niet altijd te begrijpen, maar een curator zal toch voor een doorstart kiezen als dat de hoogste opbrengst oplevert.

 

Vordering tot betaling in bitcoin verifieerbaar in faillissement

Op 14 februari 2018 heeft de rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een verzoekschriftprocedure tot faillietverklaring van Koinz Trading B.V., welke procedure door advocaat Jelmer de Vries van ons kantoor is opgestart. De uitspraak van de rechtbank is baanbrekend en geeft antwoord op de vraag of de vordering tot uitbetaling van bitcoins een vordering is waarvoor het faillissement kan worden uitgesproken.

Koinz Trading is Nederlands eerste ‘bitcoin-fabriek’. Tegen betaling van een beheersvergoeding werden miningcomputers van derden ingezet voor het produceren van bitcoins. Aan het eind van de maand werd er in bitcoin of euro’s uitbetaald, althans dat was de bedoeling. De laatste maanden ontvingen meerdere klanten van ons kantoor geen uitbetaling meer in bitcoin. Omdat herhaaldelijk toezeggingen tot uitbetaling niet werden nagekomen en er geruchten gingen dat de computers, die niet in eigendom  waren van Koinz Trading, door haar werden verkocht, is besloten het faillissement aan te vragen.

Het faillissement is een algeheel beslag op het vermogen van de onderneming. Daarmee wordt in ieder geval voorkomen dat de onderneming verder wordt leeggehaald. Daarnaast heeft een curator de mogelijkheid om de locatie van de computers te achterhalen en kan zij nagaan wat er met het ingelegde geld is gebeurd en of er sprake is van frauduleus handelen.

Of de rechter het faillissement zou uitspreken was nog wel even spannend. De rechter diende te oordelen over de vraag of de vordering tot uitbetaling van bitcoins is aan te merken als een vordering in de zin van de Faillissementswet. Daarover heeft in Nederland niet eerder een rechter uitspraak gedaan. Volgens de rechtbank Amsterdam is dit het geval. De Rechtbank geeft in haar vonnis aan:

“Een bitcoin bestaat, zo begrijpt de rechtbank, uit een unieke, digitaal versleutelde reeks van cijfers en letters opgeslagen op de harde schijf van de computer van de rechthebbende. Bitcoins worden ‘geleverd’ door het verzenden van bitcoins van de ene wallet naar de andere wallet. Bitcoins zijn op zichzelf staande waarde-bestanden, die bij een betaling rechtstreeks door de betaler aan de begunstigde worden geleverd. Hieruit volgt dat een bitcoin een waarde vertegenwoordigt en overdraagbaar is. Naar het oordeel van de rechtbank vertoont het hiermee kenmerken van een vermogensrecht. Een vordering tot betaling in bitcoin is dus te beschouwen als een vordering die voor verificatie in aanmerking komt.

Onbetwist staat vast dat tussen verzoeker en gerekestreerde een verbintenis bestaat die strekt tot betaling in bitcoin, welke verbintenis ook in bitcoin moet worden voldaan. De rechtbank kwalificeert deze rechtsverhouding als een civielrechtelijke verplichting tot betaling. Aan deze verplichting is tot op heden door gerekestreerde niet voldaan. Van een vorderingsrecht is dus summierlijk gebleken.

(…)

Ter terechtzitting heeft verzoeker het bestaan van meerdere (steun)vorderingen aangetoond. Uit de door verzoeker overgelegde stukken is gebleken dat meerdere personen vorderingen op gerekestreerde hebben die zien op het uitbetalen van bitcoins (…)”

Uit het vonnis volgt allereerst dat een vordering tot betaling in bitcoin moet worden aangemerkt als een verplichting tot betaling. Bij het uitblijven van betaling kan dit tot het faillissement leiden. Voorwaarde bij het uitspreken van een faillissement is nog wel dat er meerdere schuldeisers zijn. Een vordering tot betaling in bitcoin kan ook dienen als steunvordering bij het aanvragen van het faillissement, aldus de Rechtbank.  In dit geval leidde dat tot het faillissement van Koinz Trading B.V.

Een kopie van het volledige vonnis treft u hier aan.

Advocaat Marco Kalmijn te zien in RTL Late Night

Gisteren waren advocaat Marco Kalmijn en zijn cliënt Sijbrand Nijhoff te gast bij RTL Late Night om te vertellen over de geheime overeenkomsten die in 1963 zijn gesloten tussen de Nederlandse overheid, NAM, Shell en Exxon. Nijhoff verhaalde aangrijpend over de gevolgen die de aardbevingen voor hem hebben. Hier kun je de hele uitzending terugkijken.

De geheime gasdeal uit 1963 onthuld!

Onze advocaten Marco Kalmijn en Marcella Spithoff hebben met hun client Sijbrand Nijhoff uit Zijldijk aan het Dagblad van het Noorden een gedeelte van de door de Staat der Nederlanden, NAM, Shell en Exxon geheim gehouden documenten ter beschikking gesteld. Daarbij bevinden zich onder andere de maatschapsovereenkomst van de ‘Maatschap Groningen’ (die verantwoordelijk is voor de gehele gaswinning) en een geheime side letter uit 1963. Deze documenten vormen de basis van het huidige zogenaamde ‘Gasgebouw’ van waaruit de gaswinning in Groningen en Drenthe plaatsvindt. De belangrijke rol van de Staat der Nederlanden wordt daaruit meer dan duidelijk.

De reden dat de documenten naar buiten worden gebracht is dat de vele gedupeerden in Groningen en Drenthe recht hebben op duidelijkheid over de rol van de Nederlandse Staat sinds 1963 in de aardgaswinning.

Uit deze documenten kan volgens ons worden opgemaakt dat de Staat met de NAM gezamenlijk op basis van een verhouding van 50% – 50% houder zijn van de concessie en gezamenlijk exploitant zijn van de gasvelden in Groningen en Drenthe. De Staat dient haar verantwoordelijkheid te nemen voor alle gedupeerden van de aardgaswinning. De eerste stap is daarin gezet met het nieuwe schadeprotocol.

De vraag die opkomt is wat de waarde van het nieuwe schadeprotocol is gezien deze documenten. De tijd zal leren wat de verdere gevolgen zijn voor het nieuwe schadeprotocol, de hoop is dat er daadwerkelijk een snelle vergoeding van schade of herstel komt voor de vele gedupeerden in Groningen en Drenthe zonder langdurige en kostbare juridische procedures, waarin boer Nijhoff thans wel met de Staat, de NAM en EBN is verwikkeld.

Niet enkel de Staat der Nederlanden dient hierin haar verantwoordelijkheid te nemen maar vanzelfsprekend naast de NAM ook de Shell en Exxon die, zoals volgt uit de documenten, ook contractpartij zijn bij de gemaakte afspraken.

Lees via de link naar Het Dagblad van het Noorden het artikel van Maaike Wind over deze documenten. De maatschapsovereenkomst en de side letter zijn ook online bij het Dagblad van Noorden beschikbaar.