Blog Archives

Blog Sub Title

All posts by woltman

Wel appeltaart, geen bruidstaart?

Speciale trouwlocatie

Op een voormalig agrarisch bedrijf wordt een pluk- en theetuin uitgebaat. De uitbater van de pluk- en theetuin heeft haar activiteiten uitgebreid en verhuurt zalen voor feesten en partijen. Ook worden er huwelijken en bruiloftsfeesten gehouden in de theetuin. De gemeente heeft de theetuin aangewezen als speciale trouwlocatie. Dit is echter strijdig met het bestemmingsplan die de bestemming “specifieke vorm van horeca-theeschenkerij” aan het perceel heeft gegeven.

Geen bruidstaart

Tussen de uitbater van de theetuin en de gemeente ontstaat een geschil. De gemeente is namelijk van mening dat er in de theetuin wel appeltaart en andere taartsoorten mogen worden geserveerd, maar dat er tijdens bruiloften geen bruidstaart mag worden aangesneden en geserveerd. De vraag die partijen bezighoudt is of het aansnijden van een bruidstaart binnen de bestemming theeschenkerij valt.

Het oordeel van de Afdeling Bestuursrecht van de Raad van State

De Afdeling Bestuursrecht van de Raad van State heeft naar deze kwestie gekeken. De Afdeling overweegt ten eerste dat onder een theeschenkerij moet worden verstaan een inrichting die is gericht op tuinrecreatie, waarbij tussen zonsopgang en zonsondergang alcoholvrije dranken en eenvoudige etenswaren aan de bezoekers en passerende recreanten geserveerd worden. Alle activiteiten die niet onder deze omschrijving vallen mag de gemeente beëindigen. De gemeente doet dit door het opleggen van een last onder dwangsom aan de uitbater. Als de uitbater nog een keer een bruidstaart laat aansnijden of serveert dan moet zij een boete betalen. Hierbij moet de gemeente er volgens de Afdeling wel rekening mee te houden dat de last die aan de uitbater wordt opgelegd niet verder strekt dan naar zijn oordeel nodig is om de voorliggende overtreding te beëindigen.

De gemeente vindt dat trouwen past binnen de bestemming “specifieke vorm van horeca- theeschenkerij”, maar het aansnijden van een bruidstaart niet. De Afdeling Bestuursrecht van de Raad van State denkt hier anders over. Die ziet geen grond voor het oordeel van de gemeente dat het aansnijden van een bruidstaart strijd oplevert met de bestemming en functieaanduiding. De gemeente mag dus onder deze omstandigheden geen last opleggen die ziet op het verbieden van het gelegenheid geven tot het aansnijden van een bruidstaart. Deze last is dan ook in dat opzicht te vérstrekkend.

Eind goed, al goed

Kortom, in de theeschenkerij, die door de gemeente is aangewezen als trouwlocatie, mag voortaan tijdens een bruiloft gelukkig gewoon weer een bruidstaart worden aangesneden. De uitspraak van de Raad van State vind je hier

 

Wel of niet met je smoel in het smoelenboek?

Is een medewerker verplicht met zijn foto in het smoelenboek of op de bedrijfswebsite te staan? In dit artikel leg ik uit wat de regels zijn voor het gebruik van foto’s van personeel.

Voorbeeld

‘Joost, lever je volgende week even een foto in? Je staat nog steeds niet op onze website. Wist je trouwens dat we een smoelenboek hebben? Daar kom je dan natuurlijk ook in.’.

‘Nee’, zegt Joost. ‘Ik heb helemaal geen zin om met mijn hoofd op de website te staan. En een smoelenboek, wat is dat voor jaren tachtig gedoe? Van mij krijg je geen foto, geen denken aan.’.

‘Kerel, doe niet zo flauw. Iedereen staat op de site en zo’n smoelenboek is hartstikke handig. Hoe weten je collega’s anders wie je bent? We zijn met 200 man. Als je hier werkt, kom je volgens mij ook verplicht met een foto op de site.’.

‘Harry, ik zal je even uit de droom helpen. Ik lever geen foto in. Mocht je op de een of andere manier toch een foto van mij in handen krijgen, dan heb je mijn toestemming nodig als je die op de site of in het smoelenboek wilt zetten. Ik ben niets verplicht’.

Wie heeft gelijk?

Wie heeft gelijk? Harry, die denkt dat een medewerker verplicht op de site en in het smoelenboek komt te staan? Of Joost, die denkt dat zijn werkgever toestemming moet hebben om zijn foto te gebruiken?

Joost heeft het bij het juiste eind. Ik beperk mij nu tot de regels die hiervoor staan in de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). Een foto is een persoonsgegeven. Daarom mag je als organisatie een foto alleen verwerken als het strikt noodzakelijk is óf nadat van een werknemer daarvoor uitdrukkelijk toestemming is verkregen. Een foto plaatsen in een smoelenboek of op de website is geen verwerking die als strikt noodzakelijk wordt gezien, zodat je dus toestemming nodig hebt. Sterker nog, deze toestemming moet aan een aantal strenge vereisten voldoen.

Vereisten toestemming gebruik foto personeel

  • In het toestemmingsverzoek moet worden opgenomen dat toestemming de juiste wettelijke basis is voor het gebruik van de foto.
  • De toestemming moet schriftelijk worden vastgelegd. Dit kan bijvoorbeeld door middel van een toestemmingsformulier. De werknemer moet actief toestemming verlenen, er mag geen gebruik worden gemaakt van een vooraf ingevuld (digitaal)formulier waarin al vakjes zijn aangekruist.
  • Als een medewerker jonger is dan 16 jaar, moet een ouder (of een andere wettelijke vertegenwoordiger) toestemming geven.
  • Als toestemming wordt gevraagd voor gebruik op verschillende manieren (smoelenboek, site, social media, advertenties), dan moet voor al deze manieren apart toestemming worden gevraagd. Het moet de medewerker dus precies duidelijk zijn waarvoor de foto wordt gebruikt.
  • Je moet je werknemer dus ook in duidelijke en eenvoudige taal informeren. Hierbij kun je ervoor kiezen een privacybeleid op te stellen. Hierin kun je vastleggen voor welk doel toestemming is gegeven en alle informatie vastleggen die van belang is voor de manier waarop met de foto wordt omgegaan.
  • En last but definitely not least: het is absoluut niet toegestaan de medewerker te ‘chanteren’ als hij geen toestemming wil geven. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het niet geven van promotie als de medewerker weigert mee te werken. De medewerker moet weten dat hij mag weigeren zonder dat dit negatieve gevolgen voor hem heeft.

Er zijn dus nogal wat regels waaraan een werkgever zich moet houden als hij foto’s van zijn personeel wil gebruiken.

Stel dat Joost na veel morren toch toestemming geeft voor het gebruik van zijn foto. Na een tijdje krijgt hij spijt. Hij wil zijn smoel toch liever uit het smoelenboek verwijderd hebben, en ook van de site. Wat dan?

Intrekken toestemming gebruik foto personeel

De medewerker kan zijn toestemming voor gebruik van de foto op elk moment intrekken. Dit moet mogelijk zijn op dezelfde manier als de toestemming is verleend. De intrekking mag niet onnodig ingewikkeld worden gemaakt.

Joost kan zijn werkgever dus vragen zijn foto uit het smoelenboek te halen en ook van de website te verwijderen.

Maar het intrekken van de toestemming heeft geen terugwerkende kracht. De intrekking geldt vanaf het moment dat deze daadwerkelijk wordt gedaan. Eerder gebruik van de foto wordt door de intrekking niet ongedaan gemaakt. De foto van Joost heeft al een tijdje op de site gestaan en kan daarom nog lang opduiken in zoekresultaten. Daar is niet veel meer aan te doen.

Hulp bij ingevorderd rijbewijs

Het is erg vervelend als uw rijbewijs is ingevorderd. U mag dan immers niet meer rijden. Van der Sluis, van der Zee & Kalmijn Advocaten kan u helpen bij het terugkrijgen van uw rijbewijs. Voor een vast bedrag pakken onze deskundige advocaten de zaak voor u op. U weet dus direct waar u qua kosten aan toe bent. En dat is wel zo prettig. Lees er hier meer over.

U kunt snel contact met ons opnemen door te bellen naar 058-2121464 of te mailen naar info@vandersluisvanderzeekalmijn.nl Wij zijn ook via Whatsapp bereikbaar op 06-24497344.

Procedure invordering rijbewijs

Als de politie uw rijbewijs heeft ingevorderd dan wordt dit binnen drie dagen naar het Openbaar Ministerie opgestuurd. De Officier van Justitie moet binnen tien dagen na invordering een beslissing nemen: u krijgt uw rijbewijs terug of niet.

Als u uw rijbewijs terugkrijgt, is het probleem voorlopig opgelost. Maar als u uw rijbewijs elke dag nodig hebt, bijvoorbeeld voor uw werk, kan het erg lastig zijn als u tien dagen niet mag rijden.

Als u uw rijbewijs niet terug krijgt van de Officier van Justitie wordt het een ander verhaal. U moet dan wachten tot de inhoudelijke zitting. Pas dan wordt er een beslissing genomen. Dat kan maanden duren en al die tijd mag u niet rijden.

Klaagschrift indienen voor teruggave rijbewijs

Van der Sluis, van der Zee & Kalmijn Advocaten kan voor u een klaagschrift indienen bij de Rechtbank. In dit klaagschrift vragen wij de Rechtbank om uw rijbewijs terug te geven tot de inhoudelijk zitting.

Van tevoren overleggen wij uitgebreid met u over uw persoonlijke omstandigheden. Wij kunnen u dan een realistische inschatting geven van de kans van slagen. Uit ervaring weten wij dat het indienen van een klaagschrift bijna altijd loont!

Onze klaagschriften worden gemaakt door ervaren en deskundige advocaten. Zo is de kans het grootst dat u uw rijbewijs snel terugkrijgt. Natuurlijk behandelen wij uw zaak met voorrang. Uw klaagschrift wordt zo snel mogelijk ingediend en wij houden contact met de Rechtbank. Op die manier hoeft u uw bewijs geen dag te langer te missen dan nodig.

Ongeveer veertien dagen na het indienen van het klaagschrift is er een zitting op de Rechtbank. Onze deskundige advocaten gaan met u mee en pleiten voor het teruggeven van uw rijbewijs. Meestal beslist de Rechter ter plekke. U weet dus gelijk waar u staat. Verder lezen

Bijeenkomst ‘Help een scheur in mijn huis’ op 18 maart 2019

Mr. Femke Gietema-van der Heide en mr. Johanna Westerdijk zijn op maandag 18 maart 2019 aanwezig bij de bijeenkomst die Winamer belang organiseert onder de titel ‘Help een scheur in mijn huis’. Deze bijeenkomst zal gaan over de gevolgen van gaswinning en zoutwinning in Barradeel en omstreken.

Onze advocaten zullen uitleg geven over de wet- en regelgeving. Ook gaan ze in op de mogelijkheden om schade te verhalen. De bijeenkomst wordt gehouden in It Mienskar te Oosterbierum en begint om 14:00 uur.

 

Voorlopige voorziening ontgrondingsprocedure gewonnen en toch niet tevreden

Soms kun je als advocaat een zaak winnen, maar toch niet helemaal tevreden zijn met de uitspraak van de rechter. Wij spreken met advocaat Femke Gietema-van der Heide over zo’n zaak.

 

Om wat voor soort zaak gaat het?

Mijn cliënt is akkerbouwer. De provincie heeft een ontgrondingsvergunning afgegeven aan de gemeente voor land dat direct naast de landbouwgrond van mijn cliënt ligt. De gemeente wil hier woningen gaan bouwen. Een ontgrondingsvergunning is nodig als je bijvoorbeeld grond wilt afgraven. In deze zaak zal het waterpeil in het land van mijn cliënt dalen door het ontgronden. Daardoor komt er water van slechte kwaliteit in het land van mijn cliënt (brak water). Mijn cliënt is hier natuurlijk niet blij mee.

 

Wat is het juridische probleem?

Daarvoor moet ik eerst even uitleggen hoe dit precies in elkaar zit. Er lopen eigenlijk meerdere procedures door elkaar.

 

Bodemprocedure

De eerste procedure is de bodemprocedure. Er is beroep aangetekend tegen de ontgrondingsvergunning. De landbouwgrond en de gewassen van mijn cliënt zullen in kwaliteit afnemen door het brakke water. Daardoor ontstaat er schade voor mijn cliënt.

 

Tweede procedure: voorlopige voorziening I

De tweede procedure is een voorlopige voorziening. Mijn cliënt heeft schorsing van de ontgrondingsvergunning gevraagd bij de Raad van State. Dit is dus gebeurd in een voorlopige voorziening. In het civiel recht wordt dit een kort geding genoemd. Het is een voorlopige maatregel, die geldt totdat er een uitspraak ligt in de bodemprocedure. De ontgrondingsvergunning is niet geschorst

 

Derde procedure: voorlopige voorziening II

In de tweede voorlopige voorziening is weer om schorsing van de ontgrondingsvergunning gevraagd. Deze keer is het verzoek toegewezen. Dat betekent dat de ontgrondingswerkzaamheden tijdelijk stil liggen.

 

Vierde procedure: voorlopige voorziening III

Er zijn inmiddels drie deskundigenrapporten opgesteld: een namens de provincie, een namens ons en een door een deskundige die door de Raad van State is benoemd. Dit derde rapport wilde de gemeente gebruiken om de schorsing te laten opheffen. De gemeente heeft toen een derde voorlopige voorziening opgestart, ook weer bij de Raad van State. Wij hebben deze procedure gewonnen. De schorsing blijft bestaan. Er mogen voorlopig geen ontgrondingswerkzaamheden worden uitgevoerd naast het land van mijn cliënt. De woningbouwplannen liggen stil.

 

Waarom heb je de derde voorlopige voorziening gewonnen?

De Raad van State vindt dat de inhoud van het derde deskundigenrapport nog niet vaststaat. Wij hebben een zienswijze ingediend tegen het derde deskundigenrapport (ook tegen het tweede rapport trouwens). Omdat het derde deskundigenrapport niet definitief is, kan dit rapport geen reden zijn om de schorsing op te heffen. De uitkomsten staan nog niet vast.

Verder zegt de Raad van State dat een voorlopige voorzieningsprocedure niet geschikt is om te discussiëren over deskundigenrapporten, dit moet in de bodemprocedure gebeuren en die staat binnenkort op de agenda.

 

Je hebt gewonnen! Waarom ben je dan niet helemaal tevreden met de uitspraak?

Een van de eisen voor het vragen van een voorlopige voorziening is dat het om een spoedkwestie moet gaan. Er moet zoveel haast bij zijn dat de bodemprocedure niet kan worden afgewacht. De juridische uitdrukking hiervoor is ‘spoedeisend belang’. De Raad van State zegt in de uitspraak helemaal niets over het spoedeisend belang. Terwijl ik vind dat er geen spoedeisend belang is en dat de vordering van de gemeente daarop had moeten worden afgewezen. De Raad van State heeft ondanks dat een beslissing genomen op de inhoud. Ik vind de uitspraak daarom juridisch onvolledig. Mijn cliënt had ook moeten winnen doordat er geen sprake was van spoedeisend belang. De uitkomst was uiteindelijk wel hetzelfde gebleven. Maar als advocaat wil je toch ook graag een juridisch correcte en volledige uitspraak.

Natuurlijk staat het belang van mijn cliënt voorop en ben ik blij voor hem dat er voorlopig geen ontgrondingswerkzaamheden naast zijn land zullen plaatsvinden.

 

De advocaat die een aanbetaling moest doen

De vrouw van advocaat Sprong wil graag een nieuwe keuken. Met zo’n hip kookeiland, en laden in plaats van kastjes. En o ja, een apothekerskast voor de kruidenpotjes staat ook op haar verlanglijstje. Sprong maakt zich een aantal zaterdagen vrij om op keukenjacht te gaan. Woonboulevard in, woonboulevard uit. Zijn vrouw is nog erger dan zijn meest kritische cliënt, maar uiteindelijk vinden ze hun droomkeuken bij Knotskeukens. Sprong staat inmiddels te popelen om weer aan het werk te gaan en na een lang gesprek met verkoper Jeroen van Knotskeukens over het al dan niet nemen van een wokbrander en andere levensbelangrijke keukenattributen zijn ze eruit.

‘Hier heb ik jullie offerte. De keuken die jullie willen komt inclusief montage op een totaalbedrag van € 8.228,-. Van mij krijgen jullie een knotsgekke korting van € 228,-, dan komen we op een mooi rond bedrag van € 8.000,-’, zegt verkoper Jeroen. ‘Een aanbetaling van 60% is verplicht.’ ‘Wat?’, bast Sprong, ‘Een aanbetaling van 60% zeg je? Ten eerste is een aanbetaling nooit verplicht. Dat staat misschien in uw algemene voorwaarden, maar daarmee hoef ik niet akkoord te gaan. Ten tweede kan een consument volgens artikel 7:26 Burgerlijk Wetboek maximaal een aanbetaling van 50% verschuldigd zijn als het gaat om de aankoop van producten.’ Sprong haalt even adem, hij loopt inmiddels een beetje rood aan. ‘En ten derde doe ik nooit en te nimmer aanbetalingen. Weet u waarom niet? Als uw bedrijf failliet gaat, kan ik fluiten naar mijn centen.’.

‘Knotskeukens failliet? Daar is absoluut geen sprake van. Onze orderportefeuille zit barstensvol en de zaken lopen als een trein.’, werpt Jeroen tegen. ‘Kan wel zijn’, zegt Sprong, ‘maar een aanbetaling doe ik niet. Voor jullie tien andere Keukentopshops, Keukenbeukers of Megasupervetkeukens. En bovendien, jullie zijn niet eens bij het CBW aangesloten. Dus ik ben mijn geld echt kwijt bij een faillissement’. Hij negeert het gekuch van zijn vrouw, die haar zinnen op deze keuken heeft gezet. Als Jeroen voet bij stuk houdt zal het keukencircus voor Sprong weer van voren af aan beginnen. ‘Niemand maakt hier ooit een probleem van’, zegt Jeroen, terwijl hij zijn stoel naar achter schuift. ‘maar ik zal overleggen met de chef.’

‘Nou, je wordt bedankt!’. De vrouw van Sprong is not amused. ‘Heb ik eindelijk de perfecte keuken gevonden, komt hij weer aan met zijn Burgerlijk Wetboek.’ ‘Maar schat, het is echt zo dat we niet verplicht zijn een aanbetaling te doen.’ ‘Ja, dat zal allemaal wel maar ik wil deze keuken.’. Sprong zucht eens diep. ‘Zullen we eerst even afwachten waar hij mee komt? We kunnen altijd nog proberen het bedrag van de aanbetaling naar beneden te krijgen, want € 4.800,- is echt veel geld.’

‘Zo’, zegt Jeroen. ‘Ik heb even overleg gehad. De chef zegt dat het niet mogelijk is om een uitzondering te maken. Wij vragen altijd een aanbetaling van onze klanten omdat wij kosten moeten maken als we een keuken bestellen. Dus als jullie deze keuken willen, zullen jullie een aanbetaling moeten doen.’. Sprong zit klem: hij wil geen aanbetaling doen, maar zijn vrouw wil beslist deze keuken en ze staat niet bepaald bekend om haar meegaande aard. Hij heeft ook niet veel zin om nog meer zaterdagen door te brengen in keukenzaken. ‘Prima’, zegt Sprong, ‘we doen een aanbetaling. Maar niet van € 4.800,-. Maximaal € 2.000,-, daar ben ik toe bereid.’. Jeroen denkt even na. ‘Deal, een aanbetaling van € 2.000,- is akkoord.’. ‘Ik wil dit wel schriftelijk vastgelegd hebben.’, geeft Sprong aan. Jeroen zucht. Houdt het dan nooit op? Hij krijgt een beetje hoofdpijn van deze klant. ‘Niks bijzonders, we zetten het er gewoon met pen bij: klant doet, in afwijking van het bepaalde in de algemene voorwaarden, een aanbetaling van € 2.000,-. Handtekeningen erbij, klaar.’.

Als ze Knotskeukens uit lopen zegt zijn vrouw: ‘Weet je, die keuken bij Megasupervetkeukens vond ik eigenlijk ook wel heel leuk.’

Moraal van dit verhaal

Doe liever geen aanbetalingen. Waarom niet? Omdat je bij een faillissement je geld kwijt bent. Het doen van een aanbetaling is niet verplicht. Sommige bedrijven weigeren zaken met je te doen als je niets aanbetaalt. Je zult dan een ander bedrijf moeten zoeken.

Doe je wel een aanbetaling, dan zijn er verschillende regels voor diensten en producten.

Aanbetaling voor producten

Voor producten geldt dat je niet kunt worden verplicht meer dan 50% aan te betalen. In onderling overleg kun je wel afspreken dat meer wordt aanbetaald, maar daarbij loop je dus een groot risico.

Aanbetaling voor diensten

Voor diensten (bijvoorbeeld een schilderklus) is geen maximum bepaald in de wet. Ook hier geldt dat je onderling afspraken kunt maken over de hoogte van de aanbetaling.

Sommige bedrijven hebben een aanbetalingsgarantie. Kijk altijd goed naar de voorwaarden hiervan. Is het bedrijf waar je zaken mee doet aangesloten bij het CBW (Centrale Branchevereniging Wonen) dan heb je mazzel, want zij hebben een regeling voor dit soort gevallen.

Waar moet je op letten als je problemen hebt met een tweedehands auto?

In 2018 zijn er in Nederland maar liefst 1.991.265 tweedehands auto’s verkocht. In dit artikel laten we je weten waar je op moet letten als je problemen krijgt met je tweedehandsje. Dit doen we met een voorbeeld.

 

Max is 18 en heeft net zijn rijbewijs gehaald. Hij rijdt nu vaak in de auto van zijn moeder, maar hij wil natuurlijk erg graag zelf een auto hebben. Max heeft gespaard en een bedrag van € 2.500,- bij elkaar gesprokkeld met zijn baantje bij de Jumbo. Zijn ouders hebben dit bedrag verdubbeld, dus Max kan een totaalbedrag van € 5.000,- besteden. Bijna dag en nacht is hij op Autoscout24 te vinden en na een week zoeken vindt hij zijn droomauto: een metallic grijze VW Golf met een vraagprijs van € 4.999,-. In de advertentie staat:

 

Te koop aangeboden een in zeer goede staat verkerende Volkswagen Golf 1.9 TDI Sportline van het bouwjaar 2005. De auto heeft 223.690 kilometer gereden, tellerrapport aanwezig en boekjes. Altijd netjes onderhouden. Optisch verkeert de auto ook in nette staat.

Aanvullende opties en accessoires:

Alarm klasse 1 (startblokkering)

garantie bespreekbaar

Buitenspiegels in carrosseriekleur

Bumpers in carrosseriekleur.

 

De auto staat te koop bij een garagebedrijf in de buurt. De volgende dag, op 1 mei 2018, gaat Max direct samen met zijn vader de auto bekijken. Hij maakt een proefrit door het dorp en over de snelweg. Max zet de ingebouwde stereo op max en is wildenthousiast. ‘Boem boem boem’, zo scheurt hij een half uur rond. Het liefst neemt hij de auto direct mee naar huis, maar zijn vader stelt toch nog wat kritische vragen. Een kilometerstand van 223.690 is natuurlijk niet niks, maar de verkoper verzekert Max en zijn vader onder het genot van een kopje automatenkoffie dat de Golf gerust nog wat kilometertjes mee kan. En als Max de vraagprijs betaalt, krijgt hij drie maanden garantie.

 

Met een handdruk wordt de koop gesloten. Max is de trotse eigenaar van de Golf. Maar het blijkt een grote bron van ellende. Keer op keer laat de auto Max in de steek: er zijn startproblemen en ook moet de motorolie elke week worden bijgevuld. Dit begint al twee weken na de koop. Een paar keer heeft Max de auto naar de garage gebracht, maar de problemen blijven. De garage wil verder niks meer doen omdat de garantietermijn van drie maanden om is. Max heeft de garage op 15 juni 2018 een aangetekende brief gestuurd met zijn klachten, maar geen reactie gekregen. In plaats van een scheurijzer heeft Max een barrel gekocht waar hij niets aan heeft. Een andere garage heeft naar de auto gekeken en gezegd dat de auto een lekke koppakking heeft. De startproblemen komen door een storing in het alarmsysteem. Reparatie kost € 1.500,-. Max komt bij een van onze advocaten en vraagt om advies. Wij gaan de volgende punten bij langs.

 

Verborgen gebreken auto / non-conformiteit auto

 

Vroeger werd vaak de term ‘verborgen gebreken’ gebruikt. Tegenwoordig heet dat ‘non-conformiteit’. Een auto moet de eigenschappen hebben die je op grond van de koopovereenkomst mag verwachten. Dit is vastgelegd in de wet (artikel 7:17 Burgerlijk Wetboek). Als dat niet zo is, is de auto dus niet ‘conform’ de koopovereenkomst. Vandaar de term ‘non-conformiteit’.

 

Het is de vraag welke eigenschappen Max van de auto mag verwachten. Dit hangt bijvoorbeeld af van:

  • het soort auto
  • de prijs van de auto
  • het bouwjaar
  • de kilometerstand
  • informatie die de garage/verkoper heeft gegeven
  • waar/van wie je de auto koopt (particulier of (Bovag)garage)

 

Van een auto van vijf jaar oud met een kilometerstand van 60.000 en een koopprijs van € 20.000,- mag je meer verwachten dan van een dertien jaar oude Golf met een kilometerstand van 223.690,- en een koopprijs van € 5.000,-.

 

Onderzoeksplicht en mededelingsplicht

 

Dan kijken we naar de zogenaamde onderzoeksplicht en de mededelingsplicht.

 

Max heeft de plicht om onderzoek te doen naar de auto. Hierbij kun je denken aan de proefrit en het stellen van vragen aan de verkoper, waarbij goed moet worden doorgevraagd. Dit hebben Max en zijn vader ook gedaan. Soms is het verstandig een aankoopkeuring bij een andere garage te laten doen. Dit kan vooral handig zijn als een probleem pas na zes maanden duidelijk wordt. Hierover later meer.

 

De verkoper moet op zijn beurt Max informeren over problemen met de auto waarvan hij op de hoogte is of had moeten zijn. Hierbij telt zwaarder dat Max de auto koopt van een garagebedrijf. Als hij op Marktplaats een auto van een particulier had gekocht kun je verwachten dat deze particulier minder deskundig is dan een garagebedrijf. De verkoper heeft in de advertentie allerlei informatie over de Golf gezet, maar hij heeft niets gemeld over gebreken. Ook tijdens het gesprek is daarover niets verteld.

 

Bewijs

 

Hier is van belang wanneer de problemen zijn ontstaan: binnen zes maanden of heeft het langer geduurd?

 

Als de problemen binnen zes maanden ontstaan, gaat de wet er vanuit dat ze al aanwezig waren op het moment van verkoop. De verkoper moet dan bewijzen dat de auto goed was.

 

Als het langer dan zes maanden duurt voordat de problemen ontstaan, moet de koper bewijzen dat de auto niet voldoet aan de verwachtingen die je mag hebben op grond van de koopovereenkomst. Een rapport van een aankoopkeuring kan hierbij erg handig zijn.

 

Klachttermijn: is op tijd geklaagd?

 

Het is verstandig om te klagen zodra je ontdekt dat de auto niet goed is. Wacht je langer dan twee maanden, dan ben je te laat. Stuur altijd een aangetekende brief waarin je precies uitlegt wat het probleem is met de auto.

 

Hoe het verder gaat met Max

 

Nu hebben we alle juridische regeltjes op een rijtje. We kunnen de checklist voor Max gaan afvinken.

 

Klachttermijn: heeft Max op tijd geklaagd? Ja, hij heeft de auto na twee weken teruggebracht naar de garage en ook een aangetekende brief gestuurd. Hiervoor heeft hij een voorbeeld gebruikt van Consuwijzer.

 

Bewijs: als Max een procedure opstart tegen de garage, dan zal de garage moeten bewijzen dat de auto goed was conform de koopovereenkomst. De problemen met de auto zijn immers binnen zes maanden ontstaan. Het maakt niet uit dat de garantietermijn om is. Garantie is alleen handig voor het bewijs. Als er binnen de garantietermijn iets gebeurt, zal de verkoper de auto meestal zonder morren repareren. Maar dat wil dus niet zeggen dat je geen rechten meer hebt als de garantietermijn om is. Gelukkig kun je altijd terugvallen op de wet.

 

Onderzoeksplicht en mededelingsplicht: Max en zijn vader hebben onderzoek gedaan naar de auto. Ze hebben een proefrit gemaakt en vragen gesteld aan de verkoper. De verkoper heeft niets verteld van de gebreken. Max mag ervan uitgaan dat de verkoper de auto goed heeft nagekeken voor hij hem te koop zette en dus op de hoogte was van de problemen. Mocht dit niet zo zijn, dan kan Max zich op het standpunt stellen dat de verkoper van de problemen op de hoogte had moeten zijn.

 

Conform of niet conform (verborgen gebreken)? Hier wordt het wat lastiger. De vraag is wat Max mocht verwachten van de aankoop. Hij heeft bij een garagebedrijf een dertien jaar oude dieselauto gekocht voor € 5.000,- met een kilometerstand van 223.690. Zijn verwachtingen mogen niet al te hoog zijn, dit gelet op de leeftijd van de auto en de kilometerstand. Aan de andere kant geeft de garage in de advertentie aan dat de auto in zeer goede staat verkeert en altijd netjes is onderhouden. Ook bij doorvragen is niets gemeld over de problemen. En een bedrag van € 5.000,- is ook weer niet niks, zeker voor een diesel.

 

We adviseren Max actie tegen de garage te ondernemen. Namens Max sturen we een brief, waarin we de garage nog een keer de kans geven de problemen met de auto binnen vier weken op te lossen. Max heeft slechte ervaringen met de garage en wil liever van hen af. Maar volgens de wet moet de verkoper de kans krijgen om de overeenkomst goed uit te voeren. De garage laat weten dat ze hier niet aan meewerken. Ze ‘zijn wel klaar met deze zaak’. Max heeft nu twee mogelijkheden:

  1. hij kan de auto laten repareren en de kosten terugvorderen van de garage waar hij de auto heeft gekocht. Als deze de kosten niet betaalt, zal Max naar de rechter moeten stappen om zijn geld te krijgen;
  2. Max kan de koopovereenkomst ontbinden. Dat betekent dat hij de auto terugbrengt en zijn geld terugkrijgt.

 

Hij kiest voor het laatste. Namens Max ontbinden we de koopovereenkomst. Hij krijgt zijn geld terug en levert de auto in. Nu kan hij op zoek naar een andere Golf, hopelijk een die minder kuren heeft.

 

Heb jij ook een probleem met een auto? Bel ons dan op telefoonnummer 058-212 14 64. Wat je het beste kunt doen doen hangt af van jouw persoonlijk situatie. We kijken hier samen met jou naar en je krijgt een eerlijk advies van ons.

 

Gratis stappenplan voor als je loon niet is betaald

 

Gratis stappenplan voor als je loon niet is betaald

Erik werkt als kok in het restaurant van Pierre. Hij krijgt altijd rond de 25ste van de maand zijn loon, maar deze maand niet. Ook zijn collega’s hebben geen loon gekregen. Op 27 januari kijkt Erik op de app van zijn bank. Er is nog niets betaald en hij vraagt aan Pierre waar het loon blijft. Pierre zegt dat er iets mis is gegaan met verzending van de betalingsbatch aan de bank. Het geld komt eraan. Op 1 februari wacht Erik nog steeds op zijn geld. Het is Erik opgevallen dat het de laatste tijd wel erg rustig is in het restaurant en dat Pierre hem ontwijkt. Hij vertrouwt het niet en maakt een afspraak met een van onze advocaten om te bespreken wat zijn rechten zijn.

 

Als Erik bij ons langskomt, doorloopt hij samen met zijn advocaat de volgende stappen.

Recht op loon?

Om te beginnen checken we of Erik recht heeft op loon. We controleren zijn arbeidscontract. Het gaat om een vast contract en Erik is niet ontslagen. Hij heeft gewerkt deze maand en er is niets bijzonders voorgevallen. Het lijkt er dan ook op dat Erik gewoon recht heeft op loon.

Afspraken over datum betaling loon

We kijken of er afspraken zijn gemaakt over de datum waarop het loon moet worden betaald. Hiervoor controleren we het arbeidscontract en de horeca-cao. Ook in een cao kunnen namelijk regels zijn opgenomen over de betaling van het loon. In het arbeidscontract en de cao staat niets over de datum waarop het loon moet worden betaald

In het arbeidscontract staat het maandloon van Erik. De loonperiode is dus 1 maand. In de wet is bepaald dat loon moet worden betaald na afloop van de loonperiode, in dit geval een maand. Het loon is te laat betaald.

Aangetekende brief versturen

We adviseren Erik om Pierre een aangetekende brief te sturen waarin hij Pierre vraagt om het loon binnen zeven dagen te betalen. Erik verstuurt deze brief op 2 februari. Op 10 februari belt Erik ons weer: hij heeft nog steeds niets ontvangen.

Wettelijke verhoging en wettelijke rente

We laten Erik weten dat hij zijn baas een reminder kan sturen, of dat wij een brief kunnen maken. Een brief van een advocaat maakt vaak meer indruk maar kan er ook voor zorgen dat de relatie tussen Erik en Pierre er niet beter op wordt. Erik zit echt krap. Gelukkig werkt zijn vrouw ook en kunnen ze geld lenen van familie. Zo kunnen ze net rondkomen. Maar Erik wil wel graag zo snel mogelijk zijn geld hebben. Daarom versturen wij op 11 februari een aangetekende brief aan Pierre. Hierin vragen wij om betaling van het loon. We geven een betalingstermijn van vijf dagen. Omdat Pierre het loon te laat heeft betaald, kan Erik een beroep doen op de ‘wettelijke verhoging’. Dit is een soort boete. De wettelijke verhoging is een percentage van het loon:

  • 5% voor de vierde tot en met de achtste werkdag dat te laat is betaald
  • 1% voor elke volgende werkdag na de achtste werkdag
  • de verhoging kan maximaal 50% zijn

We maken in de brief aanspraak op de wettelijke verhoging en ook op vergoeding van de wettelijke rente. De wettelijke rente is een soort schadevergoeding. De hoogte hiervan wordt bepaald door de overheid. In 2019 is de wettelijke rente voor dit soort zaken 2%.

Opstarten procedure

Pierre betaalt niet en laat ook niets van zich horen. We geven Erik het advies om door ons een procedure te laten opstarten waarin het loon wordt gevorderd. Het is verstandig om hiermee niet te lang te wachten. De vordering is nog lang niet verjaard (de verjaringstermijn is in dit geval vijf jaar), maar mocht Pierre failliet gaan dan kan Erik maar over 13 weken achterstallig loon terugkrijgen van het UWV.

 

Dus, wat moet je doen als je loon niet op tijd wordt betaald?

  1. Controleren of je recht hebt op loon
  2. Nakijken wanneer het loon uiterlijk moet worden betaald (in je arbeidscontract en eventueel de cao)
  3. Je werkgever vragen waarom het loon niet is betaald. Dit kan in een gesprek, maar ook per Whatsapp of mail
  4. Een aangetekende brief sturen waarin je vraagt om betaling van het loon binnen zeven dagen
  5. Een aangetekende reminder sturen, waarin je ook aanspraak maakt op de wettelijk verhoging en wettelijk rente en vraagt om betaling binnen vijf dagen
  6. Een goede advocaat zoeken om een procedure voor je op te starten

Lees hier ons blog over het terugbetalen van te veel ontvangen loon. 

Vijf (afscheids)vragen aan Pier van der Sluis

Per 1 januari 2019 nemen we afscheid van Pier van der Sluis, een van de oprichters van ons kantoor. Daarom: vijf vragen aan Pier van der Sluis (rechts op de foto).

 

Je bent 34 jaar en twee maanden advocaat geweest. Heb je altijd advocaat willen worden?

Bij ons thuis was ik de eerste die ging studeren. Ik ben geboren en getogen in Langweer. De middelbare school en het VWO heb ik Sneek gedaan. Na het VWO wilde ik graag verder leren. Ik koos toen voor de rechtenstudie omdat het een brede studie is, die veel mogelijkheden biedt. En natuurlijk vond ik het juridische wereldje erg interessant. Ik ben afgestudeerd in de bedrijfseconomische en civielrechtelijke richting en heb ook een kandidaats fiscaal recht behaald.

 

Hoe is je carrière begonnen?

Tijdens mijn studie heb ik een oud Forward-lid leren kennen. Hij vroeg of ik interesse had om advocaat-stagiaire te worden bij hem en zijn collega Van Smeden in Leeuwarden. Op 1 november 1984 ben ik beëdigd als advocaat. Na afloop van mijn stage in 1987 ben ik daar nog een paar jaar advocaat-medewerker geweest.

 

In 1991 ben ik samen met Cees van der Zee het kantoor Van der Sluis & Van der Zee Advocaten begonnen. We zaten toen op het Ruiterskwartier 113 in Leeuwarden. Cees heb ik leren kennen via het schoolplein. Onze kinderen zijn precies even oud. Ook in de advocatenkamer kwam ik Cees regelmatig tegen en zo bleek dat we op veel gebieden een klik hadden. We houden bijvoorbeeld allebei niet van vergaderen, maar van spijkers met koppen slaan. Toen ik voor mezelf wilde beginnen leek Cees me een geschikte kerel om samen een kantoor mee op te richten. Dat dit een goede keuze is geweest is wel duidelijk. We hebben het maar liefst 27 jaar met elkaar volgehouden en dat met veel plezier.

 

Wat voor soort zaken heb je gedaan?

In het begin had ik een echte allround praktijk: ik deed van alles, van echtscheidingen tot strafzaken. In de loop van de jaren ben ik meer zakelijk recht gaan doen, zoals arbeidsrecht en vastgoedrecht. Verder heb ik vanaf het begin faillissementen gedaan. Hier heb ik altijd veel voldoening uit gehaald. In de loop van de jaren heb ik een paar grote, bekende faillissementen afgewikkeld. Friendship Balk was er zo eentje, net zoals hotel-restaurant De Klinze en laatst nog De Wijnberg in Sneek.

 

Je bent nog maar 60. Waarom heb je besloten op dit moment te stoppen?

De bucketlist roept! Samen met mijn vrouw Carin wil ik bepaalde reizen gaan maken en genieten. Ik wil ruimte maken voor de jongere generatie om het stokje over te nemen. Marco Kalmijn en IdeJan Woltman zetten Van der Sluis, Van der Zee & Kalmijn Advocaten voort, samen met Cees van der Zee. Zelf blijf ik als adviseur verbonden aan kantoor. Ook mijn werk als voorzitter van het stichtingsbestuur van SC Cambuur blijf ik doen.

 

En dan natuurlijk de belangrijkste vraag: wat ga je met al die vrije tijd doen?

Mijn gezin en mijn twee kleinkinderen spelen een belangrijke rol in mijn leven. Ik vind het prachtig om tijd met die kleintjes door te brengen. Samen met Carin ga ik genieten van alles wat het leven te bieden heeft.

 

We hebben een huis in Spanje. Daar willen we meer tijd doorbrengen en de taal leren. Ik geniet erg van het mooie weer daar en de relaxte manier van leven. Ik heb nooit getuinierd en had ook geen tijd om zelf klusjes te doen. Maar in Spanje heb ik ontdekt dat ik het wel aardig vind om wat met plantjes bezig te zijn. Ook een klusje op zijn tijd is best leuk, zolang het mag en niet moet. Ook lezen heb ik herontdekt. Thrillers en historische boeken (De Levens van Jan Six, Rome en De Oerpolder) lees ik graag.

 

Wie weet krijg ik ook weer tijd voor hobby’s. Vroeger was ik veel met muziek bezig, ik speelde accordeon tot ik de leeftijd bereikte waarop dat niet cool meer was. De accordeon werd toen ingeruild voor een gitaar. Dus misschien haal ik mijn gitaar binnenkort wel van zolder.

Beslagvrije voet

Wat is de beslagvrije voet?

De beslagvrije voet is dat deel van het inkomen waar een deurwaarder geen beslag op mag leggen.

 

De beslagvrije voet speelt niet alleen een rol bij beslaglegging. Hij is bijvoorbeeld ook van belang bij het verrekenen van te veel ontvangen loon. Te veel ontvangen loon mag worden verrekend door de werkgever, maar de medewerker heeft altijd recht op de beslagvrije voet. Meer informatie over het terugbetalen van te veel ontvangen loon vind je hier.

 

Verder speelt de beslagvrije voet een rol bij het faillissement van een natuurlijk persoon. De curator berekent dan de beslagvrije voet. Het inkomen van de failliet boven de beslagvrije voet moet worden afgedragen aan de boedel. In dit artikel lees je meer over de gevolgen van een faillissement voor een natuurlijk persoon.

 

Beslagvrije voet geldt alleen bij bepaalde inkomsten

De beslagvrije voet geldt niet voor alle inkomsten. Je kunt er alleen een beroep op doen bij:

  • loon / bezoldiging ambtenaren
  • pensioen en lijfrente
  • alimentatie
  • voorlopig teruggaaf heffingskortingen
  • uitkeringen op basis van levensverzekeringen, invaliditeitsverzekeringen, ongevallenverzekeringen of ziekengeldverzekeringen
  • uitkeringen op basis van sociale zekerheidswetten

 

Dit betekent dus dat er geen beslagvrije voet geldt voor bijvoorbeeld huurtoeslag, zorgtoeslag, kinderbijslag, VUT-uitkeringen en freelance-inkomen.

 

Berekening beslagvrije voet

Het uitgangspunt bij berekening van de beslagvrije voet is 90% van de bijstandsnorm die op jou van toepassing is. Het uiteindelijk berekenen van de beslagvrije voet is best ingewikkeld omdat rekening wordt gehouden met veel factoren zoals: leeftijd, inkomen, gezinssamenstelling, woonlasten, ontvangen toeslagen etc. Op www.schuldinfo.nl kun je veel informatie vinden over het berekenen van de beslagvrije voet. Ook is er een handige calculator om zelf je beslagvrije voet te berekenen.

 

Wet vereenvoudiging beslagvrije voet

Inmiddels is er een wet aangenomen om het berekenen van de beslagvrije voet simpeler te maken. De bedoeling is dat er een systeem komt waarin veel gegevens al zijn ingevuld, net zoals nu het geval is bij het doen van belastingaangifte. Veel instanties moeten digitaal gegevens gaan uitwisselen voor dit systeem (bijvoorbeeld het UWV, de belastingdienst en deurwaarders). Dit blijkt in de praktijk lastiger dan gedacht. De wet kan daarom niet per 1 januari 2019 in werking treden zoals de bedoeling was. Het berekenen van de beslagvrije voet blijft daarom de komende tijd nog ingewikkeld.

 

Probleem met beslagvrije voet

Als je een probleem met de deurwaarder hebt over de beslagvrije voet kun je contact met ons opnemen. Je kunt dan denken aan situaties waarin de deurwaarder helemaal geen rekening houdt met de beslagvrije voet of een te laag bedrag gebruikt. Wij kunnen je hierbij helpen, ook op basis van een toevoeging (gefinancierde rechtsbijstand).