As Danny ut niet singt, wil jij ut niet hore!

De rust na carnaval is weer wedergekeerd. Niet alleen was het tijdens carnaval in de kroegen onrustig, ook wij hebben niet stilgezeten. En nee, niet hossend door de straten. Danny Panadero, bekend van grote hits als ‘Skiejuh’, ‘Hieperdepiep Ik Heb Een Poliep’ en ‘Fuk Joe’ werd geconfronteerd met een nummer dat wel erg grote gelijkenissen vertoonde met zijn hit ‘Danny’s Autopaleis’. En daar moest iets aan gebeuren.

Deze zaak stond niet op zichzelf. “Carnavalslied met Op1-ster is mogelijk ‘illegaal’: wat is er aan de hand? kopte het Algemeen Dagblad op 10 februari van dit jaar. Kort daarvoor was een nieuwe carnavalsversie van de hit Ladada (Mon dernier mot) gemaakt. Volgens de platenmaatschappij van de originele zanger Claude moest het nummer ‘Ladders zat’ offline. Zij zaten niet te wachten op een associatie met alcohol.

Wat er aan de hand was? Onrust in de muziekwereld. Parodieën, spottende imitaties van bestaande nummers.  Heb je het pas echt gemaakt als er een parodie van je is gemaakt? Moet je daar blij mee zijn? Of toch niet? En kun je er dan iets aan doen? En is er zoiets als een ‘Carnaval-exceptie’, een uitzondering op de beschermingsregels van het auteursrecht tijdens carnaval?

De zaak

Danny Panadero is liedjesschrijver, muzikant en entertainer en treedt met zijn eigen nummers op in het hele land, zo ook tijdens carnaval. Maar dit jaar leek het tijdens carnaval in Tilburg niet te gaan over Danny’s Autopaleis maar ‘Willies Autopaleis’. Het leek een Tilburgse eigenaar van een autobedrijf namelijk ook leuk om een nummer te maken over een louche autohandelaar en hij baseerde zich daarbij op het lied van Panadero. Volgens Panadero was het nummer een niet toegestane bewerking (toestemming ontbrak) en deed het uitgebrachte nummer afbreuk aan zijn bekendheid. Omdat Panadero ook optreedt tijdens carnaval bestond de vrees dat het nummer Danny’s Autopaleis zou worden verdrongen en zou leiden tot minder boekingen. Zodoende werd door ons in kort geding een verbod gevraagd op het nummer ‘Willies Autopaleis’.

In de procedure stelde gedaagde zich – kort samengevat – op het standpunt dat sprake was van een parodie en dat dit gebruik juist tijdens carnaval toegestaan zou moeten zijn.  Panadero was het hiermee niet eens. Het nummer is volgens hem vrijwel identiek aan zijn eigen nummer, toestemming voor dit gebruik ontbreekt, het nummer doet afbreuk aan het origineel, er bestaat kans op verwarring en het nummer is zowel voor zijn reputatie als financieel nadelig.

Uitspraak

De rechter staat een beroep op de persoonlijkheidsrechten door Panadero toe en komt tot het oordeel dat het nummer in grote mate overeenstemt met de totaalindruk van de auteursrechtelijk beschermende elementen van Danny’s Autopaleis dat er sprake is van een aantasting van de persoonlijkheidsrechten van Panadero waar hij zich in redelijkheid tegen mag verzetten. Voor de redelijkheid van dit verzet is van belang dat Panadero muzikant en artiest is en het nummer Willies Autopaleis verwarring wekt met zijn eigen nummer, dat daardoor naar de achtergrond kan worden gedrukt hetgeen, onder meer, financieel nadeel met zich mee kan brengen. De belangen van Panadero wegen zwaarden en prevaleren boven het belang van het ten gehore brengen van Willies Autopaleis, als grap voor carnaval. Dat het nummer ook op Spotify was gezet speelt bij deze belangenafweging een belangrijke rol. Het beroep op de parodie-exceptie slaagt niet. Volgens de rechter is niet voldoende afstand genomen van het oorspronkelijke werk. In beide nummers drijft de hoofdpersoon spot met het personage van louche autoverkoper. Wat betreft tekst, uitvoering en thematiek is hier sprake van te veel hetzelfde, aldus de rechtbank. Het feit dat het nummer gedeeltelijk is vertolkt in het Tilburgs, althans Midden-Brabants dialect, neemt evenmin weg dat de tekst en het nummer veel lijkt op het nummer Danny’s Autopaleis en er onvoldoende sprake is van duidelijke verschillen. Zodoende was hier geen sprake van een parodie.

Het resultaat was dat het nummer offline moest. Wij blij, Panadero blij en hee, as Danny ut niet singt wil jij ut toch niet hore!

Conclusie

Tijdens carnaval is dus niet alles toegestaan. Let er bij het maken van muziek sowieso altijd op of gebruik wordt gemaakt van bestaande werken en of geen inbreuk wordt gemaakt op auteursrechten of persoonlijkheidsrechten. Ook bij carnavalsmuziek; er bestaat niet zoiets als een carnaval-exceptie.

Twijfel je of een bepaald werk is toegestaan of dat iemand anders inbreuk maakt op je auteursrechten of persoonlijkheidsrechten? Neem dan vrijblijvend contact op met mr. J.W. de Vries van ons kantoor. Hij is onze specialist op het gebied van intellectuele eigendomsrechten.

Ben jij een die-hard en wil je meer weten over dit onderwerp? Nou komt ie dan:

Auteursrechten

Wat zijn eigenlijk auteursrechten en hoe ontstaan deze. Auteursrechten geven de maker een ‘uitsluitend’ of ‘exclusief’ recht over het werk dat is gemaakt. Dit houdt in dat je als maker zelf beslist wat er met je werk gebeurt. De maker heeft drie belangrijke rechten:

  • Het recht om zijn werk openbaar te maken;
  • Het recht om zijn werk te verveelvoudigen;
  • Persoonlijkheidsrechten

De begrippen ‘openbaar maken’ en ‘verveelvoudigen’ zijn zogenaamd technologieneutraal. Dit wil zeggen dat het niet uitmaakt met behulp van welke techniek of welke middelen het openbaar maken of verveelvoudigen wordt gedaan. De persoonlijkheidsrechten beschermen de reputatie van de auteur. Zij geven het recht aan de maker zich te verzetten tegen het verminken of aantasten van zijn werk, of het onder een andere naam publiceren.

Ook muziek wordt aangemerkt als ‘werk’ in de zin van de Auteurswet en komt dus voor bescherming in aanmerking. Hierbij kun je een onderscheid maken in de tekst van een nummer en de compositie, oftewel de muziek. Heeft de artiest zowel de tekst geschreven en de muziek gemaakt dan liggen de auteursrechten bij deze persoon. Het komt ook vaak voor dat er meerdere partijen betrokken zijn. Denk bijvoorbeeld aan een tekstschrijver en een componist. In dat geval kunnen er meerdere (gezamenlijk) rechthebbenden op het auteursrecht zijn.

Overdraagbaarheid

Auteursrechten zijn overdraagbaar. In Nederland zijn veel artiesten aangesloten bij Buma/Stemra. Aangesloten artiesten hebben het recht om muziek openbaar te maken en te verveelvoudigen dan overgedragen. Buma/Stemra kan het muziekauteursrecht dan exploiteren en vergoedingen regelen voor het gebruik van een nummer. Zo wordt de vergoeding voor het gebruik van muziek op radio en televisie berekend per uitgezonden seconde. Bij een live-uitvoering moet de artiest een setlijst aanleveren bij Buma/Stemra. Aan de hand daarvan wordt de vergoeding vastgesteld en verdeeld onder de betrokken rechthebbenden.

Vanwege het persoonlijke karakter ervan zijn persoonlijkheidsrechten niet overdraagbaar. Ook na overdracht van het auteursrecht blijven deze rechten bij de maker.

Handhaven

De rechthebbende kan dus handhavend optreden op basis van zijn auteursrechten. Dit geeft hem de mogelijkheid om uit zijn werk (financieel) profijt te trekken. Het voorkomt dat anderen zijn werk kopiëren en de artiest zelf niet meer geboekt wordt. Of hij stelt voorwaarden aan degenen die iets met zijn werk willen doen en vraagt in ruil daarvoor een vergoeding. Dit noemen we een ‘licentie’. Goed om te weten is dat Buma/Stemra toestemming verleend voor het maken van covers, een 1 op 1 kopie van het origineel waaraan niets (of weinig) substantieel is veranderd. Dit voorkomt dat voor iedere openbaarmaking en/of verveelvoudiging van het werk iedere keer toestemming moet worden gevraagd. Bij een bewerking (zowel van tekst als compositie) is dit anders. Hier zijn verschillende situaties denkbaar. Zo kan de bewerking zo zwaar op het origineel leunen en daaraan zo weinig nieuws toevoegen dat het nog steeds een verveelvoudiging van het oorspronkelijke werk betreft. Hier kan tegen worden opgetreden. Een andere mogelijkheid is dat de bewerking uit het oorspronkelijke werk vrijwel niets overneemt en een eigen oorspronkelijk werk vormt. Van een verveelvoudiging is dan geen sprake en optreden is dan ook niet mogelijk. Een combinatie hiervan is ook mogelijk. In dit laatste geval dient toestemming te zijn verleend door de oorspronkelijke maker.

Niet in alle gevallen kan er worden opgetreden. Zo is optreden niet mogelijk indien er sprake is van een parodie. De wezenlijke kenmerken van de parodie bestaan erin dat er duidelijke verschillen zijn met het bestaande werk en aan humor wordt gedaan of de spot wordt gedreven. Daarbij hoeft de parodie zich niet te richten op het oorspronkelijke werk. Een parodie is slechts toegestaan “mits het gebruik in overeenstemming is met hetgeen naar de regels van het maatschappelijk verkeer redelijkerwijs geoorloofd is.” Dit is geen vaste maatstaf. Immers, wat precies in het maatschappelijk verkeer geoorloofd is, kan gedurende de jaren namelijk enorm veranderen. Daar komt bij dat iedere zaak anders is. Zoals juristen vaak zeggen hangt het af van alle omstandigheden van het geval.

Nu begrijp je nog beter waarom de rechtbank de vorderingen van Panadero heeft toegewezen. Nog meer lezen over deze zaak? Je vindt de uitspraak hier. Heb je ook zoiets aan je fiets hangen en kom je daar zelf niet uit? Neem gerust eens contact met ons op, dan kijken we samen wat we daaraan kunnen doen.